Communicatie beroepshouding

Beroepshouding
Communicatie 11.6
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beroepshouding
Communicatie 11.6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat doet Will Stephen om de aandacht van het publiek vast te houden?

Slide 3 - Open vraag

Inhoud
Integer zijn 
Echtheid 
Openstaan 
Verantwoordelijkheid dragen voor eigen taken 
Handelend optreden 
Geduld uitoefenen 

Slide 4 - Tekstslide

Integer zijn
  • Eerlijk en oprecht zijn

  • Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke gegevens. 
  • Beroepsgeheim
  • Zwijgplicht --> De verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy gewaarborgd is.
  • Dit gaat om wat je vertelt, maar ook om wat je leest. 

Slide 5 - Tekstslide

Integer zijn
  • Wanneer mag je informatie wel delen?
  • Als het van belang is bij de kwaliteit van de begeleiding, maar je moet wel toestemming hebben van die persoon. 
  • Deelt alleen nuttige informatie! 
  • Informatie over ras, geloofsovertuiging of seksuele voorkeur is in het onderwijs niet relevant

  • Buiten je stage/werk praten over je werk/stage?
  • Houdt rekening dat je geen vertrouwelijke gegevens noemt.  

Slide 6 - Tekstslide

Mag je de zwijgplicht verbreken?
JA
Nee

Slide 7 - Poll

Echtheid 
  • Hiermee wordt bedoeld dat je echt jezelf kan zijn.
  • Je binnen- en buitenkant zijn in harmonie met elkaar.
  • Eigen gevoelens respecteert. 

  • Niet altijd even makkelijk.
  • Mensen verschuilen zich achter een masker. 

  • Echtheid begint met eerlijk tegen jezelf te zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Echtheid
  • Niet hetzelfde als spontaniteit. 
  • Spontaniteit kan als gevolg hebben dat je zomaar iets zegt.

  • Echtheid mag nooit als effect hebben dat je de ander kwetst. 
  • Echtheid gaat samen met respect voor de ander.
  • Sta stil bij je eigen reacties en gevoelens. 

  • Echtheid is geen totale openhartigheid

Slide 9 - Tekstslide

Echtheid zorgt voor vertrouwen bij leerlingen. Maar wat zou er gebeuren bij een onrechte houding?

Slide 10 - Open vraag

Echtheid
  • Houdt ook in dat je je eigen gevoelens respecteert.
  • Angst, boosheid, verdriet, blijdschap, verwarring, schaamte, liefde, etc. Horen bij wie jij bent! 

Slide 11 - Tekstslide

Pas wanneer je openstaat voor een ander, wil die laten zien wie hij is.
Waarom is het belangrijk als onderwijsassistent om open te staan voor de ander?

Slide 12 - Open vraag

Verantwoordelijkheid dragen voor eigen taken
  • Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen gedrag. 
  • Hiermee bedoel ik niet: eigen schuld, dikke bult. 
  • Maar wel dat je verantwoordelijkheid draagt voor je eigen keuzes. 

  • Jij bepaalt wat je met je eigen leven doet. 
  • Je bepaalt niet alles, want je kiest er niet voor om met een ziekte of beperking te leven.

  • Je mag anderen natuurlijk wel om advies vragen.  

Slide 13 - Tekstslide

Verantwoordelijkheid dragen voor eigen taken
  •  Anderen mogen je aanspreken op jouw gedrag. 
  • Hiermee kan je complimenten krijgen.
  • Maar ook feedback/kritiek, deze feedback/kritiek mag je niet naast je neerleggen.

  • Gaat de feedback om de beroepscode, denk er dan goed over na.
  • Gaat de feedback om een andere norm? 
  • Denk dan na of deze norm reëel voor jouw is, of dat jouw norm anders ligt.  

Slide 14 - Tekstslide

Verantwoordelijkheid dragen voor eigen taken
  • Wees op de hoogte van jouw taken en bevoegdheden.
  • Denk hierbij aan: 
  • Wat mag wel en wat niet?
  • Welke eisen zijn en verwachtingen zijn reëel?
  • Ga geen dingen doen waar je niet voor wordt opgeleid. 

  • Het is belangrijk dat je collega's weten wat jouw taken en bevoegdheden zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Bevoegdheden
Onderwijsassistent

Slide 16 - Woordweb

Handelend optreden
  • Jullie werk is een actieve bezigheid. 
  • Je moet constant handelen.
  • Je moet initiatief nemen, in actie komen. Niet alleen durven, maar ook telkens weer doen!

  • Je moet opmerken wat er gedaan moet worden, en daarop inspelen. 
  •  Dat kan heel vermoeiend zijn, maar er rekenen leerlingen, collega's en ouders op je. 

  • Heeft ook betrekking op dingen die gezegd moeten worden.
  • Je kan namelijk een leerlingen of collega niet vermijden. 

Slide 17 - Tekstslide

Geduld uitoefenen 
  • Iedereen ontwikkelt op zijn eigen tempo. 
  • Het ene kind heeft vaker uitleg nodig dan het andere kind.

  • Geduld uitoefen --> niets forceren en begrijpt dat ieder kind de dingen in zijn eigen tempo doet. 
  • Hier liggen wel eens problemen:
  • Het gevoel hebben dat de tijd dringt, ongeduld --> onrust.
  • Ongeduldige houding werkt maar amper. 
  • Belangrijk is dat je je grenzen aangeeft.  

Slide 18 - Tekstslide