TCMM Schuren en afwerken

Vaktheorie
Schuren en Afwerken 







                            A. Bosma
             2MA4O & 2MB4O
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Hout en meubelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vaktheorie
Schuren en Afwerken 







                            A. Bosma
             2MA4O & 2MB4O

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheid: Typ je naam!

Slide 2 - Open vraag

Programma
- Leerdoelen; wat moet je weten?
- Uitleg en vragen over schuren en schuurmiddelen
- Uitleg en vragen over afwerkmiddelen en afwerken
- Terugkijken op deze les
- Planning

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
- Weet je uit welke componenten schuurpapier is opgebouwd
- Weet je welk soort schuurpapier voor welke handeling geschikt is
- Ken je betekenis en toepassing van de volgende termen: Onderlaag, schuurmiddel,                            bindmiddel, voorlijming en overlijming
- Weet je minimaal twee verschillende manieren om gaatjes en scheurtjes in hout te repareren
- Weet je hoe en waarom afwerkmiddelen worden toegepast
- Weet welke voorbereidingen je moet treffen voordat je het hout gaat afwerken
 



Slide 4 - Tekstslide

Schuren en afwerken, waarom?
A
Verfraaien van meubels
B
Beschermen van meubels
C
Veredelen van meubels
D
Alle bovenstaande

Slide 5 - Quizvraag

Schuurmateriaal
1. Onderlaag --> Rug van het 
schuurpapier
2. Bindmiddel --> Korrels aan de 
onderlaag binden
3. Schuurmiddel --> Het type en 
grootte korrel
4. Overlijming/tweede lijmlaag: 
Korrels onderling binden

Slide 6 - Tekstslide

1. De onderlaag
Van welke materialen wordt deze doorgaans gemaakt?

Slide 7 - Open vraag

Onderlaag: Papier

A-papier: licht, soepel: 
watervast, polijsten
B-papier: iets dikker dan A: machinaal gebruik
C- en D-papier: Dikker dan B:
Handmatig gebruik
E-Papier: Nog zwaarder papier:
Gebruik op walsen-, band- en schijfschuurmachines
Onderlaag: Linnen

J-linnen: soepel:
Machinaal gebruik

X-linnen: zwaar en stug:
Zwaar schuurwerk op platte oppervlakten

XHD-linnen: Meest zware bewerkingen
Hogere druk, hogere snelheid

Onderlaag: Fiber
Duurzaam en taai: 
Flexibele schuurschijven Staal en RVS

Slide 8 - Tekstslide

Bindmiddel
Bevestigen van schuurmiddel op de onderlaag:
1. Huidenlijm
2. Kunsthars

Altijd 2 lagen:
Voorlijming: Hechten op onderlaag
Overlijming: Korrels onderling binden

Slide 9 - Tekstslide

Lijmgebonden
Kunstharsgebonden
Volkunstharsgebonden
Beide lagen huidenlijm
Voorlijming: Huidenlijm
Overlijming: Kunsthars
Beide lagen kunsthars

Slide 10 - Sleepvraag

Bindmiddel
Lijmgebonden: Beide lagen huidenlijm
Niet (warm) water bestendig, soepel

Kunstharsgebonden: Voorlijm is huidenlijm, overlijming is kunsthars
Water vast/hitte bestendig, soepel

Volkunstharsgebonden: Beide lagen kunsthars
Meest water vast en hitte bestendig


Slide 11 - Tekstslide

Afwerken van hout
Olie? Was? Lak? Verf? Beits?

Wat bepaald de keuze om te kiezen voor één van bovenstaande afwerkingen?

Slide 12 - Tekstslide

Welke factoren spelen een rol in de keuze van afwerken?

Slide 13 - Open vraag

Mogelijke factoren
Welk materiaal/ondergrond?
Waar komt het te staan?
Hoe wordt het gebruikt?
Welke kleur/effect/uitstraling?
Is het product giftig voor mij of milieu.
Wens van de klant?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbereiding afwerken
1. Lijm en afschrijflijnen weg.
2. Schaven.
3. Schrapen.
4. Schuren grof , korrel 80/ 100 (in de draad)
5. Schuren fijn, korrel 120/150/180.
6. Wateren, drogen,schuren ( 2x) voor je gaat beitsen (föhn).
7. Meubel in een warme ruimte plaatsen(2 dagen).

Slide 15 - Tekstslide

werkvolgorde vervolg
8. Poriën gaan open.
9. Test stukken maken!! Proef hout niet te klein (300x 300 mm).
10. Beitsen: Waterbeits, Spiritusbeits of Chemische beits.
11. Afwerken met olie, lak, verf of was.
12. Schuren tussen de lagen k180 tot k320.

Slide 16 - Tekstslide

Oppoetsen
* Deukjes eruit strijken? Gebruik een natte lap.
* Lijmdoorslaag? Borstelen met een bronsborstel en water.
* Met oxaalzuur zwarte vlekken door looizuur verwijderen.


Slide 17 - Tekstslide

Oppoetsen
1.Grof schuren;  80, 100, 120.

2. Fijn schuren; 150, 180, 220.

3.Voor het beitsen wateren (2x).

Korrel 80= 80 korrels per inch



Slide 18 - Tekstslide

Schuren met de hand
Schuren in de draadrichting.
Werk op doeklatten of kleed. 
Van grof naar fijn.
Werk niet afronden.
Nerf uitborstelen / kleefdoek / stofzuigen
Gebruik een stofkap (Arbo)
Hout vetvrij/ ontvetten.

Slide 19 - Tekstslide

Machinaal schuren
* Bandschuurmachine, grof en groot werk. 

* Vlakschuurmachine voor het werk met gelijke draadrichting.
* Excentrische schuurmachine diverse draadrichting.
* Gebruik gehoorbescherming en stofkapje.(Arbo)



Slide 20 - Tekstslide

Staalwol
* Staalwol wordt o.a. gebruikt om tussen laklagen te schuren.
* Nummering van grof naar fijn is 3,2,1,0,00,000,0000.
* Vanaf 000 kan je het gebruiken om glas schoon te maken. Het      krast dan niet.

Slide 21 - Tekstslide

Beschadiging en vullen
1.Stukje hout/fineer inleggen.
2.Kneedbaar hout mits goede kleur.
3.Vullen met stopwas na het lakken.
4. Epoxy?

Slide 22 - Tekstslide

Kleuren  van hout
* Logen; Vaak bij eiken in natronloog bad (oud uiterlijk) Looizuur houdende         houtsoorten kleuren door de ammonia in de lucht. Eiken wordt naar                     verloop van jaren steeds donkerder. ( Natuurazijn en caustic soda)

* Bleken; waterstofperoxide (30%) mengen met 5% ammonia (lichtere kleur)
* Oxaalzuur kan ijzer- en roestvlekken uit hout verwijderen kleurt esdoorn            roze…
* Beitsen; Kleuren waarbij de structuur v/h hout zichtbaar blijft. Kan in                   houtkleur maar ook in alle kleuren van de regenboog




Slide 23 - Tekstslide

                                 Lak                                       
  • Harde beschermlaag
  • Watervast
  • Onderhoudsarm.
  • Stofvrije ruimte
  • Moeilijk aan te brengen
  • Sluit het hout af
  • Moeilijk bijwerken
  • Giftige dampen (ARBO)
  • Kostbaar
                                  Olie                                     
  • Vochtregulerend
  • Meer diepte en tekening
  • Natuurlijke kleur en verkleuring
  • Eenvoudig aan te brengen
  • Eenvoudig bij te werken
  • Lang houdbaar
  • Milieuvriendelijk
  • Gevoelig voor vocht
  • Vergt onderhoud

Slide 24 - Tekstslide

Kleine opdracht
Noem de  volgende 11 stappen die je moet maken voordat je gaat afwerken .

1. Lijm verwijderen. Krabben/ steken.

.. Afwerken met olie, lak, was of verf.



Slide 25 - Tekstslide

Noem de volgende 11 stappen die je moet maken voordat je gaat afwerken

Slide 26 - Open vraag

Juiste volgorde
  • Lijm en afschrijflijnen weg.
  • Schaven.
  • Schrapen.
  • Schuren grof , korrel 80/ 100 (in de draad)
  • Schuren fijn, korrel 120/150/180.
  • Wateren, drogen,schuren ( 2x) voor je gaat beitsen (föhn).
  • Meubel in een warme ruimte plaatsen(2 dagen).
  • Poriën gaan open.
  • Test stukken maken!! Proef hout niet te klein (300x 300 mm).
  • Beitsen: Waterbeits, Spiritusbeits of Chemische beits.
  • Afwerken met olie, lak, verf of was.
  • Schuren tussen de lagen k180 tot k 320.

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik
- Weet je uit welke componenten schuurpapier is opgebouwd
- Weet je welk soort schuurpapier voor welke handeling geschikt is
- Ken je betekenis en toepassing van de volgende termen: Onderlaag, schuurmiddel,                            bindmiddel, voorlijming en overlijming
- Weet je minimaal twee verschillende manieren om gaatjes en scheurtjes in hout te repareren
- Weet je hoe en waarom afwerkmiddelen worden toegepast
- Weet welke voorbereidingen je moet treffen voordat je het hout gaat afwerken

Slide 28 - Tekstslide

Einde Les


Dank voor jullie aandacht!

Slide 29 - Tekstslide