Les 5 - Gezondheid en voeding - Dieetleer, voedings- en eetstoornissen

Module: 
Gezondheid en voeding 

Les 5  

Dieetleer, voedings- en eetstoornissen


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Module: 
Gezondheid en voeding 

Les 5  

Dieetleer, voedings- en eetstoornissen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid wordt meerdere malen tijdens de les ingevoerd door de docent.

Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden of overleg, betekend 'ongeoorloofd afwezig'.

Ben je te laat? Alleen binnen met een briefje van de administratie. Anders na de 45 min. 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. AWR
  2. Leerdoelen
  3. Theorie dieetleer
  4. Soorten diëten
  5. Opdracht
  6. Theorie eetstoornissen
  7. Opdrachten
  8. Theorie voedingsstoornissen
  9.  Opdrachten
  10. Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal





Hoe voel jij je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot dieetleer.
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot verschillende soorten diëten
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot voedsel allergie of intolerantie
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot kauw- en slikproblematiek
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot voedings- en eetstoornissen 







Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieet
Een dieet: is een voorgeschreven voedingswijze over wat je wel en niet kan eten en zijn vaak gekoppeld aan leefregels bijv. bewegen
   

Je kan het inzetten om:
Af te vallen
Gezondheidsredenen

Kenmerk: voeding die voldoet aan specifieke eisen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieetleer
 Medische behandeling die bestaat uit leefregels om het eetpatroon aan te passen.  Dieet is voorgeschreven door een arts of diëtist. 
Als begeleider ondersteun je de cliënt in het volgen van zijn dieetvoorschrift.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
welke diëten ken je?

Slide 10 - Woordweb

natriumarm, natrium beperkt.
dieet met minder cholesterol.
Energierijk en energiearm dieet. Diabetes dieet. Eiwitrijk en eiwitarm dieet, glutenvrij dieet, 
Voedingsintolerantie 
Het lichaam kan een bepaalde stof in het voedingsmiddel niet verwerken bijvoorbeeld lactose of gluten
klachten: buikpijn, misselijkheid, overgeven en diarree, obstipatie.


 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselallergie 
  • Overdreven reactie van het immuunsysteem 
  • Darmkanaal: buikpijn, misselijkheid, overgeven en diarree.
  • Via de huid: jeuk, eczeem en galbulten
  • In de luchtwegen: verstopte neus, benauwdheid
  • oogklachten: jeuk, tranen
hart- en vaatklachten: zweten, duizeligheid, lage bloeddruk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten diëten
  • energiebeperkt en energieverrijkt dieet
  • eiwitbeperkt en eiwitverrijkt dieet
  • natriumbeperkt
  • lactosevrij
  • koemelkvrij
  • glutenvrij
  • PKU-dieet
  • cholesterolarm
  • onderzoeksdieet

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diëten: Een dieet is aanpassing in het voedingspatroon. 
Veel mensen doen een dieet uit gezondheidsoverweging.

Energiebeperkt dieet: minder calorieën eten (bij overgewicht).

Energieverrijkt dieet: (bij cliënten met kanker, eetstoornissen en ondervoeding).

Natriumbeperkt dieet: minder zout eten, dit dieet wordt voorgeschreven bij een hoge bloeddruk of bij problemen met hart en nieren.

Glutenvrij dieet: Voor mensen met een allergie voor tarwe, rogge, gerst en spelt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Diëten

Een dieet is aanpassing in het voedingspatroon. Veel mensen doen een dieet uit gezondheidsoverweging.
Energiebeperkt dieet: minder calorieën eten (bij overgewicht).
Energieverrijkt dieet: (bij cliënten met kanker, eetstoornissen en ondervoeding)
Natriumbeperkt dieet: minder zout eten, dit dieet wordt voorgeschreven bij een hoge bloeddruk of bij problemen met hart en nieren.
Lactosevrij dieet: Melk en zuivel worden vervangen door een alternatief. (voor mensen met een allergie voor melksuiker)


Lactosevrij dieet: Melk en zuivel worden vervangen door een alternatief. (voor mensen met een allergie voor melksuiker).

Eiwitbeperkt (bij bijv. nierziekten) en eiwitrijk dieet: (bij bijv. ondervoeding).

PKU-dieet: Voor mensen met een stofwisselingsziekte waarbij het aminozuur fenylalanine niet of onvoldoende wordt afgebroken.

Cholesterolarm dieet: Voor mensen met overgewicht, erfelijke aanleg voor een verhoogd cholesterol, langzaam werkend schildklier en diabetes.

Onderzoeksdieet: Voorafgaande aan een medisch onderzoek om bijv een diagnose te stellen of het verloop van een ziekte in de gaten te houden.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauw en slik problematiek

Oorzaken van kauw en slikproblemen zijn verschillend.
Denk aan ziektes; Parkinson, kanker, ASL (spierziekten), gebitsproblemen en afnemende spiermassa.
Slikstoornis (dysfagie)

Slikstoornissen kunnen leiden tot minder eten & drinken, ongewenst gewichtsverlies en longontsteking. In ernstige gevallen kan sondevoeding nodig zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slikstoornis aandachtspunten
  • Snijd voedsel fijn
  • Vermijd harde producten.
  • Als eten erg droog is, het liefst met een glas water erbij.
  • Vis of vleessoorten die makkelijk te kauwen zijn.
  • Gebruik gebonden groentesoepen, zachte groenten en fruit.
  • Gebruik pastagerechten met een groentesaus.
  • Eet in kleine hoeveelheden maar wel vaker.
  • Niet te snel over op gepureerd of vloeibaar voedsel, zo blijft de  kauwfunctie gestimuleerd. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consistentie
We noemen vastigheid of stevigheid ook wel consistentie. plaats de volgende voedingsmiddelen bij de juiste consistentie:

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dun vloeibaar
helder vloeibaar
zacht
gemalen
dik vloeibaar

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoonissen
Anorexia nervosa 
Boulimia nervosa 
Binge eating disorder (BED)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken zijn van eetstoornissen?
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken eetstoornissen
Een combinatie van factoren.
  

  • Negatief zelfbeeld/lichaamsbeleving
  • Sterk perfectionisme
  • (Emotionele) faalangst
  • Extreem lijngedrag
  • Controle behoefte (mogelijk uit trauma, persoonlijkheid)
  • Extreem veel sporten of bewegen om af te vallen
  • Extreem dwangmatig gezond eten (orthorexia)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia Nervosa
De letterlijke betekenis van anorexia nervosa is: geen eetlust door nerveuze oorzaken.

Anorexia nervosa is een eetstoornis, waarbij iemand een vervormd beeld van het eigen lichaam heeft, een grote angst heeft om dik te worden.
Er is ernstig ondergewicht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia Nervosa
Structureel minder eten dan het lichaam nodig heeft
 
Na eten: compensatiegedrag: purgeren, (zelfopgewekt braken), zoveel mogelijk calorieën verbranden door extreem veel bewegen of middelen inzetten om het voedsel het lichaam zo snel mogelijk te doen verlaten, zoals laxeermiddelen die de stoelgang versnellen, of klysma’s die de darmen spoelen. 

Ernstig ondergewicht

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia nervosa
Kenmerkt zich door grote eetbuien die dan op een of andere manier gecompenseerd moeten worden
 (braken of laxeermiddelen)
Gevolgen: 
Het afwisselen van te veel eten en dan weer braken, laxeren of lijnen brengt het lichaam in de war.
  • afnemende weerstand
  • uitputting
  • lage bloeddruk
  • botontkalking
  • uitblijven van de menstruatie en  zwakkere stofwisseling.
  • Een plotselinge dood door een hartstilstand is een reëel gevaar.
Denk ook aan; Slokdarm beschadiging, tanderosie 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Binge eating disorder (BED) EETBUISTOORNIS
  • Last van eetbuien.
  • Deze worden niet gecompenseerd.
  • (vaak) overgewicht.
  • Stofwisseling raakt ontregeld.
  • Depressieve of schuldige gevoelens na een eetbui.
  •  Meest voorkomende eetstoornis 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips en advies
  • Praat met persoon in kwestie over wat je is opgevallen. Vertel dat je je zorgen maakt en vraag of je ergens bij kunt helpen.
  • Dwing iemand nooit om te eten en controleer het eetgedrag niet. Dat werkt averechts.
  • Ga samen dingen doen die niets met eten te maken hebben. Zo houd je contact.
  • Stimuleer om professionele hulp te zoeken --> huisarts is eerste stap

Slide 35 - Tekstslide

  • Iemand met een eetstoornis praat hier vaak niet gemakkelijk over. Hij of zij zal het probleem verbergen en ontkennen. Niet alleen tegenover de omgeving, maar ook tegenover zichzelf.
  • Onthoud dat iemand met een eetstoornis vaak onwaarheden vertelt over het eetgedrag. Hulp zal dan ook niet snel geaccepteerd worden. 
  • Onthoud dat een eetstoornis of een voedingsstoornis zeker niet altijd te herkennen is aan het gewicht. Iemand met boulimia kan heel goed de eetbuiten en het braken voor anderen verborgen houden.
Voedingsstoornis
Onder voedingsstoornissen verstaan we zowel een teveel als een tekort aan één of meerdere voedingsstoffen.


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
welke voedingsstoornis ken je?

Slide 37 - Woordweb

natriumarm, natrium beperkt.
dieet met minder cholesterol.
Energierijk en energiearm dieet. Diabetes dieet. Eiwitrijk en eiwitarm dieet, glutenvrij dieet, 
Pica eetstoornis
Is een eetstoornis die vrij zeldzame is.
Je kan het herkennen doordat mensen producenten eten die niet bedoeld zijn om te consumeren. 
Dit kunnen dingen zijn zoals zand, krijt, haar, verf maar ook ontlasting, plastiek ect.

 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruminatiestoornis
Vrij zeldzaam 
Gekenmerkt door herhaaldelijk opbraken en herkauwen van voedsel.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARFID
 Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder = vermijdende/restrictieve (beperkte)  voedselinnamestoornis. 

Beperkt of restrictief eetpatroon
Gevolg: ernstig tekort aan belangrijke voedingsstoffen, wat kan leiden tot gewichtsverlies of problemen in de sociale omgang. 
In tegenstelling tot anorexia nervosa is het lichaamsbeeld normaal.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
  • Ontwikkeling stagneert (bij kinderen),
  • ondergewicht,
  • botontkalking, 
  • maag- en darmproblemen,
  • gewichtsproblemen,
  • beschadigde organen, 
  • een hoge bloeddruk,
  • hartritmestoornissen.
  •  sociale problematiek.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Kijk met je groepje of alle opdrachten gemaakt zijn die in jullie voorlichting terug moeten komen.

Ga verder met jullie presentatie voor de voorlichting 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot dieetleer.
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot verschillende soorten diëten
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot voedsel allergie of intolerantie
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot kauw- en slikproblematiek
  • Je hebt basiskennis met betrekking tot voedings- en eetstoornissen 







Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud eindopdracht
Voor de eindopdracht ontwikkel je, in samenwerking met medestudenten, een leefstijlprogramma voor een zelfgekozen doelgroep. De eindopdracht bestaat uit 4 onderdelen:
De eindopdracht bestaat uit 4 delen die je in een verslag verwerkt;

Met je groepje --> inleveren via ITS
Onderdeel 1: de presentatie, denk aan PowerPoint
Onderdeel 2: een voorlichtings- en advies filmpje --> is verwerkt in je presentatie. 
Individueel --> inleveren via ITS
Onderdeel 3: je schrijft een reflectieverslag, in de bijlage komt je logboek. (30 jan 2026)
Onderdeel 4: je kennistoets, deze is digitaal. Je krijgt van de docent de link om deze te maken.
Kijk hier voor de eindopdracht + rubric.

Inleveren eindopdracht: vrijdag 23 januari 2026



Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies