Voorzetsels
1 / 16
Lesduur is: 35 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
voorzetsels
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Vul het juiste voorzetsel in: Ik ben dol ___ chocolade.
A
over
B
bij
C
in
D
op
Slide 5 - Quizvraag
Kies het juiste voorzetsel: Hij is boos ___ mij.
A
bij
B
op
C
in
D
over
Slide 6 - Quizvraag
Welk voorzetsel hoort hierbij: We praten ___ de telefoon.
A
aan
B
met
C
over
D
op
Slide 7 - Quizvraag
Kies het passende voorzetsel: Ze is bang ___ spinnen.
A
op
B
over
C
bij
D
voor
Slide 8 - Quizvraag
Vul het juiste voorzetsel : Ik praat ____ mijn vriend.
A
naar
B
over
C
met
D
op
Slide 9 - Quizvraag
Kies het juiste voorzetsel: Wij lopen ____ het park.
A
voor
B
naar
C
in
D
met
Slide 10 - Quizvraag
Welk voorzetsel hoort hierbij: Zij kijkt ____ de foto.
A
over
B
bij
C
naar
D
voor
