Beroepen
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
A
Verkopen
B
Helpen
C
Metselen
D
Koken
Slide 2 - Quizvraag
A
Slide 3 - Quizvraag
Wie is dit?
Slide 4 - Open vraag
Wie is dit?
A
zwembadmens
B
badjuffvrouw
C
spelenvrouw
D
kijkenjuffrouw
Slide 5 - Quizvraag
Een lerares is een man
A
Goed
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
Een boer is een man
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quizvraag
Wie is dit?
Slide 8 - Open vraag
Wie is dit?
Slide 9 - Open vraag
Welke is goed?
A
groentebier
B
groentebeur
C
groentebuur
D
groenteboer
Slide 10 - Quizvraag
Wie is dit?
A
de artiest
B
de architect
C
de boekhouder
D
de directrice
Slide 11 - Quizvraag
Wie gaat schilderen?
Slide 12 - Open vraag
Welke is een man?
A
Directrice
B
Directeur
Slide 13 - Quizvraag
De huisarts is een
A
bakker
B
docent
C
dokter
D
tandarts
Slide 14 - Quizvraag
Welke is goed?
A
schoonheidspecialiste
B
schoonheidsspecialiste
C
schonheidsspecialiste
D
schoonheidspeciaaliste
Slide 15 - Quizvraag
Wie maakt auto's?
A
automontoer
B
automontier
C
automontaur
D
automonteur
Slide 16 - Quizvraag
de leraar is hetzelfde als ......
Slide 17 - Open vraag
Wie komt als jouw douche kapot is?
A
de automonteur
B
de loodgieter
C
de docent
D
de schoonmaker
Slide 18 - Quizvraag
De rechter werkt in
het ziekenhuis.
het ziekenhuis.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
De stewardess werkt in het vliegtuig.
A
Goed
B
Fout
