Strux "de Receptie" les 2

Nederlands 
13:15-16:00 uur 

- Werken in Strux H6 De receptie (deel 2)
- Examenopdracht maken 
- Klaar? werken in ELO --> taalcompleet 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
13:15-16:00 uur 

- Werken in Strux H6 De receptie (deel 2)
- Examenopdracht maken 
- Klaar? werken in ELO --> taalcompleet 

Slide 1 - Tekstslide

Strux "de receptie"
Maken in boek: 
opdr. 12 t/m 21 

- Examenopdracht maken 
- Klaar? woordzoeker maken of werken in ELO --> taalcompleet 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 
Een maaltijd bereiden

Slide 3 - Tekstslide

maaltijd bereiden

Slide 4 - Woordweb

Gebruiksaanwijzing:
een geschreven uitleg over hoe je iets moet gebruiken



                                       Waar zit overal een gebruiksaanwijzing bij? 

Slide 5 - Tekstslide

Uitdampen =  het vocht laten verdwijnen 

Wanneer laat ik iets uitdampen? 

Garneren =  een gerecht extra mooi maken
 
Braadpan = een pan om vlees in te braden

Slide 6 - Tekstslide

stoven =                 iets op een laag vuur gaar laten worden.

schuimspaan=   een grote, platte lepel met gaatjes

grillen =                 het bereiden van vlees of groente in een 
                                  grillpan of op een grillrooster

Slide 7 - Tekstslide

Maak nu opdracht 2 t/m 9 

Slide 8 - Tekstslide

Veder met deel 2  
Aan de slag met lezen van de begrippen 

Slide 9 - Tekstslide

Ingrediënten = Dat wat je in een gerecht gebruikt.

 
Fruiten Fruiten is het zachtjes aanbakken van eten.                      
                    Bijvoorbeeld uitjes of kruiden. 
                    Voor het fruiten gebruik je boter of hete olie.

Slide 10 - Tekstslide

Snipperen = Snipperen is iets in kleine stukjes snijden.

Gratineren = Gratineren is in de oven een bruin korstje op een  
                           gerecht maken.

Stollen = Bij stollen verandert een vloeistof in een vaste stof.

Slide 11 - Tekstslide

Binden   = Binden betekent een soep of een saus 
                      dikker maken.


Wokken  = Wokken is een andere naam voor                                      
                       roerbakken

Slide 12 - Tekstslide

Maak opdracht 10 t/m 14 

Slide 13 - Tekstslide


We maken opdracht 18

Slide 14 - Tekstslide

Oplossing woordzoeker 1 

Slide 15 - Tekstslide

Oplossing woordzoeker 2

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide