Debatteren 2023 - 4V


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 1 - Tekstslide

Debat
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesplan - 12 januari
60 minuten
1. Wapen je met stijlfiguren 10'

2. De voorbereiding van het debat
Uitleg 5'  +  Aan de slag 20'

2. Tips voor een knallende opbouwbeurt
Uitleg 5' + Aan de slag 20'

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens het debat
Denk tijdens het debat aan:
*Bijzonder taalgebruik 
*Beeldspraak 
*Stijlfiguren 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

stijlfiguren en beeldspraak
  • kun je gebruiken om een tekst of een debat/gesprek levendig en aantrekkelijk te maken
  • gebruik je om iets te benadrukken, om ergens de aandacht op te vestigen

Slide 6 - Tekstslide

Stijlfiguren
  • Antithese = tegenstelling Grote bek, klein hartje
  • Chiasme = kruisstelling  Ik zeg wat ik doe, ik doe wat ik zeg
  • Climax = toewerken naar steeds iets groters  Dit is niet alleen slecht voor ons dorp, maar voor de hele provincie, het hele land.
  • Drieslag = opsomming van drie elementen  Bloed, zweet en tranen. Ik kwam, ik zag, ik overwon.


Slide 7 - Tekstslide

Stijlfiguren
  • Enumeratie= opsomming Het is slecht voor baby's, peuters, kinderen, volwassenen, ouderen.
  • Hyperbool = overdrijving  Ik weende een zee van tranen. Suiker maakt de hele wereld kapot.
  • Metafoor= onuitgesproken vergelijking  Deze politicus is een natuurramp.
  • Parabool = verkleining  De koning heeft een leuk optrekje.
  • Retorische vraag = bewering die als vraag wordt gesteld Hoe zou jij het vinden als je op straat werd gegooid?


Classroom

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk nu zelf een binnenkomer

Bedenk een stijlfiguur als 'binnenkomer' bij de stelling van het Debat.

Slide 9 - Tekstslide

Binnenkomen met stijl
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

De voorbereiding

Slide 11 - Tekstslide

Lees je goed in!
argumenten en beweringen

Ga op zoek naar goede bronnen (denk aan Google Scholar) en lees je goed in. (kennis, cijfers paraat)

- Probeer toe te werken naar drie hoofdargumenten. Bekijk of punten kunnen worden
samengevoegd (omdat ze op elkaar lijken of elkaar versterken) tot één complete
redenering.

- Bedenk bij ieder argument wat ermee wordt bewezen. Dat moet in één korte bewering
kunnen worden samengevat. Bijvoorbeeld: De bioindustrie is een gevaar voor de volksgezondheid.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom en zoek voorbeelden

Leg je bewering  stapsgewijs uit. Vertel  waarom de bewering waar is en wat daar goed of slecht aan is.

Bedenk redeneringen bij voorbeelden en zoek voorbeelden bij redeneringen.
Voorbeelden uit de echte wereld maken argumenten veel geloofwaardiger. Sprekers tonen hiermee hun kennis over het onderwerp van debat.
Bijvoorbeeld: Ieder jaar verliezen 25.000 Europeanen hun leven door een besmetting met resistente bacteriën.


Slide 13 - Tekstslide

Verplaats je in de tegenstander
Denk strategisch na over de argumenten en weerleggingen die het andere team kan
brengen.

- De verwachte uitleg van de stelling en bijbehorende argumenten zijn het vertrekpunt voor het vinden van zwakke plekken en tegenargumenten.

- Houd bij ieder argument rekening met de sterkste weerlegging die het andere team zou
kunnen brengen. Als op die sterke weerlegging toch een antwoord kan worden gevonden,
kan er tijdens het debat weinig meer misgaan.

Slide 14 - Tekstslide

De voorbereiding
  • Bekijk en bespreek met je groepje de artikelen die je hebt gevonden.
  • Lees in Classroom de tips voor de voorbereiding door.
  • Vul het voorbereidingsformulier in
timer
15:00
Eerder klaar? Werk met elkaar de opbouwbeurt (2 minuten) uit.

Slide 15 - Tekstslide

De opbouwbeurt

Slide 16 - Tekstslide

Een knallende opbouwbeurt
Introduceer de stelling met humor, een anekdote, een schokkende feitje of een beeldend beschreven probleem.


Geef de structuur van je argumenten weer in prikkelende, bondige labels. (de waanzin van het asielbeleid, de noodzaak van stikstofbeleid)


Slide 17 - Tekstslide

Een knallende opbouwbeurt
Overdrijf: in plaats van te spreken over dat het plan “slecht voor de economie” is, kan je ook spreken over hoe het “desastreus is voor de economie”.

Een goede manier om je structuur te laten beklijven is door metaforen te gebruiken. “Ten eerste ga ik uitleggen dat we het probleem bij de wortels aan moeten pakken. En ten tweede…”

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag
Lees in Classroom de tips voor een knallende opening
Werk met je groepje aan de opbouwbeurt (2 minuten)

Volgende les
Uitleg en voorbereiden conclusiefase

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Lesplan - 13 januari
40 minuten
1. Opfrissen: debatfases en de regels in een debat  5'

2. De slotfase van het debat
Uitleg 5' 

3 Aan de slag 30'



Slide 23 - Tekstslide

Debatfases
Openingsfase: deze duurt maximaal twee minuten en de aanvoerder van de voorstanders begint hier het debat. Hij/zij spreekt de jury/het publiek aan. Aandacht trekken. Uitleg van de stelling en het standpunt.  Als de aanvoerder van de voorstanders klaar is, is die van de tegenstanders aan de beurt. Niemand reageert hier!

Reactiefase: deze duurt zes minuten. Iedereen mag op elkaar reageren, maar je moet wel gaan staan voordat je iets zegt. Pas als de voorzitter jouw naam noemt, mag je reageren.

Conclusiefase: deze duurt maximaal een minuut en hierin vertelt een van de teamleden, waarom jullie vinden dat jullie team gewonnen heeft. Vergeet de uitsmijter niet!
Een debat duurt dus maximaal twaalf minuten!
Even opfrissen

Slide 24 - Tekstslide

Regels in een debat
Regel 1


Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.

Slide 25 - Tekstslide


Regel 2


Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 26 - Tekstslide


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 27 - Tekstslide

Slotfase
Ook de slotronde van het debat kun je (deels) voorbereiden.
Zorg dat je krachtig afsluit.

- vat kort je argumenten samen
- herhaal je kernboodschap (jullie standpunt)
- zorg voor een pakkende uitsmijter!

 In Google Classroom vind je een artikel met tips en een video over hoe je dat aanpakt.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Bereid het debat voor.
Oefen de openingsronde en de slotronde.

Maak aantekeningen van je argumenten en weerleggingen voor de discussieronde

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video