Hoorcollege 'Werken in de zorg'

HOORCOLLEGE
'Werken in de zorg'
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en Welzijn hoorcollegeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

HOORCOLLEGE
'Werken in de zorg'

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen 
  • Welke soorten zorginstellingen zijn er in de zorg?
  •  Welke doelgroepen maken gebruik van deze zorginstellingen?
  • Welke kwaliteiten heb je nodig om in de zorg te werken?

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende soorten zorgorganisaties
Er bestaan verschillende soorten zorgorganisaties, zoals:

-Thuiszorg
-Verpleeg- verzorgingshuis
-Zorginstelling voor mensen met beperkingen
-Zorginstelling voor mensen met psychiatrische stoornis

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht: Wat weet je al......?
Wat weet je al over de onderstaande instellingen
-In tweetallen, je krijgt 10 min. Hierna gaan we het nabespreken.

- Thuiszorg
-Verpleeg- verzorgingshuis
-Zorginstelling voor mensen met beperkingen
-Zorginstelling voor mensen met psychiatrische stoornis
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Thuiszorg
Thuiszorg bestaat uit:

Persoonlijke verzorging = hulp bij o.a. het douchen, aan- en uitkleden, steunkousen aan- en uittrekken, naar de wc gaan, scheren, tanden poetsen.

Verpleging = het geven van een injectie,
 het verzorgen van een wond of
 het geven van zuurstof.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verpleeg- en verzorgingshuis

Een verpleeg- en verzorgingshuis is bestemd voor: mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen door een ziekte of een beperking, bijvoorbeeld dementie.  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Zorginstelling voor mensen met een beperking

Gehandicaptenzorg - drie doelgroepen: 


Mensen met een verstandelijke beperking
Mensen met een lichamelijke beperking
Mensen met een zintuiglijke beperking

Slide 11 - Tekstslide

Zorginstelling met een psychiatrische stoornis

Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) – voorbeelden van 
psychische ziektebeelden:

Angststoornis
Depressie
Eetstoornis
Verslaving
persoonlijkheidsstoornis

Slide 12 - Tekstslide

Vaardigheden in de zorg
1) Empathie
Als je werkzaam bent in de zorg is het erg belangrijk dat je je goed kan inleven in anderen. Het kan soms moeilijk zijn om je in te leven in moeilijke situaties waar een ander mee geconfronteerd wordt.









Slide 13 - Tekstslide

2) Communicatieve vaardigheden
Goed kunnen communiceren met patiënten en collega’s is van groot belang.

Slide 14 - Tekstslide

3) Samenwerking
Als je in de zorg werkt, maak je deel uit van een team; je moet goed kunnen samenwerken met anderen en je collega’s echt aanmoedigen en ondersteunen.

Slide 15 - Tekstslide

4) Omgaan met stress
Druk maakt dagelijks deel uit van vele banen in de gezondheidszorg; je moet het aankunnen en er goed in zijn.

Slide 16 - Tekstslide


6) Omgaan met kritiek
Je kunt niet alles weten, in de gezondheidszorg veranderen dingen altijd. Je moet kritiek kunnen accepteren en ervan te leren.

Slide 17 - Tekstslide

5) Flexibiliteit
Het zal regelmatig voorkomen dat je moet overwerken. Ook kan het zo zijn dat je in het weekend of in de vakantie moet werken.

Slide 18 - Tekstslide

De zorg van mensen met een psychiatrische stoornis valt onder de
A
GGD
B
GGZ
C
CVA
D
VVD

Slide 19 - Quizvraag

Wie werken er in de thuiszorg
A
helpende, verzorgende, verpleegkundigen en kraamverzorgsters
B
huisarts, tandarts
C
ziekenverzorgsters en kraamzorg
D
alleen verzorgenden

Slide 20 - Quizvraag

Welke kenmerken horen bij dementie?
A
De cliënt begrijpt alles
B
Decorumverlies
C
Vergeetachtigheid
D
Afasie

Slide 21 - Quizvraag

Éen voorbeeld van een zintuigelijke beperking is 'doof' zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Persoonlijke verzorging is het geven van een injectie
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Verwerkingsopdracht: Casus
Meneer de Rooij (69) woont nog thuis en is alleen. Zijn vrouw is een aantal jaren geleden overleden. Vijf maanden geleden is hij gevallen en heeft hij zijn knie gebroken. Sinds de operatie kan meneer de Rooij niet meer goed lopen. Ook merkt meneer de Rooij dat hij steeds minder ziet. Het lezen van een boek gaat daardoor moeilijker. Het douchen en aankleden gaat nog goed.
De zoon van meneer de Rooij maakt zich zorgen. Naast de lichamelijke ongemakken merkt hij dat zijn vader bepaalde gebeurtenissen van de dag ervoor, niet meer goed kan herinneren. Ook ziet hij dat het huis niet meer opgeruimd en gepoetst wordt. Meneer de Rooij zegt dat dit te zwaar is. De zoon wil dat zijn vader zorg krijgt en vraagt aan jou advies.
Welke soort zorg zou jij adviseren?

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden casus
Meneer de Rooij heeft huishoudelijke hulp nodig. Dit wordt uitgevoerd door de thuiszorg.
Ook is het verstandig om meneer de Rooij naar de huisarts te laten gaan om te beoordelen of er sprake is van (beginnende) dementie.

Slide 25 - Tekstslide

Leervragen 
  • Welke soorten zorginstellingen zijn er in de zorg?
  •  Welke doelgroepen maken gebruik van deze zorginstellingen?
  • Welke kwaliteiten heb je nodig om in de zorg te werken?

Slide 26 - Tekstslide