1,2 Werken en wonen

Welkom in de geschiedenisles!
Nederland van 1848 tot 1914
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!
Nederland van 1848 tot 1914

Slide 1 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=fsXpaPSVasQ
Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Werken en wonen
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • Je kunt uitleggen hoe het leven van de meeste mensen in Nederland eruit zag voor de Industriële revolutie.

  • Je kunt uitleggen hoe de industriële revolutie samenhing met urbanisatie.

  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders er in de 19e eeuw uit zagen.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • Je weet wat we bedoelen met de sociale kwestie en waarom die na 1870 in Nederland ontstond.

  • Je kunt uitleggen op welke drie manieren mensen dachten de sociale kwestie op te kunnen lossen.

  • Je kunt uitleggen wie Troelstra was en wat hij wilde bereiken in Nederland.

  • Je kunt uitleggen waarom algemeen kiesrecht het belangrijkste doel van de socialisten was. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 
  • Wat veranderde er door de grondwetsherziening van 1848?
  • Noem twee belangrijke personen uit paragraaf 1
  • Wat is censuskiesrecht?
  • Noem een aantal klassieke grondrechten.
  • Wat is een coalitie?
  • Wat is een oppositie?


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet opdracht 
  • Nabespreken

  • Lees de grondwet fragmenten (1815 en 1848)
  • Schrijf de verschillen (discontinuïteit) en de overeenkomsten (continuïteit) op.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet opdracht 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet opdracht 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrialisatie
  • Stoommachines


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verband heeft de industrialisatie met de urbanisatie?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een aantal gevolgen van deze snelle urbanisatie in de 18de eeuw.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet jij eigenlijk naar school?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voor de industrialisatie 
  • Groot deel van de bevolking woont op het platteland in de landbouw.
  • Veel armoede.
  • Veel werd er met der hand gemaakt (huisnijverheid)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrialisatie
  • Industrialisatie: overgang van handwerk (huisnijverheid) naar werken met machines.

  • Algemene toepassing stoommachine: 1764 

  • Veel mensen trekken anar de steden (Urbanisatie)

  • Mensen leven in slechte omstandigheden. (14 uur per dag werken)

  • Hebben een laag loon en kunnen niet protesteren: dan worden ze ontslagen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







LB blz. 17

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken
Wonen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De sociale kwestie
''De leefomstandigheden van de arbeiders in de negentiende eeuwen en het besef dat daar iets aan gedaan moest worden.''

  • Voor 1854 voornamelijk bestreden via liefdadigheid.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies









LB blz. 19 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vakbonden
  • Vakbonden: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.

  • Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd, ook als je ziek was.

  • Voorbeeld: de Algemene Nederlandse Typografen bond (1866)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering via Revolutie
  • Armoede aanpakken via revolutie is idee van Karl Marx: hij bedenkt communisme.

  •  Arbeiders moeten in opstand komen tegen armoede.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering via parlement

  • Armoede aanpakken via parlement zijn sociaaldemocraten. Zij willen dat rijken meer belasting betalen om armoede op te lossen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisme
  • Doel van beiden is gelijk: samenleving waarin bezit gelijk is verdeeld (=socialisme)

  • Pieter Jelles Troelstra richtte de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) op.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invoering sociale wetgeving:
  • 1854: Armenwet aangenomen, steun van de overheid
  • 1874: Kinderwetje van Van Houten
  • 1901: Leerplichtwet
  • 1901: Woningwet: redelijke kwaliteit van woningen is een eis
  • 1901: Ongevallenwet: Uitkering als je niet meer kunt werken door een ongeluk

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdradchten
Paragraaf 1,1 - Een nieuwe grondwet
Lees eerst de teksten goed door!
Blz. 8 t/m 16
Opdrachten: 2, 3, 4, 6, 7, 10

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Paragraaf 1,2 - Werken en wonen
Lees eerst de teksten goed door!
Blz. 17 t/m 23
Opdrachten: 2, 4, 5, 7, 8, 9, 10


Schrijf dit in je Plenda!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Aan het eind van deze les kun je:

  • Je kunt uitleggen hoe het leven van de meeste mensen in Nederland eruit zag voor de Industriële revolutie.

  • Je kunt uitleggen hoe de industriële revolutie samenhing met urbanisatie.

  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders er in de 19e eeuw uit zagen.




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Aan het eind van deze les kun je:

  • Je weet wat we bedoelen met de sociale kwestie en waarom die na 1870 in Nederland ontstond.

  • Je kunt uitleggen op welke drie manieren mensen dachten de sociale kwestie op te kunnen lossen.

  • Je kunt uitleggen wie Troelstra was en wat hij wilde bereiken in Nederland.

  • Je kunt uitleggen waarom algemeen kiesrecht het belangrijkste doel van de socialisten was. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies