Neurologische uitval

Neurologische uitval &  hoofdpijn                                                                                                                          DA2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Neurologische uitval &  hoofdpijn                                                                                                                          DA2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning deze les 
- Inleiding over ingangsklacht neurologische uitval
- Casussen in groepjes oefenen + oplossen
- Klassikaal nabespreken
- Inleiding over ingangsklacht hoofdpijn
- Aantal studenten oefenen met docent
- Opdracht voor studenten die niet oefenen in It's Learning
- Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eerste wat bij je opkomt bij
neurologische uitval ?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is neurologische uitval?
We spreken over neurologische uitval als het zenuwstelsel van de patiënt niet meer naar behoren werkt. Een patiënt kan dan (gedeeltelijk) verlamd raken, niet meer goed denken en praten en/of tintelingen ervaren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken neurologische uitval
  • CVA (oftewel een beroerte)
  • TIA
  • Drukneuropathie ( Beknelde zenuw in arm / been )
  • Hersentumor
  • Hernia Nuclei Pulposi (HNP)
  • Perifere facialisparese of ziekte van Bell
  • Soms ook bij migraine

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de FAST test?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ingangsklacht: Neurologisch uitval - Achtergrondinformatie
-> FAST-test – Face Arm Speech Test: Om CVA (stroke) beter te kunnen bepalen is de gezicht-spraak-armtest geschikt
-> De gezicht-spraak-armtest is afwijkend indien ten minste één van de drie items een niet normaal testresultaat laat zien én er sprake is van een recente uitval van functies









Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Korte casussen om te oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Mevrouw Leenderts belt naar de praktijk. Haar man Hans kan ineens niet meer goed op zijn benen staan en hij heeft moeite met praten. Zijn linker mondhoek hangt iets naar beneden. Hij kan zijn armen wel gewoon gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de FAST-test afwijkend?
A
Ja
B
Nee
C
Dat weet ik nog niet, ik heb meer informatie nodig

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Meneer de Wit (28 jaar) belt naar de praktijk. Hij heeft uitvalverschijnselen. Je stelt de triagevragen bij de ingangsklacht Neurologische uitval.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag stel je als eerste?
A
Als u in de spiegel kijkt staat uw gezicht dan scheef? Alsof er een mondhoek naar beneden hangt?
B
Heeft u een coördinatie stoornis? Bijvoorbeeld Moeite met bewegingen controleren, ziet u dubbel of maken ogen schokkerige bewegingen?
C
Wanneer zijn de klachten begonnen?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

U1 of U2
Neurologische uitval kan levensbedreigend zijn, maar dat hoeft niet.
Welke triagecriteria zijn levensbedreigend en hebben een U1-urgentie? En welke triagecriteria moeten met spoed (U2) behandeld worden?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurologische uitval net voorbij
A
U1 (levensbedreigend)
B
U2 (Spoed)

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurologische uitbal niet door hernia, korter dan 6 uur
A
U1 (levensbedreigend)
B
U2 (Spoed)

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak groepjes van 4
Maak groepjes van 4 personen


Oefenen met casuïstiek

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdpijn

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken zijn er voor hoofdpijn?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vragen we bij hoofdpijn of iemand de kin op de borst kan leggen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Recent schedeltrauma gehad? Waarom stellen we die vraag bij hoofdpijn?

Slide 22 - Open vraag

Waarom zouden we die vraag stellen?

Mogelijk is er sprake van een subduraal hematoom. Dit treedt op na een schedeltrauma. Soms pas na dagen tot weken. 

De kans op een subduraal hematoom neemt toe wanneer iemand bloedverdunners gebruikt. 
Na verloop van tijd kunnen verlammingsverschijnselen, gedrags-bewustzijnsveranderingen ontstaan.
Welke adviezen geef je bij normale hoofdpijn, zonder alarmsymptomen?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Jannie belt met de assistente met de volgende mededeling: ik heb de laatste tijd zó vaak last van hoofdpijn, ik maak me ongerust, misschien heb ik wel een hersentumor. En vandaag zie ik voor het eerst van die vlekken voor mijn ogen, en ik ben misselijk. Ik wil echt de huisarts even spreken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie heb je van Jannie nodig om een advies te kunnen geven of om te besluiten haar te laten zien door de huisarts?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met casuïstiek

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht voor volgende week in It's learning
Opdracht voor volgende les afhebben, deze wordt  volgende week klassikaal besproken 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies