Rekenen blok 2B week 1 les 1

Blok 2B week 1 les 1
Doe je boek open op bladzijde 22. 

Deze presentatie helpt je door de les heen. Lees zelf de opdrachten in het boek en de slides die hierbij horen.

Het is zoveel mogelijk gedaan op de manier zoals jullie het normaal ook krijgen in de les.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 2B week 1 les 1
Doe je boek open op bladzijde 22. 

Deze presentatie helpt je door de les heen. Lees zelf de opdrachten in het boek en de slides die hierbij horen.

Het is zoveel mogelijk gedaan op de manier zoals jullie het normaal ook krijgen in de les.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je herhaalt keersommen als 32×6.
  • Je gaat aan de slag met getallen boven de 1 000 000 (1 miljoen).

Slide 2 - Tekstslide

Som 1
In het filmpje op de volgende slide, wordt som 1 volledig uitgelegd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Instructie
Je kan getallen boven de miljoen op twee verschillende manieren schrijven:
  • 1, 3 miljoen (kommagetal)
  • 1 300 000 (uitgeschreven)

Slide 5 - Tekstslide

Getallenlijn
           0,1 miljoen         0,2 miljoen        0,3 miljoen
0 ----------|----------------|---------------|------------- enz.
             100 000              200 000               300 000

Slide 6 - Tekstslide

Som 2
a+b+c: om deze sommen te maken, schrijf je alle getallen eerst helemaal uit. 1,3 miljoen wordt dan 1 300 000, 1,9 miljoen wordt 
1 900 000,  enz. 
Zo kun je de getallen goed vergelijken en het verschil berekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Som 2d
Je ziet het overzicht van bytes (kleinste) tot megabytes (grootste). De som kan je als volgt uitrekenen:
  1. Je rekent uit hoeveel MB er overblijft. 3 MB- 800 kb = ? (is eigenlijk hetzelfde als 3 km - 800 meter=? )
  2. Van die MB ga je nu bytes maken. Er staat: 1 MB = 1 000 000 bytes.
  3. Dus jouw antwoord van stap 1 doe je × 1 000 000 = ?

Slide 8 - Tekstslide

De kinderen die aan de slag kunnen, mogen opdracht 1, 2 en 3 gaan maken. Hierna komt de extra uitleg (deze is in ieder geval voor de kinderen die normaal vooraan zitten bij de les).

Slide 9 - Tekstslide

Extra instructie som 2 (deel 1)
a: Je hebt alle getallen uitgeschreven. Nu kan je makkelijk zien welke 3 aanbieders de meeste abonnees (mensen met een abonnement) hadden in 2010.
b: KNC had er in 2009 1,1 miljoen (uitgeschreven: 1 100 000) en in 2010: 900 000. 
Om erachter te komen hoeveel zij er minder hadden in 2010 dan in 2009 wordt de som: 1 100 000- 900 000=?

Slide 10 - Tekstslide

Extra instructie som 2 (deel 2)
c: Hier moet je het verschil uitrekenen per internet-aanbieder. Je kan dit op twee verschillende manieren opschrijven:
Planeet: 750 000 - 700 000 = 50 000
Telfone: 1,9 miljoen - 1,3 miljoen = 0,6 miljoen
Bij de overige aanbieders kies je zelf welke van de twee beter past:  uitschrijven zoals bij Planeet of kommagetallen zoals bij Telfone.
d: staat uitgelegd in de reguliere uitleg.

Slide 11 - Tekstslide

Extra uitleg som 3
Bij het eerste rijtje schrijf je het getal helemaal uit, voorbeeld: 
1,7 miljoen = 1 700 000
Bij het tweede rijtje maak je er een kommagetal van, voorbeeld:
1 890 000 = 1,89 miljoen
Bij het derde rijtje reken je het verschil uit. Dit doe je door beide uit te schrijven of van beide een kommagetal te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Je maakt: 
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
Succes!

Slide 13 - Tekstslide