HV1 H4 Grammatica Woordsoorten: aanwijzende en vragende voornaamwoorden

Welkom!
Pak je boek
en kruip
in het verhaal
timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je boek
en kruip
in het verhaal
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Stil lezen (al gedaan)
- Doelen doornemen
- Toets en huiswerk in de agenda
- Herhaling zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
- Uitleg aanwijzend en vragend voornaamwoord
- Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- Ik kan zelfstandig naamwoord en lidwoord benoemen (H1)
- Ik kan het bijvoeglijk naamwoord benoemen (H2)
- Ik kan het zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord 
   benoemen (H3)
- Ik kan het aanwijzend en vragend voornaamwoord benoemen 
   (H4)

Slide 3 - Tekstslide

Donderdag 12 mei:
Repetitie Grammatica Woordsoorten


H1: Zelfstandig naamwoord en lidwoord (blz. 30-31)
H2: Bijvoeglijk naamwoord (blz. 60-61)
H3: Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord (blz. 90-91)
H4: Aanwijzend en vragend voornaamwoord (blz. 120-121)
H5: Voorzetsel (blz. 150-151)
H6: Bijwoord (blz. 180-181)

Slide 4 - Tekstslide

Dinsdag 19 april
- NN Online > H4 > Grammatica > Aanwijzende en vragende 
   voornaamwoorden
              óf
- Grammatica Woordsoorten H4: Aanwijzende en vragende 
   voornaamwoorden, opdr. 1, 2 en 4, blz. 120-121

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn alle werkwoorden in de zin?

Ik had gisteren koekjes willen bakken.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het zww in de zin?

Ik had gisteren koekjes willen bakken.

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn alle werkwoorden in de zin?

Tirza heeft de hele middag zitten tekenen.

Slide 9 - Open vraag

Wat in het zww in de zin?

Tirza heeft de hele middag zitten tekenen.

Slide 10 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
- Wijst een mens, dier of ding aan.
- deze, die, dit, dat, zo'n, zulk(e), dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
- Vaak staat het aanw.vnw voor een zelfstandig naamwoord, 
   maar het kan ook alleen staan. Als het alleen staat, kun je het zn 
   er vaak wel achter denken.
- Deze rode trui vind ik mooier dan die (trui).

Slide 11 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Let op! 
- Dat en die behoren tot meerdere woordsoorten. Zij zijn alleen aanwijzend 
   voornaamwoord als je ze kunt vervangen door dit en deze.
- Woorden die een plaats of richting aangeven (daar, daarheen, daarover, 
   daarlangs) zijn géén aanwijzend voornaamwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?

Die jongen staat al een uur op Hannah te wachten.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?

Ik ben gek op zulke koekjes met chocolade!

Slide 14 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?

Heb je je nieuwe tas bij dat winkeltje op de hoek gekocht?

Slide 15 - Open vraag

Ik kan het aanwijzend voornaamwoord in een zin aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
- Vraagt naar iets of iemand
- Wie, wat, welk(e), wat voor (een)
- Staat vaak aan het begin van een vraag, maar kan ook midden in een zin 
   staan

Slide 17 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Let op!
- Wie en wat zijn geen vragend voornaamwoord als ze terugwijzen naar een 
   eerder genoemd woord
- Woorden als waar, waarheen, wanneer en hoe vragen niet naar iets of 
   iemand en zijn dus ook géén vragend voornaamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het vragend voornaamwoord?

Wie heeft de voordeur open laten staan?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het vragend voornaamwoord?

Naar welk land gaat Rafaël in mei op vakantie?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het vragend voornaamwoord?

De docent vertelt wat voor vragen we op de toets kunnen verwachten.

Slide 21 - Open vraag

Ik kan het vragend voornaamwoord in een zin aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Aan de slag!
- NN Online > H4 > Grammatica > Aanwijzende en vragende 
   voornaamwoorden
              óf
- Grammatica Woordsoorten H4: Aanwijzende en vragende 
   voornaamwoorden, opdr. 1, 2 en 4, blz. 120-121

Slide 23 - Tekstslide