Vragen over de diagnostische toets spelling (maandag gaan we nog een keer de lastige zinnen oefenen)
Opdracht 1 en 2 op blz. 73: Wie heeft het gemaakt?
Opdracht 3 en 4 op blz. 74
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Les grammatica 19-03-2021
Vragen over de diagnostische toets spelling (maandag gaan we nog een keer de lastige zinnen oefenen)
Opdracht 1 en 2 op blz. 73: Wie heeft het gemaakt?
Opdracht 3 en 4 op blz. 74
Slide 1 - Tekstslide
Aanpak
Lesdoelen doornemen
Herhaling enkelvoudige en samengestelde zinnen
Wat zijn voegwoorden?
Meedoen en tegelijk nakijken opdracht 1 & 2
Zelf aan de slag met opdracht 3 en 4 (huiswerk)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen vandaag
Aan het eind van deze les..
- ... weet je weer wat een enkelvoudige en samengestelde zin is
- ... weet je wat een voegwoord is.
- ... kun je voegwoorden onderscheiden van andere woordsoorten zoals vragende voornaamwoorden, voorzetsels en bijwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Een enkelvoudigezin heeft één persoonsvorm. Jan loopt naar de markt.
Een samengestelde zin heeft twee of meerpersoonsvormen (twee of meer zinnen zijn aan elkaar geplakt = samenstellen).
Jan loopt naar de markt omdat hij bloemen wil kopen. Jan loopt naar de markt en Marie wil met hem mee.
Slide 4 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin is een zin met meer persoonsvormen.
Dat kunnen twee hoofdzinnen zijn Jan loopt naar de markt en Marie wil met hem mee. OF een hoofdzin en een bijzin.
Jan loopt naar de markt omdat hij bloemen wil kopen.
Deze zinnen zijn meestal met elkaar verbonden door voegwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
Voegwoorden
woorden
woordgroepen
hoofdzin en hoofdzin
hoofdzin en bijzin
Slide 6 - Tekstslide
Voegwoorden
1. Nevenschikkende voegwoorden: en, want, maar en of:
deze verbinden woorden, woordgroepen of hoofdzinnen
2. Onderschikkende voegwoorden: dat, daarom, als, hoewel, indien, mits, tenzij, toen, ...: deze verbinden hoofdzin en bijzin
Slide 7 - Tekstslide
Enkelvoudig of samengesteld? Een plant verdort snel als je hem geen water geeft.
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 8 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld? Door de brand heeft de doe-het-zelfzaak op de begane grond veel schade opgelopen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 9 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld? In de meivakantie ga ik heel hard leren voor de toetsweek, omdat ik dit schooljaar niet wil overdoen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 10 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld? In favoriete vakantiegebieden zijn de medewerkers van de vulploeg in de zomermaanden elke avond tot midden in de nacht aan het werk.
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 11 - Quizvraag
1. ....... het hard regent, gaan we vandaag met de bus naar school
Slide 12 - Woordweb
2. Eladia had lang geleerd, ....... ze wilde een hoog cijfer voor de toets
Slide 13 - Woordweb
3. Han ging altijd in zijn korte broek naar school ....... hij naar de brugklas ging.
Slide 14 - Woordweb
4. ....... het eten op was, deed vader in zijn eentje de afwas.
Slide 15 - Woordweb
5. Weet Maurits al ....... hij vanavond met ons mee naar de film mag?
Slide 16 - Woordweb
6. ....... Eladia lang had geleerd, haalde ze maar een vijf voor de toets.
Slide 17 - Woordweb
Noteer de voegwoorden: 1. Arnie zegt dat hij deze vakantie gaat kamperen, tenzij het regent.
Slide 18 - Open vraag
Noteer de voegwoorden: 2. Kim houdt van rockmuziek, maar Diana van R&B
Slide 19 - Open vraag
Noteer de voegwoorden: 3. Toen hij sliep, droomde Jozef dat zijn broers voor hem bogen
Slide 20 - Open vraag
Noteer de voegwoorden: 4. Weet jij of de vliegreis goedkoper is als je heel vroeg reserveert?
Slide 21 - Open vraag
Noteer de voegwoorden: 5. De inhoud en de lay-out zijn goed, dus dit is een prima werkstuk
Slide 22 - Open vraag
Noteer de voegwoorden: 6. Zodra de uitslag bekend is, geeft de voorzitter of de secretaris een persconferentie, want de journalisten staan al uren te wachten.