Les 2 Vergelijken producten en informatie over het productieproces

Cursus etikettering


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus etikettering


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Les 1 - Wetgeving en redenen om een etiket te raadplegen

Les 2 - Vergelijken producten m.b.v. etiket en Informatie over productieproces en duurzaamheid

Les 3 - Bewaarcondities en allergeneninformatie

Les 4 en 5 - Maken etiket

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 3
  1. Jij weet wat "aanbevolen dagelijkse hoeveelheid" en "referentie-inname" betekent;
  2. Je kent de verschillen tussen ADH en RI;
  3. Je weet hoe je aan de hand van RI en voedingswaarde producten met elkaar kunt vergelijken.
  4. Jij weet welke informatie een etiket kan geven over het productieproces
  5. Jij weet ook waarom dit voor de consument waardevolle informatie is
  6. Jij weet welke informatie een etiket kan geven over duurzaamheid
  7. Je kent een aantal keurmerken en weet wat deze inhouden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADH, wat is dat ook alweer?
  • ADH staat voor "Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid".
  • Dit is een maat om aan te geven hoeveel van een voedingsstof gezonde mensen dagelijks nodig hebben (opgesteld door de Gezondheidsraad voor bijna alle vitamines en mineralen)
  • We noemen dit ook wel een "voedingsnorm".

Slide 4 - Tekstslide

De ADH kan per bevolkingsgroep òf zelf per persoon verschillen. Dit komt door verschillen in gewicht, stofwisseling of erfelijke factoren.
De ADH is dan ook een gemiddelde.

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) De Gezondheidsraad geeft per voedingsstof aanbevelingen voor de hoeveelheid die gezonde mensen dagelijks nodig hebben.
Deze voedingsnormen worden vaak aangeduid als de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).
Eten volgens de Schijf van Vijf zorgt ervoor dat je voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. 

Omschrijving
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is een maat om aan te geven hoeveel van een voedingsstof gezonde mensen dagelijks nodig hebben. Deze voedingsnormen worden vastgesteld door de Gezondheidsraad voor bijna alle vitamines en mineralen.

De ADH bestaat voor verschillende bevolkingsgroepen. De behoefte van mannen, vrouwen en kinderen aan voedingsstoffen is namelijk anders. Ook van persoon tot persoon kan de behoefte flink uiteenlopen. Dat heeft te maken met verschillen in gewicht en in stofwisseling, samenhangend met erfelijke factoren. Daarom is er een ruime marge ingebouwd.

Bepalen van de ADH
Elke voedingsstof draagt bij aan een proces in je lichaam. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud van het lichaam en het vrijmaken van energie uit voedingsstoffen. Aan de hand van deze processen wordt de gemiddelde behoefte bepaald. De algemene dagelijkse hoeveelheid (ADH) volgt weer uit gemiddelde behoefte.
De ADH is de hoeveelheid van een voedingsstof die voldoende is om de behoefte van vrijwel een hele bevolkingsgroep te dekken. 97,5% van de bevolkingsgroep krijgt met deze waarde voldoende van de voedingsstof binnen. De ADH gaat uit van een statistisch normale verdeling en bereken je als [de gemiddelde behoefte + 2 x de standaardafwijking].
ADH in verschillende landen
ADH’s kunnen verschillen tussen landen en autoriteiten op het gebied van voeding. Dat komt door:
verschillen in voedingsgewoonten
verschillende interpretaties van gegevens
gebruik van andere marges of andere waarden over de opname van vitamines en mineralen
Europa streeft naar eenduidige aanbevelingen.   

Hoe kan het dat de ADH in verschillende landen anders kan zijn?


A
Verschil in voedingsgewoonten
B
Verschillende interpretaties van gegevens
C
Gebruik van andere marges of waarden van opname voedingsstoffen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Referentie-inname 
Referentie-innames (RI) zijn wettelijk vastgelegde richtwaarden voor een gebalanceerd voedingspatroon. 

Slide 6 - Tekstslide

Referentie-inname op het etiket
Op het etiket van levensmiddelen en voedingssupplementen staat vaak hoeveel procent de vitamines en mineralen van het product bijdragen aan de referentie-inname (RI). Dit is een soort etiketterings-ADH. De RI’s worden bepaald op Europees niveau als richtwaarden die passen binnen een gebalanceerd voedingspatroon. RI’s worden per vitamine of mineraal vastgesteld. RI’s zijn vastgelegd in de Europese wetgeving en kunnen afwijken van de Nederlandse ADH’s. Leeftijd en geslacht worden namelijk niet meegenomen en de waarden zijn op een andere manier afgeleid. Verschillen tussen landen worden wel meegenomen.

Referentie-innames zijn wettelijk vastgelegde richtwaarden voor een gebalanceerd voedingspatroon. Het geeft aan hoeveel energie, voedingsstoffen, vitamines en mineralen een gemiddelde volwassene per dag nodig heeft of wat maximaal nog past binnen een gezond voedingspatroon.
Voorop verpakkingen staat vaak een icoon dat laat zien hoeveel procent van de referentie-inname voor energie, vet, verzadigd vet, suikers en zout in het product zitten. Het icoon laat zien hoeveel 1 portie bijdraagt aan de referentie-inname. Het is vooral informerend bedoeld en is geen leidraad van hoeveel je zou moeten eten.
De term referentie-inname heeft de aanduiding GDA (Guideline Daily Amount) of Dagelijkse Voedingsrichtlijn vervangen.
Omschrijving
Voorop de verpakking zie je vaak een icoon dat laat zien hoeveel 1 portie van het betreffende voedingsmiddel bijdraagt aan de dagelijkse hoeveelheid energie (kcal) of voedingsstoffen. Dit icoon kunnen fabrikanten vrijwillig op het etiket zetten.
Zo zie je hoeveel je binnenkrijgt in verhouding tot wat je per dag nodig hebt of wat maximaal nog past binnen een gezond voedingspatroon. Voor energie staat naast de bijdrage per portie ook de hoeveelheid kilojoule (kJ) en calorieën (kcal) per 100 gram of 100 milliliter weergegeven.
Bepalen van de waarden
Het percentage dat in het icoon staat, wordt berekend op basis van richtwaarden voor een gebalanceerd voedingspatroon. Deze richtwaarden zijn vastgelegd in de wetgeving als referentie-innames.
De volgende dagelijkse referentie-innames zijn vastgelegd voor volwassenen.
Energie: 8400 kJ/2000 kcal
Totale vetten: 70 gram
Verzadigde vetzuren: 20 gram
Koolhydraten: 260 gram
Suikers: 90 gram
Eiwitten: 50 gram
Zout: 6 gram
Ook voor vitamines en mineralen zijn dagelijkse referentie-innames vastgelegd. Dat staat bekend als de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

RI op de verpakking
Op verpakkingen staat vaak een icoon dat laat zien hoeveel procent van de referentie-inname voor energie, vet, verzadigd vet, suikers en zout in het product zitten.  Het icoon laat zien hoeveel 1 portie bijdraagt aan de referentie-inname.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe lees je het icoon?
Door de afbeelding kunnen ook misverstanden ontstaan. Bij zout en verzadigd vet geeft de referentie-inname aan wat maximaal nog past binnen een gezond voedingspatroon. Het is namelijk niet nodig dat je de 100% haalt.
Bij het bepalen van de referentie-innames wordt uitgegaan van een gemiddelde volwassen vrouw. Er wordt geen rekening gehouden met leeftijd, geslacht of hoe actief iemand in het dagelijkse leven is. Zo kan iemand die veel sport meer energie nodig hebben dan de referentie-inname.
De afbeelding is dus vooral informerend bedoeld en is geen leidraad van hoeveel je moet eten.
Bij het lezen van het icoon moet ook gelet worden op de portiegrootte. Deze bepaalt de fabrikant zelf en komt niet altijd overeen met de praktijk. Een halve literfles frisdrank bestaat bijvoorbeeld uit 2 porties. De fabrikant berekent de hoeveelheid suiker voor 1 portie en zet dat op het etiket. De meeste mensen drinken zo’n flesje in één keer leeg, terwijl ze niet weten dat het eigenlijk 2 porties zijn. Je krijgt dan wel 2 keer zoveel suiker binnen als het gehalte dat voor 250 milliliter op het etiket staat.
Producten vergelijken
Als je producten onderling wilt vergelijken kun je dit het beste doen per 100 gram of 100 milliliter. Je kunt daarvoor dus beter niet het icoon gebruiken, maar de voedingswaarde-informatie op het etiket lezen.
GDA
De term referentie-inname heeft de aanduiding de GDA (Guideline Daily Amount) of Dagelijkse Voedingsrichtlijn vervangen.
Wat is het verschil tussen de ADH en de RI?
A
De ADH zegt iets over vitamines en mineralen en RI over energie, vet, suiker en zout.
B
De RI zegt iets over vitamines en mineralen en de ADH over energie, vet, suiker en zout.
C
De RI en de ADH betekenen hetzelfde maar de informatie wordt anders weergegeven.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dagelijkse referentie-inname voor volwassenen
  • Energie: 8400 kJ/2000 kcal
  • Totale vetten: 70 gram
  • Verzadigde vetzuren: 20 gram
  • Koolhydraten: 260 gram
  • Suikers: 90 gram
  • Eiwitten: 50 gram
  • Zout: 6 gram

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: Informatie geen richtlijn!
De RI houdt geen rekening met geslacht, leeftijd of je persoonlijke situatie. Het is enkel een grove indicatie die je ter informatie kunt gebruiken!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Producten vergelijken
  1. Maak een lijstje van de tien levensmiddelen die jij in een week het meest gebruikt;
  2. Bekijk het filmpje over bewust kiezen voor minder suiker;
  3. Zoek op hoeveel suiker jouw tien producten bevatten;
  4. Zoek bij elk product een alternatief dat minder suiker bevat;
  5. Doe dit ook voor verzadigd vet en zout;
  6. Verwerk bovenstaande informatie in een tabel en bespreek dit met je docent.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewerkt of onbewerkt?
  • Hoe zie je of een product bewerkt is als het in de supermarkt ligt? Aan het product zelf kun je dit niet altijd zien.
  • Daarom: Etiket lezen!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op het etiket over het productieproces?
  • Een paar voorbeelden:
  • Wanneer is het het product ingevroren?
  • Is het product verpakt onder beschermende atmosfeer?
  • Is het product doorstraald? 
  • Informatie over toevoegingen of oorsprong. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het product ingevroren? 
  • Vaak bij vis, waarom?
  • Seizoensproducten toch het hele jaren aan kunnen bieden
  • De vis wordt gevangen, ingevroren en soms maanden later verkocht onder de naam "verse vis". 
  • Mag dat? Ja hoor, de term "vers" klinkt mooi maar is niet wettelijk vastgelegd.
  • Er moet dan wel op het etiket staan "ontdooid".

Slide 14 - Tekstslide

Verse producten zoals vlees en vis worden soms ingevroren zodat ze beter vervoerd of opgeslagen kunnen worden. Op het etiket staat wanneer het voor het eerst is ingevroren. Soms is dat al lang geleden. Bijvoorbeeld omdat een bepaalde vis maar in één seizoen gevangen wordt, maar wel het hele jaar verkrijgbaar is. Vlees of vis kan bevroren verkocht worden, maar soms wordt het later ontdooid en vervolgens aan de consument verkocht. Dan staat op etiket de term ‘ontdooid’. 
De officiële benaming voor gasverpakking is 
"verpakt onder beschermde atmosfeer".

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt dat dan?
  • Zuurstof zorgt ervoor dat sommige producten snel bederven bv. gesneden groentes
  • Daarom wordt zuurstof uit de verpakking gehaald en vervangen door een ander gasmengsel

Slide 16 - Tekstslide

Verpakt onder beschermende atmosfeer
Bij bepaalde producten is de lucht in de verpakking vervangen door een aangepast luchtmengsel, bijvoorbeeld een mengsel zonder zuurstof. Hierdoor zijn deze producten langer houdbaar. Deze verpakkingsgassen zijn veilig en goedgekeurd door de Europese Unie. De E-nummers voor verpakkingsgassen zijn E938 t/m E949. Ze veranderen het product niet en op het moment dat je de verpakking opent, vervliegen de gassen. Verpakkingen die onder beschermende atmosfeer verpakt zijn, staan soms een beetje bol. Dit is niet erg, de houdbaarheidsdatum is bepalend.
Wat voor gasmengsel gaat het om?
  • Vaak gaat het om stikstof en koolstofdioxide
  • Deze gassen veranderen het product niet,
  • Ze vervliegen als de verpakking geopend wordt
  • De verpakkingsgassen zijn veilig en goedgekeurd door de Europese Unie. 
  • De E-nummers voor verpakkingsgassen zijn E938 t/m E949.
  • Check de E-nummerzoeker om welke gassen het gaat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dit nuttig om te weten?
  • Sommige verpakkingen gaan door het gasmengsel bol staan
  • Dit hoeft niet te betekenen dat het product als aan het bederven is
  • Kijk bij een product verpakt onder beschermde atmosfeer altijd goed naar de houdbaarheidsdatum!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het product doorstraald?
  • Je kunt producten op veel manieren langer houdbaar maken
  • Één daarvan is doorstralen.
  • Gammastraling doodt ziekmakende bacteriën als slamonella en listeria af.
  • De straling heeft geen invloed op de voedingswaarde en kwaliteit van het voedsel, hoe mooi is dat?

Slide 19 - Tekstslide

Sommige producten zijn met straling behandeld, waardoor insecten en ziekmakende bacteriën worden gedood en ze langer houdbaar zijn. Dit komt niet zo vaak voor. Voorbeelden hiervan zijn specerijen en garnalen. Dit staat dan vermeld bij de naam van het product. Doorstraalde producten leveren overigens geen gevaar op voor de gezondheid.

Doorstralen
Het doorstralen van voedsel maakt voedsel veiliger en langer houdbaar. Het doodt bijvoorbeeld insecten en ziekmakende bacteriën.
Doorstraald eten is niet schadelijk voor je gezondheid. Wanneer de juiste dosis is toegepast heeft doorstraling geen negatieve invloed op de voedingswaarde.
Op het etiket staat vermeld dat het product is ‘doorstraald’ of ‘door straling behandeld’ of ‘met ioniserende straling behandeld’.
Straling heeft nog meer voordelen
  • Straling gaat het rijpen, kiemen en bederven van levensmiddelen tegen. Daardoor is de houdbaarheid van de producten langer.
  • Het doodt ziekmakende organismen in het voedsel, zoals bacteriën en virussen.
  • Het kan de eigenschappen van melkeiwitten die allergieën veroorzaken doen afnemen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dit nuttig om te weten?
  • Er zijn ook tegenstanders van doorstralen, lees hier.
  • Consumenten moeten daarom zelf kunnen bepalen of ze doorstraald voedsel willen consumeren.
  • Daarom staat het dus op het etiket :)

Slide 21 - Tekstslide

Veiligheid
Verschillende nationale en internationale adviesorganen concluderen dat doorstraling van levensmiddelen geen gevaar vormt voor de gezondheid, als dit onder de juiste omstandigheden en tot een bepaald maximum wordt gedaan.
Het gaat om de volgende adviesorganen:
het ‘Joint Expert Committee on Food Irradiation’ (JECFI) ingesteld door de World Health Organisation (WHO), Food and Agricultural Organisation (FAO) en International Atomic Energy Agency (IAEA)
het ‘Codex Committee on Food Additives’
het ‘Scientific Committee on Food’ (SCF) van de European Food Safety Authority (EFSA)
de Nederlandse Gezondheidsraad
Tegenstanders van doorstraling
Tegenstanders waarschuwen voor mogelijke veranderingen, die direct na de doorstraling gevormd worden in het product. Deze stoffen worden echter in vergelijkbare hoeveelheden gevormd tijdens verhitting en verliezen bovendien hun werking binnen enkele dagen.
Als andere nadelen noemen zij:
In plaats van het achteraf verbeteren van de kwaliteit van het eindproduct zou de grondstofproductie beter moeten zijn.
Het product lijkt vers, maar is het niet. Zichtbare signalen van bederf kunnen na doorstraling zijn verdwenen.
Het testen van de veiligheid van doorstralen gaat met dierproeven, in plaats van testen met mensen.
Mening consumentenorganisaties
De meeste consumentenorganisaties vinden doorstraling een goede methode voor het steriliseren van producten. Ze staan echter ook achter enkele bezwaren tegen doorstraling. Deze organisaties willen een verplichte duidelijke etikettering en willen dat ook niet-doorstraalde producten te koop zijn, zodat de consument zelf kan kiezen.
Waarom is dit nuttig om te weten?
  • Consumenten kiezen soms bewust voor producten uit eigen land of regio
  • Komt het product van buiten Europa? Weinig zicht op de omstandig-heden waarin de productie plaatsvindt en meer belastend voor milieu
  • Een keurmerk kan uitkomst bieden zoals Fairtrade of UTZ Certified

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie over toevoeging of oorsprong
Levensmiddelen die we hier in de supermarkt kopen komen uit de hele wereld naar ons toe!

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zie ik op het etiket waar een product vandaan komt?
Producten in de supermarkt komen uit alle hoeken van de wereld: Parmaham uit Italië, sperziebonen uit Kenia of kiwi’s uit Nieuw Zeeland. Hoe weet je waar iets vandaan komt? En wat zegt de herkomst over de gezondheid van het product?
Op de verpakking kun je zien waar een product vandaan komt. Bij producten zonder etiket, zoals losse groente of fruit, staat het op het schap aangegeven.
Wat precies op een etiket moet staan, is vastgelegd in de warenwet en in Europese regels. Voor onbewerkt vlees, eieren, vis, groente, fruit, olijfolie en honing is een aanduiding van land van herkomst verplicht.
Hoe helpt een etiket om duurzamer te kiezen?
Duurzaamheidskeurmerken zorgen dat je makkelijker kunt kiezen op 3 gebieden: 
  • Dierenwelzijn
  • Eerlijke handel
  • Natuur en milieu

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kan ik met het etiket duurzamer kiezen?
Er zijn verschillende manieren om duurzaam met eten om te gaan. Zorgen dat je niet te veel weggooit, opletten met koken, maar ook in de winkel kun je duurzamere keuzes maken. Door te kiezen voor producten met een milieukeurmerk of voor streekproducten.
Er zijn nogal wat redenen om duurzamer te willen eten. Omdat je dierenwelzijn belangrijk vindt, graag mensen de kans geeft om eerlijke handel te drijven of omdat je je impact op het milieu en klimaat wilt verminderen. Deze tips maken je het net wat makkelijker om dit na te leven.
Keurmerken
Een goede hint of je te maken hebt met een duurzaam geproduceerd product is een keurmerk zoals EKO, Beter Leven of On the way to PlanetProof. Met duurzame keurmerken kun je makkelijker kiezen op het gebied van dierenwelzijn, eerlijke handel en natuur en milieu.
Maar er zijn in Nederland nog veel meer keurmerken in omloop. Sommige zijn een soort verkapte marketingtruc, anderen worden gecontroleerd door een onafhankelijke organisatie. Maar dat is niet altijd even duidelijk. Er zijn ook keurmerken die staan voor dierenwelzijn of die iets zeggen over de samenstelling van een product, zoals 100% volkoren, of de productiemethode, zoals ‘halal’.
Er zijn 10 topkeurmerken die hoog scoren op de gebieden controle, transparantie en milieu, dierenwelzijn of mens en werk.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

...daarom lees je het etiket, DUS!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies