Week 38 Nederlands 1MK1 H.2 spelling en H. 1 schrijven

Nederlands 1 HMK1 week 38
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1 HMK1 week 38

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands




Succes deze week met je taak voor Nederlands!
 
Groetjes, juf

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Week 38  - 14 september t/m 
18 september 2020

  • Herhaling werken met weekplanners. Uitleg basis, de Brug en uitdaging. Computer: thuis.
  • 15 september: weektaak 37 
  • Inleveren: dinsdag 22 september
  • Nakijken weektaak.
  • Maken opdrachten spelling hoofdstuk 2: woorden die eindigen op -d, -t en de ik-vorm.
  • Maken opdrachten schrijven hoofdstuk 1. 

Slide 6 - Tekstslide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 7 - Tekstslide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week leer je:

  • hoe je woorden die op een -d of een -t eindigen goed moet spellen.
  • kun je de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct spellen.
  • hoe je een korte begrijpelijke tekst schrijft

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Woorden die op een -d of een -t eindigen.
Hoe schrijf ik de ik-vorm van een werkwoord.
Aandachtspunten bij het schrijven van een tekst. 

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken weektaak
Controleer zelf je weektaak. 

De antwoorden staan aan het eind van de les.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 12 - Tekstslide

Woorden die op een -d of een -t eindigen
 (bladzijde 58) 
Veel woorden eindigen op een t-klank. Die t-klank schrijf je:

- bij sommige woorden als een -t: zwart, kast, (het is) gepast;
- bij andere woorden als een -d: paard, bed, (ik heb) gehuild.

Als een woord géén persoonsvorm is, gebruik je de verlengproef. Maak het woord langer door er -e, -en of -ig achter te zetten:
- Als je dan een t hoort, schrijf je een -t aan het eind:
zwarte → zwart; olifanten → olifant; krachtig → kracht
- Als je dan een d hoort, schrijf dan een -d aan het eind:
gevraagde → gevraagd; verbanden → verband; aardig → aard

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf ik de ik-vorm van een werkwoord 
(bladzijde 58) 
De ik-vorm is de kortste vorm van een werkwoord. Het is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ‘ik’ komt te staan. 

De ik-vorm is het begin van speciale spellingsregels voor de spelling van de werkwoorden. Bekijk ook het schema werkwoordspelling op bladzijde 236.

Zie ook bladzijde 58 van je boek voorbeelden!

Slide 14 - Tekstslide

Schrijven hoofdstuk 1 - bladzijde 18
Je schrijft een tekst, omdat je iets wilt vertellen. Bijvoorbeeld over je hobby of iets leuks wat je pas hebt meegemaakt. Je wilt dat de lezer je tekst in één keer begrijpt. Daarom moet je goed nadenken over elk woord en elke zin. Je tekst is begrijpelijk als de informatie in de tekst volledig en duidelijk is.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw Nederlands online
  • https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/plp#/book/60ee5d24-7840-45e6-b299-ffd3fa553dae/chapter/471d2fea-cb61-48a1-afef-dc244ba33d09/paragraph/0bbfca6c-0ac1-4ad6-addb-ceca4c3f5a3f/lesson/00d258a0-fc2e-4f4a-bfe3-956ba35d4eef

  • https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/plp#/book/60ee5d24-7840-45e6-b299-ffd3fa553dae/chapter/203d7b91-260e-4072-ba3c-2514882daa4c/paragraph/3d6c2969-d07e-4ded-90a7-59fc7e9824d9/lesson/5ce3357f-edec-4118-ab28-aa8e6b5ff41f

  • Als je de filmpjes nogmaals wilt bekijken kan dat op Nieuw Nederlands online. Let op: op je mobiel zal dat waarschijnlijk niet lukken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Weektaak spelling en schrijven

Basis spelling
Opdracht 4 en 6 
bladzijde 59.

Basis schrijven
Opdracht 2 en 3  
bladzijde 19




Extra oefenen
De Brug
Opdracht 4, 5 en 6
 bladzijde 232

Uitdaging
Opdracht 5 
 bladzijde 59



Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • hoe je woorden die op een -d of een -t eindigen goed moet spellen?
  • hoe je de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct moet spellen?
  • hoe je een korte begrijpelijke tekst schrijft?

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken weektaak
Aan het eind van de lesweek kijken we samen naar je weektaak.

De week daarna controleer je je zelf je gemaakte oefeningen.

Slide 25 - Tekstslide

Weektaak spelling en schrijven
Vorige week

Basis spelling
Opdracht 1, 2 en 3 
bladzijde 58 en 59.

Basis schrijven
Startopdracht en
opdracht 1  
bladzijde 18




Extra oefenen
De Brug
Opdracht 4, 5 en 6
 bladzijde 232

Uitdaging
Opdracht 5 
 bladzijde 59



Slide 26 - Tekstslide

Schrijven startopdracht bladzijde 18
1 Nee, je weet alleen dat hij Gers Pardoel daar heeft gezien.
2 Nee
3 Nee

Slide 27 - Tekstslide

Schrijven opdracht 1 bladzijde 18
1 Nee, want het is niet duidelijk waar de tekst over gaat en als je de advertentie leest, wordt de vraag niet beantwoord.
2 De scooter is een rode Yamaha uit 2012. Met de scooter is nog maar 1500 km gereden.
Wat er nog extra bij zou kunnen: of je een proefrit kunt maken, waar je de scooter kunt ophalen, een foto van de scooter.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:





Slide 28 - Tekstslide

Schrijven opdracht 1 bladzijde 18
Rode Yamahascooter te koop!

Nu te koop: rode Yamahascooter te koop voor slechts €700,-. Er is nog maar 1500 km mee gereden. Superaanbieding!
Bel 06-12345678 als je hem wilt hebben of een proefrit wilt maken.

4 Eigen antwoord.
5 Eigen antwoord.

Slide 29 - Tekstslide

Spelling opdracht 1 bladzijde 58

Kolom 1 –t                                                                    kolom 2 –d
aanrecht                                                                      avond
achterkant                                                                  avondrood
atleet                                                                             brandwond
boekenkast                                                                geluid
blokfluit                                                                       krentenbrood
favoriet                                                                        luipaard
incident                                                                       opstand
kraslot reuzenrad
spelfout spekglas
straat uitstekend

Slide 30 - Tekstslide

Spelling opdracht 2 bladzijde 59
1 Suus en haar vriend Leo zijn vandaag naar Schotland gereisd.
2 Luc is heel erg in zijn voordeel veranderd nu hij op kamers woont.
3 Onze buurjongen heeft altijd trompet gespeeld, maar nu speelt hij trombone.
4 De kapper heeft mijn haar geverfd, helaas is het kleuren niet geslaagd.
5 Noah heeft per ongeluk een punaise ingeslikt.
6 Mijn moeder heeft vandaag een heerlijke ovenschotel bereid.

Slide 31 - Tekstslide

Spelling opdracht 3 op bladzijde 59
  1.  Op het fietspad wordt nieuw asfalt gelegd.
  2.  De minister-president heeft toegezegd nog eens met de vakbond te praten.
  3.  De wegenwacht heeft de uitlaat van de auto snel gerepareerd.
  4.  De vriendinnen zaten lachend op de achterbank van de auto opgepropt op elkaars schoot.
  5.  De sportievelingen kijken naar een wedstrijd met veel geweld.
  6.  De sleepboot heeft de tanker recht de haven ingeduwd.

Slide 32 - Tekstslide

Spelling opdracht 5 op bladzijde 59
  1. Eigen zinnen.
Overleg met je docent.

Slide 33 - Tekstslide

De Brug bladzijde 232
Opdracht 4

1 potlood                                5 gezegd                               9 punt
2 akkoord                               6 opgerold                           10 uitgezocht
3 bloemenmarkt                 7 opgewekt                         11 verplaatst
4 fietstocht                           8 opvallend                          12 zogenaamd


Slide 34 - Tekstslide

De Brug bladzijde 232
Opdracht 5


1 beschouw
5 zwaai
6 zwerf

Slide 35 - Tekstslide

De Brug bladzijde 232
Opdracht 6


1 trek                      5 deel
2 mor                     6 sleep
3 blaas                  7 scan
4 pluk                    8 schud



Slide 36 - Tekstslide

Weektaak 38 afgerond

Slide 37 - Tekstslide