5V - Leesvaardigheid - Opdracht 17 Argumenteren NN 5de editie

Leesvaardigheid
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw van de les
Vragen over huiswerk (Nieuw Nederlands online)
Korte herhaling theorie (quiz)
Oefenen voor de V-toets uit het boek Nieuw Nederlands.
PAK JE BOEK ER DUS EVEN BIJ! p. 168-171

Slide 2 - Tekstslide

Over de quiz

Slide 3 - Tekstslide

1. Welke tekstsoort hoort niet in het rijtje thuis?
A
discussiestuk
B
betoog
C
beschouwing
D
uiteenzetting

Slide 4 - Quizvraag

2. In een uiteenzetting staan feiten en meningen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

3. Wat vind je (meestal) niet terug in een beschouwing?
A
De mening van de schrijver
B
Meningen van deskundigen
C
Een oplossing voor een probleem
D
Oorzaken van een probleem

Slide 6 - Quizvraag

A. Met een tegenargument ontkracht je een standpunt.
B. Met een weerlegging ontkracht je een argument
A
A en B zijn beide waar
B
A = waar B = niet waar
C
A = niet waar B = waar
D
A en B zijn beide niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Er is sprake van nevenschikkende argumentatie als...
A
meerdere argumenten de stelling ondersteunen.
B
meerdere argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen
C
meerdere argumenten onafhankelijk van elkaar het standpunt ondersteunen
D
---

Slide 8 - Quizvraag

6. De EU moet Spanje niet steunen. Dat zou geen effect hebben. De steun aan Griekenland heeft destijds ook niets opgeleverd.
A
redenering op basis van voorbeelden
B
redenering op basis van kenmerk of eigenschap
C
redenering op basis van voor- en nadelen
D
redenering op basis van een overeenkomst

Slide 9 - Quizvraag

Op welke drie onderdelen beoordeel je de argumentatie in een tekst?

Slide 10 - Open vraag

Naar de tekst op p. 170
  • We beginnen met even inlezen
  • Lees alinea 1, 2 en 10 (de laatste) helemaal
  • Lees van de andere alinea's alleen de eerste en laatste zin
  • Klaar? Laat weten in de chat en lees daarna rustig de rest van de tekst helemaal (voor zover dat kan binnen de tijd)
  • Als iedereen klaar is, gaan we verder
  • Sowieso gaan we na uiterlijk 8 minuten verder
timer
8:00

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 1 - 3
  • Pak je opgavenboekje erbij
  • Lees vraag  1, 2 en 3
  • Hoe pak je dit aan?
  • Let op signaalwoorden
  • 3 minuten om je antwoord te zoeken en op te schrijven
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord op vraag 1 en 2
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Juiste antwoord
1. Verbod op jongens besnijdenis
2. Jongensbesnijdenis moet niet verboden worden

Slide 14 - Tekstslide

vraag 3 Formuleer het argument in een volledige zin (antwoord vraag 3) gebruik niet meer dan 20 woorden

Slide 15 - Open vraag

Maak nu vraag 4, 7 en 8

  • Kijk eventueel in je theorie bij de verschillende soorten redeneringen.
  • 4 minuten om deze opgave te maken.
  • Klaar? Maak dan vraag 8 t/m 13 in je schrift. Dat is huiswerk voor morgen (12 juni)
timer
4:30

Slide 16 - Tekstslide

vraag 4 Van welk type redenering is sprake in alinea 2
A
kenmerken
B
overeenkomsten
C
voor- en nadelen
D
voorbeelden

Slide 17 - Quizvraag

De argumentatie voor een verbod op jongensbesnijdenis is veelal armetierig.
Noteer het argument dat de auteur hierbij geeft.
Test

Slide 18 - Open vraag

Van welk type redenering is hier sprake?
Redenering op basis van...
A
kenmerk
B
nadeel
C
voorbeeld
D
voordeel

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 9 Wat is de weerlegging?
timer
0:45

Slide 20 - Open vraag

Noteer het argument uit alinea 4 (let op formulering)
timer
0:45

Slide 21 - Open vraag

vraag 11 Hoe wordt dit argument door de schrijver weerlegt? (Alinea 4)
timer
0:45

Slide 22 - Open vraag

12. Van welk type redenering is hier sprake?
Een redenering op basis van...
A
oorzaak en gevolg
B
overeenkomsten
C
voor- en nadelen
D
voorbeelden

Slide 23 - Quizvraag

Vraag 13 t/m 18
  • Allemaal open vragen
  •  Let op: formuleer in olledige zinnen
  • Maak deze vragen in je schrift
  • Klaar? Maak vraag 22 en 24 (drogredenen)
timer
2:30

Slide 24 - Tekstslide

Jouw antwoord op vraag 13
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Jouw antwoord op vraag 14

Slide 26 - Open vraag

Jouw antwoord op vraag 15 en 16

Slide 27 - Open vraag

Jouw antwoord op vraag 17 en 18

Slide 28 - Open vraag

Van welk type redenering is sprake in alinea 7?
Een redenering op basis van ...
A
een vergelijking
B
oorzaak en gevolg
C
voor- en nadelen
D
voorbeelden

Slide 29 - Quizvraag

Het is bitter dat degenen die geen godsdienst aanhangen, nu ze in de meerderheid zijn, dezelfde ….
A
bespelen van publiek
B
cirkelredenering
C
ontduiken van de bewijslast
D
vertekenen van standpunt

Slide 30 - Quizvraag

Vraag 25: neem het blokjesschema over en vul de argumenten in.
Er moet een verbod komen op het besnijden van jongens.

Slide 31 - Open vraag

Wat kun je nu goed?

Slide 32 - Open vraag

Waar zou je nog mee willen/moeten oefenen?

Slide 33 - Open vraag

Tijd over?
Maak voor jezelf nog vraag 2 en 6
Je mag mij in de chat (prive) een berichtje sturen als je jouw antwoord hebt gegeven en dan stuur ik terug of het juist is of niet.
Klaar? Dan mag je lezen in je boek tot het tijd is voor de afsluiting.

Slide 34 - Tekstslide

Extra oefenen?
Had je op je ET een 6.5 of lager, dan kan extra oefenen geen kwaad.
Je kunt het nu meteen oppakken of nadat je leesboek uit is.
Het is niet verplicht.
Oefen (nog) niet met examenteksten, maar werk eerst uit Nieuw Nederlands.
Maak online (opnieuw) de basiscursus en/of H2. Laat het mij weten als ik nog opdrachten moet resetten.
Heb je vaak moeite met de betekenis van woorden? Oefen dan met cursus 5 (woordenschat).
Vragen?

Slide 35 - Tekstslide

Wat waren de belangrijke tips van vandaag?
timer
1:30

Slide 36 - Open vraag

Ga jij extra oefenen voor leesvaardigheid?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen wanneer dat nodig blijkt na de oefentoets
D
Ja, maar pas vlak voor de LET-week

Slide 37 - Quizvraag

Afsluiting
  • Volgende week maar 1 les Nederlands
  • Die les gaat over de leesboeken
  • Na volgende week vaker lessen leesvaardigheid
  • Vragen aan mij?

Slide 38 - Tekstslide