1. Hoe heb je de conciërge de situatie uitgelegd?
3. Ik word knalrood en zweterig, als ik een meisje haar naam vraag.
Verdeel de zin in zinsdelen (dubbele streep bij samengestelde zin) en benoem ze. Kies uit: pv, o, wg, ng, lv, mv
Vier minuten, zelfstandig