Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
28/03/2023 Grammatica zinsdelen H4 les 3
10 minuten stil lezen uit je leesboek
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 6, 7 en 9 op bladzijde 57-58)
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
18 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
10 minuten stil lezen uit je leesboek
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 6, 7 en 9 op bladzijde 57-58)
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica zinsdelen H4 les 3
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Meewerkend voorwerp
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Wat weet je nog
- Uitleg theorie (voor degene die willen)
- Werken aan de opdrachten
Aan het einde van de les weet je wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn en kan je deze herkennen.
Aan het einde van de les kan je een meewerkend voorwerp in een zin benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Opdracht 6, 7 en 9 op bladzijde 57-58
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Ik heb geen honger, maar ik wil wel iets kleins eten.
Ik ben naar de supermarkt gegaan en ik heb wat boodschappen gedaan.
Mijn broer werd advocaat, maar hij is na vijf jaar gestopt.
Benoem de bovenstaande zinnen en zet streepjes tussen de zinsdelen.
zelfstandig, 3 minuten
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg theorie
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Meewerkend voorwerp
Slide 7 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Het
meewerkend voorwerp
(mv) werkt mee met het onderwerp,
werkwoordelijk
gezegde en lijdend voorwerp.
Ik gaf mijn tante een cadeau
PV: gaf
OW: ik
LV: een cadeau
MV: mijn tante
Slide 8 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Eerste manier:
aan/voor wie/wat +
wg
+
o
+
lv
?
aan wie
gaf
ik
een cadeau
?
antwoord: mijn tante
Als
aan
of
voor
in de zin staat bij het meewerkend voorwerp dan hoort het erbij.
Slide 9 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
We hebben haar de oplossing van het probleem verteld.
WG: hebben verteld
OW: we
LV: de oplossing van het probleem
aan wie
hebben
we
de oplossing van het probleem
verteld
?
MV: haar
aan/voor wie/wat +
wg
+
o
+
lv
?
Slide 10 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Tweede manier:
Een zinsdeel is een meewerkend voorwerp:
als het begint met
aan
of
voor
en als je dat zinsdeel kunt weghalen;
als het niet begint met
aan
of
voor
, maar je dat voorzetsel ervóór kunt zetten.
Emma stuurt een berichtje
aan
Liz
. -> Emma stuurt
Liz
een berichtj
e.
Hij vertelde
de klas
een sterk verhaal. -> Hij vertelde een sterk verhaal
aan de klas
.
Slide 11 - Tekstslide
Enkelvoudige zin
Maar één persoonsvorm
Altijd een hoofdzin -> persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar (!)
Ik heb goed geleerd voor de toets van Nederlands.
Wij fietsen samen naar school.
Slide 12 - Tekstslide
Samengestelde zin
Een zin die bestaat uit twee of meer zinnen
Kan bestaan uit:
Twee hoofdzinnen
Een hoofdzin en een bijzin
Slide 13 - Tekstslide
Samengestelde zin
Twee hoofdzinnen:
Hij luistert goed naar zijn zangcoach want hij wil later zanger worden.
Hij
luistert
goed naar zijn zangcoach
want
hij
wil
later zanger worden.
Ik heb morgen een toets dus ik ga vroeg naar bed.
Ik
heb
morgen een toets
dus
ik
ga
vroeg naar bed.
Slide 14 - Tekstslide
Samengestelde zin
Een hoofdzin en een bijzin:
Hij luistert goed naar zijn zangcoach, omdat hij later zanger wil worden.
Hij
luistert
goed naar zijn zangcoach,
omdat
hij
later zanger
wil
worden.
Ik denk dat het morgen hard gaat regenen.
Ik
denk
dat
het
morgen hard
gaat
regenen.
Slide 15 - Tekstslide
Samengestelde zin
In een bijzin staan het onderwerp en persoonsvorm meestal niet naast elkaar.
In een bijzin staan alle werkwoorden aan het einde van de zin.
Het woord dat de twee zinnen aan elkaar verbindt hoort bij de bijzin.
Tussen de zinnen van een samengestelde zin zet je dubbele zinsdeelstrepen:
Hij | luistert | goed | naar zijn zangcoach, || omdat | hij | later | zanger | wil | worden.
Slide 16 - Tekstslide
Werken aan de opdracht
Wat?
Maak opdracht 10 op bladzijde 59
Hoe?
Eerste 5 minuten zelfstandig, daarna mag je overleggen
Tijd?
Je hebt tot het einde van de les, het is huiswerk voor 04/04/23
Vragen?
Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar?
Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk.
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Voor volgende week dinsdag 04/04/23 moet opdracht 10 op bladzijde 57-58 af zijn.
Schrijf dit op in je plenda!
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
04/04/2023 Grammatica woordsoorten H4 les 1
Maart 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
21/03/2023 Grammatica zinsdelen H4 les 2
Maart 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
58 - 1HVD - Grammatica 4.7
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 4 woorden (les 2 ma)
Juni 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 4.7 grammatica zinsdelen (les 2)
Juni 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.7 grammatica zinsdelen: enkelvoudige en samengestelde zinnen + voegwoorden
April 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.7 grammatica zinsdelen: enkelvoudige en samengestelde zinnen + voegwoorden
Mei 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.7 grammatica zinsdelen: enkelvoudige en samengestelde zinnen + voegwoorden
Maart 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1