Werkloosheidquiz

Werkeloosheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkeloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat UWV voor?
A
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut WerknemersVoorziening

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitkering krijg je als je ontslag krijgt?
A
AOW
B
Bijstand
C
WW
D
WIA

Slide 3 - Quizvraag

wat is geregistreerde werkeloosheid?
A
werkelozen de zoeken naar een baan
B
UWV
C
werkelozen met een diploma
D
de werklozen die ingeschreven staan bij het UWV

Slide 4 - Quizvraag

als je niet bent geregistreerd als werkeloos. Hoe noem je dit?
A
geheime werkeloosheid
B
verborgen werkeloosheid
C
verstopte werkeloosheid
D
schaduw werkeloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Op het platteland is het moeilijk om een baan te vinden. Wat voor soort werkeloosheid is dat?
A
Regionale werkeloosheid
B
Verborgen werkeloosheid
C
Conjuncturele werkeloosheid
D
Structurele werkeloosheid

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 7 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 9 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Conjuncturele werkeloosheid stijgt bij?
A
Hoogconjunctuur
B
Laagconjunctuur

Slide 12 - Quizvraag

Als iemand kort werkeloos is tussen twee banen in, noem je dat?
A
Conjuncturele werkeloosheid
B
seizoens werkeloosheid
C
frictiewerkeloosheid
D
structurele werkeloosheid

Slide 13 - Quizvraag

De hoogte van de ww uitkering is afhankelijk van de hoogte van je inkomen voor je ontslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een ander voorbeeld van frictiewerkeloosheid is?
A
Iemand die door een ongeluk thuis zit
B
een student die na de studie niet direct een baan vindt.
C
iemand die wordt vervangen door een machine
D
verplaatsing van de fabriek naar een ander land

Slide 15 - Quizvraag