les 9 H9.4 metalen en composieten

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

les 9

metalen en composieten

NOVA H9.4    HAVO5

HAVO5

deze les

werk je zelfstandig aan de volgende leerdoelen:

- je kunt uitleggen op welke manieren metalen, legeringen en composieten worden geproduceerd en verwerkt

- kun je op basis van de structuur of eigenschap je keuze voor een bepaald materiaal toelichten

Metalen en legeringen

Bij metaalbewerking zijn twee eigenschappen van metalen belangrijk:

- je kunt metalen smelten (en daarna met elkaar mengen)

- je kunt metalen vervormen

In de volgende twee filmpjes zie je hoe dat werkt

Buigzaamheid van metalen

In het filmpje op de volgende dia wordt uitgelegd waarom een goudsmid het metaal kan vervormen

legeringen

• gesmolten metalen kun je makkelijk mengen
• een mengsel van metaal en één of meer andere stoffen = een legering (alliage)
• een legering heeft andere eigenschappen dan de zuivere metalen

Legeringen

NOTEER & LEER

zuiver

metaal

legering

(alliage)

macro	micro
zijn harder	atomen niet even groot --> rijen ver- schuiven slechter
hebben lager smelt-punt	metaalrooster minder regelmatig, metaalbinding is zwakker

Bewerking van metalen

                                  1. Gieten > gesmolten metaal in een vorm laten afkoelen

                                  2. Walsen > uitrollen tot dunnere plaat/folie

                                 3. Persen > metaal onder hoge druk vervormen

Heb je het begrepen?

Maak opgave 30 en kijk je antwoorden na

Ga daarna verder met deze les op de volgende dia

composiet

= materiaal dat is samengesteld uit meerdere andere materialen

Het composiet heeft andere eigenschappen dan de materialen waaruit het is opgebouwd (net zoals bij legeringen en metalen)

In het volgende filmpje wordt dit kort uitgelegd (kies voor automatisch vertalen als je de engelse ondertiteling niet begrijpt)

materiaalverwerking

maak opgave 31 en ontdek hoe je composieten kunt bewerken

kijk je werk na

Wanneer gebruik je welk materiaal?

maak opgave 32 en 34

kijk je antwoorden na