Tekens langs de weg deel 3 (Les 18)

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Tekens langs de weg (3)

In deze les leer je:

Veelvoorkomende tekens die langs te weg staan.

De betekenis van deze tekens.

Tekens langs de weg

Tekens langs de weg In het verkeer kennen we veel afspraken. Als die afspraken er niet zouden zijn, dan zouden er ongelukken kunnen gebeuren. Deze afspraken worden weergegeven met tekens. Als je die

tekens herkent, weet je wat je moet doen in het verkeer. Zo kun je veilig over straat lopen of fietsen.

Afspraken

Tekens en verkeersborden geven de afspraken aan die gelden in het verkeer.

Als je de betekenis weet van die tekens en verkeersborden, dan kun je veilig deelnemen in het verkeer.

Er zijn 3 soorten tekens: tekens van mensen, tekens op het wegdek en tekens langs de weg. De verkeersborden zijn tekens die langs de weg staan.

1. Pas op! Gevaarlijke bocht naar rechts.
2. Pas op! Gevaarlijke bocht naar links.

1. Pas op! overstekend wild.
2. Pas op! Het is kerst.
3. Gesloten voor groot wild.
4. Je naders het bos.

1. Pas op! Het kan hier glad zijn.
2. Pas op! De sloot is bevroren.
3. Pas op! Het gaat sneeuwen.

1. Gesloten voor voetgangers.
2. Pas op! Oversteekplaats voor voetgangers.
3. Pas op! Wilde voetgangers.

1. Pas op! Oversteekplaats voor fietsers.
2. Pas op! Er kunnen fietsers op de weg staan.

1. Hier moet je oversteken.
2. Verboden voor voetgangers.
3. Verboden om over te steken.
4. Pas op! Zebrapad.

1. Pas op! Loslopende kinderen.
2. Pas op! Het is te gevaarlijk hier te rennen.
3. Pas op! Overstekende kinderen.

1. Pas op! Je moet een brug over.
2. Pas op! De rijbaan wordt smaller.

1. Pas op! Slecht wegdek.
2. Pas op! drempels.
3. Pas op! Er volgt een zandweg.

1. Pas op! De brug is gesloten!
2. Pas op! Een spoorwegovergang met slagbomen.
3. Pas op! De weg is afgesloten!

1. Pas op! Smog ontwikkeling.
2. Pas op! Er komt een trein aan.
3. Pas op! Niet bewaakte spoorwegovergang.

1. Pas op! Tegenliggers.
2. Je mag hier niet terug rijden.

1. Pas op! Het licht staat op rood.
2. Pas op! verkeerslichten.

1. Pas op! Er komt een tram aan.
2. Pas op! Tramkruising.