H1 Dichtheid
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
ik heb niet opgelet
D
geen van bovenstaande
Slide 8 - Quizvraag
De dichtheid van de sleutel is ......... dan de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee
Slide 9 - Quizvraag
1 cm3 is precies hetzelfde als....
A
1 L
B
1 dL
C
1 cL
D
1 mL
Slide 10 - Quizvraag
De dichtheid van de badeend is ...... dan de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Ik heb niet opgelet
Slide 11 - Quizvraag
De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?
Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft
Slide 12 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Vaste stoffen zinken in water als hun dichtheid groter is dan de dichtheid van water.
Vaste stoffen zinken in water als hun dichtheid groter is dan de dichtheid van water.
A
waar
B
niet waar
C
Het kan beide
D
Ik heb niet opgelet
Slide 13 - Quizvraag
De dichtheid = 2,5 g/cm3.
Het volume = 4 cm3.
Bereken de massa.
Het volume = 4 cm3.
Bereken de massa.
A
2,54=1,6g
B
42,5=0,625g
C
2,5⋅4=10g
Slide 14 - Quizvraag
Dichtheid = 0,96 g/cm3.
massa = 84 g.
Bereken het volume.
massa = 84 g.
Bereken het volume.
A
0,0114cm3
B
87,5cm3
C
80,64cm3
