(2K3) 1.3 Alcohol

Thema 1: 
1.3 & 1.4 Alcohol & roken
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: 
1.3 & 1.4 Alcohol & roken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Korte herhaling 1.2 Infectieziekten
--> Check huiswerk

nieuwe theorie 1.3 Alcohol
Zelf aan de slag met opdrachten

--> Denk aan inleveren gezondheidsschema! Zie Magister

Slide 2 - Tekstslide

1.2 Infectieziekten herhaling
infectieziekte = besmettelijke ziekte

Ziekteverwekkers zijn sommige bacteriën en virussen

Voorkomen:
- Goede hygiëne
- Veilig vrijen met een condoom
- Door op te letten of eten niet over de houdbaarheidsdatum heen is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Infectieziekten
Er zijn 2 soorten immuniteit:
- natuurlijke immuniteit: ontstaat doordat je een ziekte zelf doormaakt, bijv. waterpokken
- kunstmatige immuniteit: ontstaat door inenting met een vaccin, bijvoorbeeld tegen Corona

Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker.

Slide 5 - Tekstslide

Thema 1: 1.3 alcohol

Slide 6 - Tekstslide

wat weet je allemaal over alcohol

Slide 7 - Woordweb

Alcohol
- Jongeren drinken uit nieuwsgierigheid of om erbij te horen. - Vaak drinken jongeren ook omdat hun ouders dit doen. 
- Andere redenen kunnen verveling, ontspanning en gezelligheid zijn.

Alcohol wordt ook wel een genotmiddel genoemd. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom drinken jongeren alcohol?

Slide 10 - Open vraag

Alcohol houdende dranken
Zuivere alcohol is een heldere en kleurloze vloeistof, zonder smaak. Een alcohol houdende drank bestaat uit alcohol, water en smaakstoffen. 
Alcohol houdende dranken worden in drie groepen ingedeeld: 
- bier
- wijn
- sterke drank 

Slide 11 - Tekstslide

Effecten alcohol
5 %
35 %
15 %
Alcohol: kleur- en smaakloze giftige stof (ethanol)

Slide 12 - Tekstslide

Welke uitspraak over sterk alcoholhoudende drank is juist?
A
sterke drank bevat minimaal 15% alcohol
B
sterke drank bevat minimaal 20% alcohol
C
sterke drank bevat minimaal 25% alcohol

Slide 13 - Quizvraag

In een glas jenever zit meer alcohol dan in een glas bier
A
mee eens
B
oneens

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zit in een glas jenever evenveel alcohol als in een glas bier?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Effecten op de korte termijn
De alcohol uit een glas bier of wijn komt rechtstreeks in je bloed. Alcohol verdooft je hersenen langzaam. 
  • loskomen: na 1 a 2 glazen voel je losser, je durft meer.
  • aangeschoten: als je nog meer alcohol drinkt, dan worden de hersenen nog meer verdooft. Je hoort, ziet en beweegt minder goed maar dat heb je niet door
  • dronken: je kunt steeds minder, de volgende dag voel je vaak ziek. je hebt dan een kater. Ook moet je vaak overgeven door de alcohol.

Slide 17 - Tekstslide

Effecten op de lange termijn
Veel mensen drinken regelmatig alcohol, het lichaam went dan aan de alcohol. Mensen drinken dan steeds meer om hetzelfde effect te krijgen. Dat heet gewenning. 
Gewenning gaat vaak over in verslaving of afhankelijkheid. 
Je kunt geestelijk en lichamelijk afhankelijk zijn. 
Als je stopt met alcohol drinken dan krijg je ontwenningsverschijnselen. 

Slide 18 - Tekstslide

Effecten van Alcohol

Slide 19 - Woordweb

Effecten alcohol korte termijn
Effecten alcohol lange termijn
Kater
Aangeschoten raken
loskomen
Gewenning
Tolerantie
Verslaving/afhankelijkheid
Ontwenningsverschijnselen
Leverbeschadiging
Geheugenverlies
Dronken

Slide 20 - Sleepvraag

Hoort een kater (van alcohol) bij lange of korte termijn gevolgen
A
Lange termijn
B
Korte termijn

Slide 21 - Quizvraag

Alcohol en je lichaam
--> Een effect van alcohol op de lange termijn is leverbeschadiging. De lever verwijdert alle alcohol uit je lichaam, bij een volwassene duurt dit ander half uur per glas.
 
--> Ook is er kans op schade aan de hersenen, de keel, de slokdarm, de maag, de lever en het hart. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Alcohol beschadigt de ontwikkeling van de hersenen van jongeren blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat doet alcohol met je hersenen?

Slide 25 - Open vraag

Hoe lang doet een volwassen lever er over om 1 glas alcohol onschadelijk te maken
A
30 minuten
B
1 uur
C
2 uur
D
1 uur 30 minuten

Slide 26 - Quizvraag

Wist je dat.......
Jongeren die drinken, hebben:
- een bijna zeven keer grotere kans om te roken dan niet-drinkende jongeren;
- een bijna negen keer grotere kans om cannabis te roken;
- vaker gedragsproblemen.

Misbruik van alcohol kan leiden tot:
- blijvende hersenschade of verslaving;
- risicogedrag zoals spijbelen, agressie of crimineel gedrag.

Jongeren die roken, hebben een bijna 22 keer grotere kans op cannabisgebruik dan niet-rokende jongeren.

Slide 27 - Tekstslide

Leeftijdgrens
De leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol ging in 2014 van 16 naar 18 jaar. Het doel was: minder jongeren moeten drinken en ook moeten ze later beginnen. Tegelijkertijd wilde de overheid minder bingedrinkers en comazuipers. De wet bestaat nu bijna zes jaar en NOS Stories keek naar het effect. Conclusie: de doelen zijn maar deels gehaald.
Kan de leeftijdsgrens net zo goed weer terug naar 16? 

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar Magister:

Maak groepjes van 2 - 4 personen.
Maak de opdrachten 1,2 & 3 over alcohol en roken voor een cijfer.

1 iemand van het groepjes levert de opdracht in bij de docent.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Lesdoelen
Na deze les weet je:
wat alcoholische en sterke dranken zijn.
Waarom jongeren beginnen met het drinken van alcohol.
wat de effecten zijn van alcohol op je lichaam en geest. 

Slide 31 - Tekstslide

roken

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Video

Lesdoel


Je kunt de meest belangrijke stoffen noemen die in een sigaret zitten

Je kunt aangeven wat ze in ons lichaam doen

Je kunt vertellen welke maatregelen de regering neemt om roken tegen te gaan

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

In tabaksrook zitten meer dan 4000 chemische stoffen, waarvan er zeker 40 kankerverwekkend.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Roken
-Wat zijn de 3 
hoofd bestanddelen in een sigaret?
-Wat is het gevolg in het lichaam?

Uitgebreid filmpje over de bestanddelen van een sigaret en de gevolgen:
https://www.youtube.com/watch?v=Y18Vz51Nkos&t=173s
Welke andere vormen van roken ken je nog meer?
Hoe raken mensen verslaafd?
Koolstofmonoxide:
-reukloos gas
-word opgenomen in het bloed en vervangt de plek van O2
-> zorgt voor zuurstoftekort in cellen

Nicotine:
-verslavende stof
-verhoogd de hartslag en bloeddruk
-veroorzaakt hart-en vaatziektes


Teer:
-Beschadigd trilhaarcellen in de luchtwegen
-slijm wordt minder goed afgevoerd
-meer kans op luchtweginfectie
-Bevat kankerverwekkende stoffen
-Bruine aanslag op tanden en vingers
  • Steeds meer behoefte aan nicotine = geestelijk afhankelijk
  • Steeds meer nodig voor hetzelfde gevoel = gewenning
  • Ontwenningsverschijnselen als je stopt = lichamelijk afhankelijk

Slide 39 - Tekstslide

Andere vormen van roken
  • E-sigaret

  • Shisapen
Schadelijke stoffen e-sigaretten:
nicotine, metalen & stikstofverbindingen

  • Waterpijp


Verdampt vloeistof met nicotine en smaakstof
E-sigaret (meestal) zonder nicotine
30x meer koolstofmonoxide dan een gewone sigaret

Slide 40 - Tekstslide

Wiet/hasj
- cannabis producten
Waar komt het vandaan? 
Wat zijn de werkzame stoffen?
Hoe kan je wiet/hasj nemen?

Wiet/hasj zijn afkomstig van de hennep plant (Cannabis sativa)
THC (=tetrahydrocannabinol):
-De stof waar je stoned of high van wordt
-Zit in onbevruchte bloemknoppen van de plant
CBD (=cannabidiol):
-Geen psychoactief effect
-Beïnvloed de werking van THC


-Roken (via joint of pijp) 
-Eten (spacecake of druppels)
-Inademenen na verdampen
Blowen is veel ongezonder:
-Er klopt 5x meer teer in de longen

Slide 41 - Tekstslide

De effecten van cannabis

-Afhankelijk van de soort wordt je stoned of high

-Welke lichamelijk effecten hebben cannabis?
Stoned: lui/ontspannen
High: energiek/vrolijk
Korte termijn:
-Versnelde hartslag
-Lagere bloeddruk
-Hoofdpijn/duizeligheid
-Slaperigheid
-Angst
-Verminderde concentratie/geheugen problemen
Lange termijn:
-Verslaving
-Slapeloosheid
-Somberheid
-Concentratieproblemen
-Verhoogde kans op psychische stoornis

Filmpje over de effecten van cannabis op je hersenen:
https://www.youtube.com/watch?v=Nlcr1jd_Tok&t=166s

Slide 42 - Tekstslide

Wat is géén actie van de overheid om roken tegen te gaan
A
extra belasting heffen op sigaretten
B
roken verbieden in openbare ruimten
C
reclame voor roken verbieden
D
roken verbieden op terrassen

Slide 43 - Quizvraag

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer
D
teer en koolstofmono-oxide

Slide 44 - Quizvraag

Wat veroorzaakt kanker?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
rook

Slide 45 - Quizvraag

Welke stof is verslavend?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
rook

Slide 46 - Quizvraag

Wat zijn de risico's en gevolgen van roken?
A
longkanker
B
hartinfarct
C
blaasontsteking
D
AIDS

Slide 47 - Quizvraag

Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat er minder zuurstof in het bloed wordt opgenomen?
A
nicotine
B
teer
C
rook
D
koolstofmono-oxide

Slide 48 - Quizvraag

Maak een poster waarop heel duidelijk aangegeven wordt waarom je niet moet gaan roken!


Gebruik LWB bs 5 Roken vanaf blz 40
Tekeningen en plaatjes!

Slide 49 - Tekstslide