(Bona) 4 Latijn - 13 januari 2020

Toetsstof:
- Vertaalde teksten (24B - a en c)
- grammatica (NCI, semi-deponentia, transitieve en intransitieve werkwoorden)
-cultuur hoofdstuk 24 (Julisch-Claudische huis, Augustus, Nero)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toetsstof:
- Vertaalde teksten (24B - a en c)
- grammatica (NCI, semi-deponentia, transitieve en intransitieve werkwoorden)
-cultuur hoofdstuk 24 (Julisch-Claudische huis, Augustus, Nero)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
We gaan nieuwe grammatica leren: semi-deponentia
We gaan leren over het Julisch-Claudische Huis en Nero

Slide 2 - Tekstslide

Wat klopt er niet aan de vertaling 'EIndelijk viel hij zijn echtgenote in de rede'?

Slide 3 - Open vraag

Vertaal 'Interpellavit tandem illum Livia uxor et:'

Slide 4 - Open vraag

Vertaal "admittis", inquit, "muliebre consilium?"

Slide 5 - Open vraag

'Wanneer zij niet geholpen kunnen worden door gebruikelijke medicijnen, anderen proberen'

Slide 6 - Open vraag

'Fac quod medici solent, qui, ubi usitata remedia non procedunt, temptant contraria'.

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn deponentia?
A
een soort participia
B
een van de tijden in het Latijn
C
Passieve werkwoorden met een actieve betekenis

Slide 8 - Quizvraag

Deponentia:
Werkwoorden met een passieve vorm, maar een actieve betekenis:
hortor (hortari) -> aansporen
loquor (loqio) -> spreken
patior (pati) -> verdragen

Slide 9 - Tekstslide

Semi-deponentia
hebben actieve vormen in de onvoltooide tijden
hebben passieve vormen in de voltooide tijden

betekenis blijft actief 

Slide 10 - Tekstslide

Semi-deponentia
Het zijn er drie:
soleo (gewoon zijn, de gewoonte hebben)
gaudeo (blij zijn, zich verheugen)
audeo (durven)

Slide 11 - Tekstslide

Verschil - praesens en perfectum

Soleo -> solitus sum ('ik ben gewoon / ik heb de gewoonte')
gaudeo -> gavisus sum ('ik heb me verheugd')
audeo -> ausus sum ('ik heb gedurfd')

Slide 12 - Tekstslide

semi-deponentia en participia
Perfectum Participium (PPP) van semi-deponentia, werken qua vertaling hetzelfde als praesens participia (PPA)

solitus: 'de gewoonte hebbend'
gavisus: 'verheugd / blij'
ausus: 'durvend'

Slide 13 - Tekstslide

(semi-)deponentia en participia
ook bij deponentia kan dit zo zijn:

veritus (vereor): 'vrezend'
usus (utor): 'gebruikend'

Slide 14 - Tekstslide

Maak nu:
Taaloefening A ( p. 183 WB)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het Julisch-Claudische huis
14 n. Chr.: Augustus sterft -> opgevolgd door Tiberius
(Tiberius komt uit het Claudische Huis)

Tiberius begon als een sterke keizer, maar was niet tevreden in Rome. Hij ging naar zijn landhuis in Capri, waar hij werd gedood.

Slide 17 - Tekstslide

Na Tiberius
kwam Caligula

Caligula liet zijn soldaten ruzie maken met de zee, en benoemde zijn paard tot consul. 
Hij liet godenbeelden omtoveren met zijn eigen gezicht. 

Caligula werd vermoord.

Slide 18 - Tekstslide

Na Caligula
Kwam Claudius.  

Claudius was oud, en werd gezien als een niet heel goede keizer, ook al wist hij veel goede hervormingen te doen.

Hij werd vermoord door zijn vrouw, Agrippina, die haar zoon op de troon wilde hebben:

Slide 19 - Tekstslide

NERO
werd als 16-jarige keizer. 

Hij begon heel goed: werd geadviseerd door de filosoof, Seneca, en de hoofd van zijn lijfwacht, Burrus.

Zijn moeder begon zich later ook met hem te bemoeien.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

NERO
vermoordde zijn moeder. Hij begon zich minder aan te trekken van zijn adviseurs.

Seneca werd gedwongen zelfmoord te plegen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Nero en de brand van Rome
64 na Christus: Rome stond in brand. Een groot deel ervan verdween.
Nero beschuldigde de christenen, die werden vervolgd en vermoord.
Na de brand bouwde Nero de Domus Aurea. Hierbij bouwde hij de Colossus, een groot beeld van zichzelf.
Nero werd in 68 na Christus vermoord.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk:
vertaal 24B t/m r. 6. 

Slide 25 - Tekstslide