H11 Buitenland

H11 Buitenland
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

H11 Buitenland

Slide 1 - Tekstslide

Stelling 1
Nederland heeft een open economie.
Stelling 2
Een hoge import & exportquote duidt op een open economie.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 2 - Quizvraag

Stelling 1
Hoe meer protectie, hoe hoger de importquote.
Stelling 2
Internationale handel is goed voor de consument.

A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 3 - Quizvraag

Stelling 1
Internationale handel is goed om de beste producten tegen de laagste prijzen te krijgen.

Stelling 2
Internationale handel kan ten koste gaan van nationale werkgelegenheid.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 4 - Quizvraag

Stelling 1
Bij een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans zal de wisselkoers van dit land stijgen

Stelling 2
Bij dalende wisselkoersen zal de import duurder worden. Dit kan leiden tot binnenlandse inflatie wanneer het noodzakelijke goederen betreft.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 5 - Quizvraag

Stelling 1
Een contingent is een voorbeeld van non-tarifaire invoerrecht.
Stelling 2
Tarifaire invoerrechten maken import producten duurder zodat de nationale werkgelegenheid beschermd wordt.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 6 - Quizvraag

Stelling 1
Binnen de EU zijn veel invoer beperkingen.
Stelling 2
De Corona crisis heeft tot gevolg gehad dat men is gaan inzien dat internationale arbeidsspecialisatie ook nadelen heeft .

A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 7 - Quizvraag

Stelling 1
Wanneer de EU export groter is dan de
EU import zal de koers van de € stijgen.
Stelling 2
Door een duurdere € zal de EU export dalen en de EU import stijgen.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 8 - Quizvraag

Stelling 1
Revaluatie is het verlagen van de vaste wisselkoers .
Stelling 2
Devaluatie is het verlagen van de vaste wisselkoers
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 9 - Quizvraag

Stelling 1
Appreciatie is een verhoging van de waarde van een valuta in een systeem van flexibele wissel koersen.
Stelling 2
Depreciatie is een verhoging van de waarde van een valuta in een systeem van flexibele wissel koersen.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 10 - Quizvraag

Stelling 1
Wanneer de een land meer importeert dan exporteert zal de koers van valuta van dit land stijgen in waarde.
Stelling 2
Een land kan zijn rente verhogen, hierdoor zal de koers van haar valuta dalen.
A
1+2 zijn juist
B
1+2 zijn onjuist
C
1 is juist; 2 is onjuist
D
1 is onjuist; 2 is juist

Slide 11 - Quizvraag