NT2-groep F 26 mei

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk nakijken en beoordelen
- Werkwoorden met een vast voorzetsel
- Verschillende woordsoorten met dezelfde stam
- Video Rietveld – Schröderhuis 
- vragen maken
- opdracht maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk nakijken en beoordelen
- Werkwoorden met een vast voorzetsel
- Verschillende woordsoorten met dezelfde stam
- Video Rietveld – Schröderhuis 
- vragen maken
- opdracht maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

In groepjes van twee:

Lees het beoordelingsblad goed door.
Beoordeel de schrijfopdracht
Geef een cijfer!

Slide 3 - Tekstslide

rekening houden ......
A
van
B
met
C
uit
D
op

Slide 4 - Quizvraag

bestaan .......
A
uit
B
van
C
om
D
op

Slide 5 - Quizvraag

afgaan .......
A
met
B
van
C
in
D
op

Slide 6 - Quizvraag

Een hekel hebben ..............
A
aan
B
van
C
met
D
tegen

Slide 7 - Quizvraag

versteld staan ...................
A
op
B
door
C
van
D
met

Slide 8 - Quizvraag

Waarschuwen ...................
A
van
B
voor
C
tegen
D
in

Slide 9 - Quizvraag

commentaar geven ............
A
met
B
van
C
op
D
in

Slide 10 - Quizvraag

slecht zijn ...............
A
in
B
van
C
met
D
aan

Slide 11 - Quizvraag

In aanmerking komen .............
A
van
B
om
C
op
D
voor

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht (WERK IN GROEPJES VAN 2)
1. Kies 5 werkwoorden met een vast voorzetsel uit
2. Maak met elk werkwoord een zin
3. Haal het voorzetsel weg uit de zin
4. Geef de zinnen nu aan de andere leerlingen en laat de ze het juiste voorzetsel invullen.
5. Elke leerling kan dus maximaal …. punten scoren

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende woordsoorten met een verschillende stam

Slide 14 - Tekstslide

We kijken naar deze video

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
Ontwerp jouw ideale huis. Denk na over:
- Hoeveel mensen moeten er in het huis wonen? Hoe groot moet het worden? (Hoeveel vierkante meter en hoeveel kamers). Hoeveel verdiepingen heeft het huis?
- Wat voor vormen/lijnen vind je mooi? (Vierkant, rond, recht, grillig)
- Van wat voor materiaal moet het huis gemaakt worden?
- Wat vind je mooie kleuren (combinaties)? (Donker, licht, primaire kleuren, complementaire kleuren, pasteltinten)
Maak een tekening van jouw huis (hoeft niet heel gedetailleerd te zijn)
Maak een plattegrond per verdieping.
Presenteer het plan voor jouw huis voor de klas. Leg uit waarom jouw huis zo speciaal is!!

Slide 16 - Tekstslide