3V - spelling module IV

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Terugblik vorige les: vragen over koppelteken, trema of accenttekens?
  • Uitleg nieuwe theorie: apostrof en punten in afkortingen
  • Aan het werk: opdrachten zie chat of huiswerk bij Magister

Slide 2 - Tekstslide

koppelteken

Slide 3 - Woordweb

Apostrof
Meervouden 
  • Meervoud op -s bij woorden op -a, -i, -o, -u of -y: paraplu's
  • Geen verkeerde uitspraak? Geen 's: bureaus
  • Meervoud van afkortingen en losse letters: twee s'en - dvd's


Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
baby's
B
babies
C
babys

Slide 5 - Quizvraag

Apostrof
Weggelaten letters
  • Als één of meer letters zijn weggelaten: Z'n auto is kapot.
  • Afkortingen van des: 's ochtends 
  • Eeuwaanduiding weggelaten: Hij is geboren in '87.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Ik heb zon zin in de zomer.
B
Ik heb zo'n zin in de zomer.
C
Ik heb z'on zin in de zomer.

Slide 7 - Quizvraag

Apostrof
Bezit
  • Eigendom aanduiden bij namen die eindigen op sisklank: Max' boek
  • Als het eindigt op -a, -i, -o, -u of -y: oma's kleinkinderen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Marxs test
B
Marx's test
C
Marx' test

Slide 9 - Quizvraag

Apostrof
Initiaalwoorden 
  • Wordt uitgesproken als losse letters: VVD - SP - CDA
  • Achtervoegsel? Gebruik een apostrof: Rutte is een VVD'er
Letterwoorden
  • Wordt uitgesproken als één woord: OMO-bestuur

Slide 10 - Tekstslide

Punten in afkortingen
Hoofdregel
Ieder afgekort woord krijgt een punt:    

i.v.m.      z.o.z.     t.a.v.


Slide 11 - Tekstslide

Punten in afkortingen
Uitzonderingen
  • In namen:  NS
  • In letterwoorden: vip
  • In initiaalwoorden: hbo
  • In verkortingen: info

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
havoër
B
havo-er
C
havo'er
D
havoer

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
gft-aval
B
g.f.t.-afval

Slide 14 - Quizvraag

Aan het werk!
Spelling module IV
Hoofdstuk 7.4 en 7.5 
Maken opdrachten blz. 55 en 56 in oefenboekje
Huiswerk voor vrijdag 19 maart

Slide 15 - Tekstslide