P8 - Les ? - Infectieziekten

Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?
A
natuurlijke passieve immuniteit
B
kunstmatige actieve immuniteit
C
kunstmatige passieve immuniteit
D
natuurlijke actieve immuniteit
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?
A
natuurlijke passieve immuniteit
B
kunstmatige actieve immuniteit
C
kunstmatige passieve immuniteit
D
natuurlijke actieve immuniteit

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke infectie komt het meest voor in het ziekenhuis
A
Urineweginfectie
B
Wondinfectie
C
Sepsis
D
Darminfectie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rabiës wordt veroorzaakt door een virus.
Wat houdt de “incubatietijd” van deze ziekte in?
A
de tijd tussen de beet en de eerste ziekteverschijnselen
B
de tijd tussen de behandeling met medicijnen en het moment dat de patiënt niet meer besmettelijk is
C
de tijd dat een patiënt besmettelijk is
D
de maximale tijd die tussen de beet en de behandeling mag zitten om een patiënt te kunnen genezen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hondsdolheid (Rabiës) is pas te behandelen wanneer de patiënt symptomen krijgt.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegen hondsdolheid (Rabiës) bestaat voor zowel dieren als mensen een vaccinatie, die de ziekte kan helpen voorkomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rabiës
  •  Virus  
  • Hondsdolheid 
  • Besmettelijk voor alle zoogdieren (mens) 
  • Verspreiding via beten 
  • Hersenaandoening -> CZS 
  • Dodelijk 
  • Nederland: komt rabiës niet voor 
  • Buitenland; meestal verplicht om te enten 
Incubatietijd: van acht dagen tot een jaar.
 Hoe verder de beet van de hersenen hoe langer de incubatietijd.
Behandeling: meldingsplicht, inslapen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antistoffen toedienen
Antistof wordt direct toegediend (niet wachten dat je eigen cellen het maken).
Je wordt niet immuun (geen geheugencellen). 
Bv. Slangenbeet, rabiës, tetanus. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een griepprik is een ........... behandeling

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Influenza
=  Griep veroorzaakt door het influenzavirus
Verschillende soorten bekend: Influenza A, B en C
A virus is vaak aanleiding tot epidemie van grote omvang

Slide 9 - Tekstslide

Verschijnselen influenza:
- vrij plotselinge hoge koorts met koude rilling
- hoofdpijn
- pijn spieren en gewrichten
- stoornis in luchtwegen (ontstekingen)
- stoornis maag darm kanaal (diarree)
Een koortslip wordt veroorzaakt door:
A
influenza virus
B
herpes zoster
C
herpes simplex
D
humane immunodeficiency virus

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herpes Simplex
Herpes Simplexvirus: Eerste besmetting als peuter/kleuter
- Virus 'slaapt' in zenuwstelsel
- Wordt wakker door uitlokkende factoren
- Pijnlijke blaasjes -> korsten
- Duur: één week

Behandeling: Hygiëne, eventueel zinkzalf (indrogend)

Slide 11 - Tekstslide

eerste besmetting: soms blaasjes in de mond en algemene ziekteverschijnselen

UItlokkende factoren: Koorts (koortslip), menstruatie, oververmoeidheid, slaapgebrek, zonlicht (vaak na feesten)

Antivirale crème heeft alleen in het allereerste stadium iets effect

Niet knuffelen, goed handen wassen (pas op met baby's)
Herpes Zoster
Herpes Zostervirus: 
- Waterpokken (Varicella Zoster): jeukende vlekjes, blaasjes 
- Virus 'slaapt' in zenuwstelsel
- Opvlamming: Gordelroos (één keer)

Symptomen: Pijn, blaasjes
Behandeling: Zinkzalf (indrogend), antiviraal middel

Slide 12 - Tekstslide

Als gordelroos vaker voorkomt is er sprake van een verminderde weerstand

door indroging wordt ook besmettelijkheid verkort

Antiviraal middel bij lage afweer of gordelroos in gezicht

Duur: 2 weken, pijn kan langer aanhouden
Erysipelas (wondroos)


Herpes zoster (gordelroos)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondroos (erysipelas)
Infectieziekte die veroorzaakt wordt door bacterie. Meestal streptokok of stafylokok.  'Port d' entree'.
Klachten: koorts, koude rillingen, algemeen ziektegevoel, misselijk, braken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondroos - erysipelas wordt veroorzaakt door een bacterie via de huid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Erysipelas (wondroos) 
Bacterie (streptokok)
Vaak via huiddefect
Rillingen/ hoge koorts
Pijnlijke, scherp begrensde  uitslag
Zieke zorgvrager/ zwelling lymfe
Zeer besmettelijk!
Antibiotica en rust
Arm of been: zwachtelen
Grote kans op herhaling!
Herpes zoster (gordelroos)
Virus (waterpokken)
Zenuwcellen
Minder weerstand
Ouderen/ Aids
Pijnlijke huidplek
Roodheid en blaasjes (pijn/jeuk)
Soms koorts/ malaise
Eén kant van het lichaam
Na genezing lang pijn
Symptoombestrijding



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wratten ontstaan door het
A
Humaan papilloma virus
B
Herpes simplex virus
C
Een schimmel
D
Bacteriën die leven in vochtige kleding en op vloeren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bacterie is een veelvoorkomende verwekker van urineweginfecties?
A
Staphylococcus aureus
B
Escheria coli
C
Herpes simplex
D
Salmonella

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent als drager van Hepatitis B besmettelijk voor anderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis B en C
Hepatitis B en C: Overdracht via bloed-bloed of onveilige seks
  • Vooral bij prostituees, drugsgebruikers en homoseksuele mannen
  • Én mensen die werken in de gezondheidszorg!
  • Incubatietijd maximaal 6 maanden

Inenting tegen Hepatitis B is mogelijk (in Rijksvaccinatieprogramma)

Inenting tegen Hepatitis C is niet mogelijk!

Slide 20 - Tekstslide

Ook overdracht tijdens de bevalling van moeder op kind.

Vooral in de gezondheidszorg bij prikaccidenten. 
Leverontsteking / hepatitis
De bekendste vormen van een leverontsteking zijn: 
- hepatitis A  (orgaan-virus)
- hepatitis B  (orgaan virus)
- ziekte van Weil 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaat de ziekte van Pfeiffer?
A
Een bacterie
B
Een schimmel
C
Een virus

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een besmetting met de legionellabacterie vindt voornamelijk plaats door
A
Het opdrinken van stilstaand water
B
Huidcontact met besmet water
C
Huidcontact met besmette personen
D
Het inademen van druppels

Slide 23 - Quizvraag

Hoe wordt dit behandeld?
Welke symptomen kent deze aandoening?
MRSA is een virale infectie
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van een MRSA-besmetting word je altijd ziek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat BRMO voor?
A
Bacteriën Midden Ruimte Oor
B
Bijzonder resistente micro organismen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(soorten) BRMO's
Bacteriën die ongevoelig (resistent) zijn voor meerdere antibiotica. Deze bacteriën worden Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO’s) genoemd.
• MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus aureus); deze bacteriën zitten meestal op de huid.
• ESBL (Extended Spectrum Beta-Lactamase vormende Enterobacteriaceae); deze bacteriën zitten meestal in de darm.
• VRE (Vancomycine Resistente Enterococ); deze bacteriën zitten meestal in de darm.
• MRAB (Multiresistente Acinetobacterspecies); deze bacteriën zitten meestal in de darm.
• CPE (Carbapenemase Producerende Enterobacteriacae); deze bacteriën zitten meestal in de darm
• PRP (Penicilline Resistente Pneumococcen); deze bacteriën zitten meestal in de luchtwegen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virus
Bacterie
Covid-19
pokken
spaanse griep
de pest
salmonella
Tuberculose
cholera
Hiv
polio

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Viraal

  • Acute bronchitis
  • Pneumonie door influenza
  • SARS/Covid
  • Influenza

Behandeling: Vaak symptomatisch, antibiotica alleen bij uitzonderingen:
  • Kwetsbaarheid
  • Risico op verergering 
Bacterieel

  • 'Gewone' pneumonie 
  • Tuberculose (TBC)
  • Pneumonie door legionella
  • E-coli
  • Salmonella

Behandeling: Antibiotica
  • Let op resistentie 
  • Let op therapietrouwheid

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virale infecties
Virus: Heeft een gastheercel nodig!
  • Gastheercel maakt nieuwe virusdeeltjes
  • Bijvoorbeeld: verkoudheid, influenza, herpesinfectie, HIV/AIDS
  • Besmetting door contact- en druppelbesmetting

Geen causale therapie
  • Alleen preventie (vaccinatie, gebruik van condooms)
  • Alleen jouw afweersysteem werkt tegen virussen

Slide 30 - Tekstslide

HIV tast afweersysteem aan -> extra gevoeligheid voor infecties
volgende week herhalingsles
Heb je nog vragen over:
  • ontsteking
  • infectie
  • besmetting
  • soorten afweer
  • infectieziekten
  • immuniteit
Stel je vragen in deze les! 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek anatomie/fysiologie niveau 4 (BSL)
  • - Hoofdstuk 3 paragraaf 3.1 t/m 3.8
  • - Hoofdstuk 9 paragraaf 9.1 t/m 9.3
Boek algemene ziekteleer (BSL)
  • - Hoofdstuk 3 paragraaf 3.3 t/m 3.5
  • - Hoofdstuk 4 paragraaf 4.1, 4.2 en 4.3.1.1
  • - Hoofdstuk 7 paragraaf 7.1 t/m 7.6.3.5
Boek interne geneeskunde en chirurgie (BSL)
  • - Hoofdstuk 2 (verschillende infectieziekten)
Docentenmateriaal studie handleiding
Lees de perdiodewijzer goed door!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies