TC_A1_T8

Welk dier is dit?
A
De geit
B
Het schaap
C
Het varken
D
De kip
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsISK

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welk dier is dit?
A
De geit
B
Het schaap
C
Het varken
D
De kip

Slide 1 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
De eend
B
De kip
C
De haan
D
De vogel

Slide 2 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
De geit
B
De pony
C
Het konijn
D
Het schaap

Slide 3 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
De kip
B
De vogel
C
De eend
D
De haan

Slide 4 - Quizvraag

Welk dier is dit?

Slide 5 - Open vraag

Welk dier is dit?

Slide 6 - Open vraag

Welk dier is dit?

Slide 7 - Open vraag

Mijn - Jouw - Haar/Zijn 
Ik heb een ezel. Dat is mijn ezel.
Jij hebt een hond. Dat is jouw hond.
Hij heeft een ezel. Het is zijn ezel.
Zij heeft een kat. Dat is haar kat.

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb een eend. Dat is ......... eend.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 9 - Quizvraag

Hij heeft een hond. Het is ....... hond.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 10 - Quizvraag

Jij hebt een pony. Dat is .......... pony.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 11 - Quizvraag

Zij heeft een geit. Het is ...... geit.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 12 - Quizvraag

de boerderij

Slide 13 - Woordweb