herhaling pvtt en pvvt en vd en od

vandaag: herhaling pvtt en pvvt
doelen:
Jij kunt de persoonsvorm in de verleden tijd en in de tegenwoordige tijd goed spellen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vandaag: herhaling pvtt en pvvt
doelen:
Jij kunt de persoonsvorm in de verleden tijd en in de tegenwoordige tijd goed spellen

Slide 1 - Tekstslide

WERKWOORD SPELLING: wat gaan we doen?
herhaling en
oefenen

Slide 2 - Tekstslide

programma
dictee pvtt
schema maken met de regels voor de pvtt
dictee pvvt
schema maken met de regels voor de pvvt
aan de slag met het boekje voor de pvtt en pvvt

Slide 3 - Tekstslide

Welke regels ken je voor de pvtt?

Slide 4 - Woordweb

pvtt: vul de persoonsvorm in.
(schrift)
1. Ik (aanvaarden)... jouw gedrag.
2. In de zomer (vinden)... mijn moeder zwemmen leuk.
3. (Vinden) je je thee lekker?
4. (Worden)... je tante 55 jaar?
5. (Worden).... het niet eens tijd om vrede te sluiten?
6. Jij (beantwoorden).... de vragen goed.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden : pvtt: vul de persoonsvorm in.
(schrift)
1. Ik aanvaard jouw gedrag.
2. In de zomer vindt mijn moeder zwemmen leuk.
3. (Vind je je thee lekker?
4. (Wordt je tante 55 jaar?
5. (Wordt het niet eens tijd om vrede te sluiten?
6. Jij (beantwoordt de vragen goed.

Slide 6 - Tekstslide

aan de slag met de regels
uitdelen papier
starten met het schema pvtt

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de regels voor de pvvt?

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 1 t/m 4 : pvvt: vul de persoonsvorm in.
(schrift)
1. Bij die explosie (barsten)... veel ruiten.
2. Rowan (hoesten)... toen hij peper in zijn neus kreeg.
3. Aan de zijkant (staan)...een meisje te kleumen van de kou.
4. De meest mensen (juichen)... toen FC Groningen won van Vitesse.
5. De politicus (niezen)... door de vele pollen in de lucht.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: pvvt: vul de persoonsvorm in.
(schrift)
1. Bij die explosie barstten veel ruiten.
2. Rowan hoestte toen hij peper in zijn neus kreeg.
3. Aan de zijkant stond een meisje te kleumen van de kou.
4. De meest mensen juichten  toen FC Groningen   won.
5. De politicus nieste door de vele pollen in de lucht.

Slide 10 - Tekstslide

aan de slag met de regels
op het papier
starten met het schema pvvt

Slide 11 - Tekstslide

WERKWOORDSPELLING

Slide 12 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in in de verleden tijd

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in in de tegenwoordige tijd

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 14 - Quizvraag

aan de slag
Opdracht 1 t/m 6

Slide 15 - Tekstslide

les 2
voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord

Slide 16 - Tekstslide

programma
- bespreken de oefeningen
-vd en od als schema op het bord,  schema zelf aanvullen
- aantal zinnen van het boekje vd en od inoefenen
- maken boekje uit
- Cambiumned vd en od oefenen


Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag p1b
- zelf nakijken blz. 2,3,6,7 : zie It's learning
- maken oefentoets + zelf nakijken
-Maken opdr. 4,8 werkwoordspellngsboekje (bovenste helft) + zelf nakijken



Slide 18 - Tekstslide

Kahoot

Slide 19 - Tekstslide

P1A: diagnostische toets
  • Open een nieuw tabblad en ga naar It's Learning en de planner.
  • Maak de diagnostische toets pvtt en pvvt (2 aparte toetsen)
  • Schrijf de zinnen die je fout had over in je schrift.
  • Vraag uitleg aan je buurman/buurvrouw.
  • Vragen aan de docent?
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag voor morgen
mk. blz. 37 opdr. 4,6 (pvtt) 
mk. blz. 67 opdr. 3,5  (pvvt) 
mk. blz. 96 opdr. 1 (pvvt)
 bekijken filmpje H4 over het voltooid en onvoltooid deelwoord
                                                          so. wo 26 februari H1 t/m H5
  
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Ben je klaar?
1. Oefen je de tegenwoordige of de verleden tijd?
Maak oefeningen van jufmelis, leestrainer, cambiumned (zie It's learning > p3, ww.spelling)

2. Bij 0 fouten in de tussentoets maak je de plusopdracht.

Slide 22 - Tekstslide

Waar wil je nog graag extra uitleg over? Wil je niets dan schrijf je geen.

Slide 23 - Open vraag