Schrijf de antwoorden op in je schrift:
Wie is de hoofdpersoon?
Hoe oud is hij/zij?
Hoe ziet hij/zij eruit?
Heeft de hoofdpersoon een probleem (opdracht of doel)?
Wat voor een karakter heeft de hoofdpersoon? Geef een voorbeeld uit het boek.
klaar: lees verder in je boek of maak h.2 Hoofdletters en leestekens blz.42 en verder.