klas 1 Simple present/to be/to have(got)

The present simple
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

The present simple

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
Aangeven van een feit, gewoonte of regelmaat.

Ice is  cold
I always wash my hands
They train every Monday

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To Be = Zijn
welke vormen
horen daarbij?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

he/she/it = shit rule
I walk
you walk
he walks
she walks
it walks
we walk
they walk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I _______ 12 years old
He/She/it __________ 12 years old
You/we __________ 12 years old
am
are
is

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

have got = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I
A
have got an apple
B
has got an apple

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We
A
have got a break
B
has got a break

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

They
A
have got donuts
B
has got donuts

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He
A
have got nice shoes
B
has got nice shoes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My father and I _____ at the zoo today.
A
am
B
is
C
are
D
have

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ____ a big black dog at home.
A
am
B
have
C
has
D
are

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have - has
B
has - have
C
has - has
D
have - have

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am
B
am - has
C
am - have
D
are - have

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair. They ____ 57 years old.
A
has - has - is
B
have - has - are
C
has - has - are
D
have - have - is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie woorden kan ik kiezen
als ik 'to be' zie staan?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik 'have got' zie?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord...

Slide 23 - Tekstslide

Voeg een lijst met werkwoorden toe aan de spinner
Voer deze opdracht klassikaal met de leerlingen uit. Kies een willekeurige leerling uit en laat die antwoorden. Laat iedereen antwoorden roepen of laat leerlingen zo veel mogelijk zinnen bedenken in teams. 
Maak een zin in de present simple met het werkwoord "to play"

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Well done!


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies