6.2. VRIEND EN VIJAND IN BERLIJN, 1945-1949

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.2. Burgers en bestuur LES-1

6.2. VRIEND EN VIJAND IN BERLIJN, 1945-1949

BEZETTING EN BLOKKADE VAN BERLIJN

PLANNING

INSTRUCTIE
UITLEG
AAN HET WERK
NABESPREKEN
AFSLUITEN

LEERDOELEN

LEERDOEL 1: JE KUNT DE IDEOLOGIEËN VAN AMERIKA EN DE SOVJET-UNIE AAN DE HAND VAN VOORBEELDEN UITLEGGEN.

Waarom? Zo snap je waarom de Koude Oorlog begon: landen vertrouwden elkaar niet door hun verschillende ideeën over vrijheid en macht. Dit speelt vandaag nog steeds, bijvoorbeeld bij spanningen tussen Rusland en het Westen.

LEERDOEL 2: JE KUNT ZOWEL AFSPRAKEN ALS PROBLEMEN TIJDENS DE CONFERENTIE VAN POTSDAM BESCHRIJVEN.

Waarom? Je ziet hoe snel bondgenoten tegenstanders kunnen worden. Dat gebeurt nu ook, bijvoorbeeld bij discussies binnen de NAVO of over de oorlog in Oekraïne.

  WINSTON CHURCHILL 

FRANKLIN D. ROOSEVELT

JOZEF STALIN

INSTAP: VERDEEL EUROPA (1945)

WAT: Verdeel Europa na de Tweede Wereldoorlog namens de VS/VK en SU.

HOE: Werk in tweetallen. Kleur op de kaart in welke landen onder invloed van de VS vallen, en welke onder de Sovjet-Unie.

TIJD: Timer geeft aan hoeveel tijd je hebt. 

KLAAR: Klassikaal nabespreken. Alvast lezen; 6.2. Vriend en vijand in Berlijn, 1945-1949. 

TEGENGESTELDE IDEOLOGIEËN

VS

COMMUNISME / ÉÉNPARTIJSTAAT

PLANEKONOMIE:

GELIJKHEID ALS KERNWAARDE.

DEMOCRATIE:

KAPITALISME:

VRIJHEID ALS KERNWAARDE. 

                                                                                                        WANTROUWEN

                                                              DE VS VOND HET COMMUNISME GEVAARLIJK EN ONVRIJ.

                                                           DE SU VOND HET KAPITALISME ONEERLIJK EN UITBUITEND.

                                BEIDE LANDEN DACHTEN DAT DE ANDER ZIJN IDEEËN WILDE  OPDRINGEN AAN DE WERELD.

 'VRIENDEN' ONDER SPANNING 

CONFERENTIE VAN POTSDAM 1945

AFSPRAKEN

DUITSLAND EN BERLIJN WERDEN VERDEELD

DE ECONOMIE VAN DUITSLAND ZOU ÉÉN GEHEEL BLIJVEN.

DUITSLAND MOEST GEDENAZIFICEERD EN GEDESARMEERD WORDEN.

PROBLEMEN

PRESIDENT ROOSEVELT WAS OVERLEDEN, HARRY TRUMAN NAM  HARDER TEGEN STALIN.

TRUMAN LIET WETEN DAT DE VS DE ATOOMBOM HAD → STALIN VOELDE ZICH BEDREIGD.

STALIN WILDE COMMUNISTISCHE LANDEN IN OOST-EUROPA ALS BUFERZONE.

AAN HET WERK

WAT: Je maakt opdrachten 1a t/m 1c, 2a, 2b, 3 en 4. Hoofdstuk 6: Over de muur, paragraaf 6.2; Vriend en vijand in Berlijn, 1945-1949.   

HOE: Gebruik je boek bij 6.2.1 en 6.2.2. 

HULP: Vraag eerst je buur, dan de docent. 

TIJD: Timer geeft aan hoeveel tijd je hebt.

KLAAR: Lees je antwoorden na. Klaar? Ga door met opdracht 5 of de invulsamenvatting.

EXIT-TICKET