Wereldoorlog I (in klas)

• Wereldoriëntatie
• Lager onderwijs

De Eerste Wereldoorlog

1914-1918

WO I
Wat weet je al?

Wat weet je al over WOI?

Europa: groei en angst

Europa was in volle groei. Er kwamen fabrieken bij, er werden spoorwegen aangelegd en stoomschepen gebouwd. Voor het eerst vlogen mensen in toestellen die zwaarder waren dan de lucht en reden ze op voertuigen zonder paarden.

Er werden volop wapens gemaakt en landen probeerden zichzelf te beschermen. Er waren nieuwe technologieën, massa's geld dankzij de kolonies en een bevolkingstoename waardoor de legers uitgebreid werden. 

wikikids.nl

Er werden allianties gevormd

Om de dreiging van de buurlanden te beperken wilden landen er onverslaanbaar uit zien. 

Er werden allianties of bondgenootschappen gevormd. 

Die allianties betekenden dat een aanval op één alliantielid beschouwd werd als een aanval op de hele alliantie. 

Dit was dan ook het recept voor een grote oorlog.

Welke land behoorde niet tot de Triple Alliance (de centralen)?

1. Duitsland
2. Oostenrijk-Hongarije
3. Frankrijk
4. Turkije

Welke land behoorde niet tot de Triple Entente (de geallieerden)?

1. Verenigd Koninkrijk
2. Frankrijk
3. Rusland
4. Italië

De kaart van Europa toen ziet er anders uit dan de kaart van Europa nu. Welke verschillen vallen je op?

www.businessinsider.nl

Moord leidt tot wereldoorlog

• Op 28 juni 1914 bracht aartshertog Franz Ferdinand, de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw een bezoek aan Sarajevo dat toen tot het keizerrijk
  Oostenrijk-Hongarije behoorde. Een Servische student schoot 
  beiden neer.
• Oostenrijk-Hongarije verklaart de oorlog aan Servië. 
  Deze oorlogsverklaring leidde tot een kettingreactie van
  oorlogsverklaringen die op één week tijd heel Europa in oorlog
   wierpen. De centralen (Triple Alliance) vochten tegen de
  geallieerden (Triple Entente).

Gavrilo Princip was lid van de bende van de Zwarte hand en vermoordde het koppel. Wat klopt bij hem?

1. Hij schoot 3 keer met een Belgisch wapen
2. Hij smeet eerst een granaat maar die ontplofte niet
3. Hij zat in het Servische leger en was goed opgeleid.
4. Hij kreeg voor de moord de maximumstraf van 20 jaar cel.

België tuimelt in de oorlog

Op 3 augustus 1914 vraagt Duitsland de toelating aan België om hun troepen door Belgisch grondgebied richting Frankrijk te laten trekken. Albert I, de Belgische koning, weigert. Duitsland valt België binnen. Groot-Britannië mengt zich in de oorlog om België te beschermen. Het gaat er erg hard aan toe, vooral in Luik en Namen. Maar de Duitse inval is niet te stoppen. De Belgische troepen zoeken beschutting in Antwerpen. Koning Albert I beslist dat de soldaten de stad moeten verlaten. Ze moeten hun Britse bondgenoten aan de Ijzer en in de stad Ieper gaan helpen.

Waarom wil Duitsland Frankrijk via België binnenvallen?

1. België is voor Duitsland de kortste weg naar Frankrijk.
2. Frankrijk heeft zich op de oorlog voorbereid en zijn grens met Duitsland gesloten.
3. Frankrijk heeft zich op de oorlog voorbereid en langs de grens met Duitsland een verdedigingslijn opgebouwd.
4. Voor het machtige Duitsland is België maar een nietsbetekend land.

1

2

3

4

Het Duitse rijk en Oostenrijk-Hongarije sluiten een verdrag. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Italië en Rusland sluiten ook een verdrag.

De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije wordt neergeschoten.

Oostenrijk vraagt Servië mee te werken, maar Servië weigert.

De Grote Oorlog breekt uit.

Wat wordt er op 11 november gevierd?

De  Duitsers winnen de eerste ronde

In het westen ...

De Duitsers bezetten nu bijna heel België.

De Fransen en Britten trekken zich terug.

In het oosten ...

Op 23 augustus verslaan de Duitsers het Russische leger.

De Fransen winnen de tweede ronde

Eind augustus vallen de Duitsers het noorden en oosten van Frankrijk binnen. Hun doelwit: Parijs.

Hun opmars wordt door de Fransen gestopt, maar het lukt niet om de Duitsers volledig te verjagen

Niemand wint de derde ronde

niet in België en niet in Frankrijk. De Duitse soldaten en de geallieerden graven zich in en staan vier jaar tegenover elkaar. De loopgravenoorlog is begonnen.

Hoe beleefden kinderen de oorlog?

Klopt

klopt niet

1. Kinderen stierven van de honger

3. Kinderen moesten ook vechten

2. Er veranderde niet veel op school

4. Kinderen werden gebruikt als reclame voor de oorlog

5. Kinderen speelden zelf oorlogje. Nieuw speelgoed van soldaatjes.

6. Er waren geen kindsoldaten.