KB2 Hoofdstuk 5 Par 3

KB2 Hoofdstuk 5 Par 3

Belasting op shoppen?

In deze paragraaf leer je:

  • Wat is Btw?
  • Welke tarieven zijn er voor het berekenen van de Btw?
  • Wat zijn indirecte belastingen?
  • Wat is de consumentenprijs?
  • De berekening van de consumentenprijs.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

KB2 Hoofdstuk 5 Par 3

Belasting op shoppen?

In deze paragraaf leer je:

  • Wat is Btw?
  • Welke tarieven zijn er voor het berekenen van de Btw?
  • Wat zijn indirecte belastingen?
  • Wat is de consumentenprijs?
  • De berekening van de consumentenprijs.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Btw?

Btw betekent Belasting toegevoegde waarde.

Btw is het bedrag dat de winkelier bij de verkoopprijs moet optellen.

De klant betaalt de verkoopprijs waarvan een gedeelte het BTW-bedrag is. Het BTW-bedrag moet de winkelier aan de belastingdienst geven.

Een ander woord voor het btw-bedrag is de omzetbelasting.

Slide 2 - Tekstslide

De Btw-tarieven

Het Btw-bedrag wordt berekend met het Btw-percentage (tarief).

Het btw-percentage bij artikelen voor basisbehoeften zoals eten en drinken is 9%.

Het Btw-percentage voor luxe goederen is 21% 

Slide 3 - Tekstslide

Berekening BTW bedrag

Btw-bedrag = Btw-percentage : 100 x verkoopprijs exclusief btw

Het btw-percentage is afhanklijk van het soort artikel dat er wordt verkocht.

Voorbeeld:

De verkoopprijs exclusief btw van een tennisracket is € 65,00.

Het btw-percentage = 21 % (luxe goederen)

oplossing: Btw-bedrag= 21 : 100 x € 65,00 = € 13,65

Slide 4 - Tekstslide

Oefensom BTW bedrag

Btw-bedrag = Btw-percentage : 100 x verkoopprijs exclusief btw


De verkoopprijs exclusief Btw van een zak aardappelen is € 3,00.


Het btw-percentage = 9% (basisgoederen)


Antwoord

BTw-bedrag = BTw percentage : 100 x verkoopprijs

Btw bedrag = 9:100 x € 3,00 = € 0,27

Slide 5 - Tekstslide

Oefensom 2 Btw-bedrag

Een pet kost € 15,00 exclusief (zonder) Btw.

Bereken het Btw-bedrag.

Btw= 21% --> Luxe goederen




Antwoord
Btw-bedrag = 21:100x € 15,00 = €3,15

Slide 6 - Tekstslide

Indirecte belasitng

De winkelier ontvangt het btw-bedrag van de consument. De winkelier geeft het Btw-bedrag door aan de belastingdienst.

Eigenlijk betaalt alleen de consument het Btw-bedrag aan de belastingdienst via de winkelier.

Omdat de consument het Btw-bedrag niet zelf betaald aan de belastingdient is de Btw een indirecte belasting.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Consumentenprijs

De verkoopprijs is het bedrag dat de winkelier wilt ontvangen voor het artikel.De winkelier moet de verkoopprijs verhogen met het Btw-bedrag.

De consument betaalt dus de verkoopprijs plus het Btw-bedrag.

Die prijs noemen we de consumentenprijs.

Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief Btw + Btw bedrag

Consumentenprijs noemen we ook wel verkoopprijs inclusief btw.

Consumentenprijs = De verkooprijs inclusief (met) Btw.

Slide 9 - Tekstslide

Berekening consumentenprijs

Een auto kost € 15.800 exclusief (zonder) Btw.

Bereken de consumentenprijs.


Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief Btw + BTW bedrag 

Btw-bedrag = 21: 100 x € 15.800 = € 3.318

Consumentenprijs = € 15.800 + € 3.318 = € 19.118

Slide 10 - Tekstslide

Berekening verkoopprijs inclusief Btw

Oefensom 1

Een scooter kost € 3.299 exclusief Btw.

Bereken de consumentenprijs



Antwoord

Consumentenprijs = verkoopprijs + BTW bedrag

Bt bedrag = 21 : x € 3.299 = € 692, 79

Consumentenprijs = € 3.299 + € 692, 79 = € 3.991,79

Slide 11 - Tekstslide

Van verkoopprijs inclusief Btw naar verkoopprijs exclusief Btw

Uitleg voor som 50, 51 en 52

Als je in de winkel de prijs op het artikel ziet staan, is dat de verkoopprijs inclusief Btw.

Hoe reken je de verkoopprijs exclusief Btw uit als je de verkoopprijs inclusief Btw weet?

Berekening verkoopprijs exclsuief Btw:

bij luxe goederen: verkoopprijs inclusief Btw : 121 x 100

bij basisgoederen: verkoopprijs inclusief Btw : 109 x 100

Slide 12 - Tekstslide

Van verkoopprijs inclusief Btw naar verkoopprijs exclusief Btw

Voorbeeldsom 1

De prijs op het etiket van een tennisracket is € 96,80

Dit is dus de verkoopprijs inclusief Btw.

Bereken de verkoopprijs exclusief Btw

bij luxe goederen: verkoopprijs inclusief Btw : 121 x 100

Dus:

€ 96,80 : 121 x 100 = € 80,00

Het Btw bedrag = € 96,80 - € 80,00 = € 16,80

Slide 13 - Tekstslide

Van verkoopprijs inclusief Btw naar verkoopprijs exclusief Btw

Voorbeeldsom 2

De prijs op het etiket van een 10 kilo pak rijst is € 19,62

Dit is dus de verkoopprijs inclusief Btw.

Bereken de verkoopprijs exclusief Btw

bij Basis goederen: verkoopprijs inclusief Btw : 106x 100



Antwoord

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Van verkoopprijs inclusief Btw naar verkoopprijs exclusief Btw

Oefensom

Een pak melk heeft een consumentenprijs van € 0,90

Het Btw- tarief is 9% (basisbehoeften)


a) Bereken de verkoopprijs exclusief Btw

verkoopprijs exclusief Btw=  verkoopprijs inclusief Btw:109x100

Verkoopprijs exclusief Btw= € 0,90 :109 x 100 = € 0,83


Slide 16 - Tekstslide

Vraag 37
Btw = Belasting Toegevoegde waarde

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 38

A) Juist

B) Juist

C) Onjuist

D) Onjuist

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 39
C

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 40
Het voedsel is een basisbehoefte.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 41

A) 9%

B) 21%

C) 9%

D) 21%

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 42
De Btw is een indirecte belasting omdat de consument de belasting niet direct aan de overheid betaalt maar aan een bedrijf die het doorgeeft aan de overheid.

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 43
De belasting afdragen betekent de belasting betalen aan de overheid

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 44
De winkelier verdient nog evenveel omdat de belasting niet voor de winkelier is maar voor de overheid

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 45
Een andere naam voor Btw is omzetbelasting

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 46
A --> € 47,8 miljard is ongeveer 1/5 van € 263,1 miljard 

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 47


Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief Btw + Btw

Btw-bedrag = 21: 100 x € 32,00 = € 6,72

Consumentenprijs = € 32,00 + € 6,72 = € 38,72

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 48A


Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief Btw + Btw

Btw-bedrag = 9: 100 x € 9,80 = € 0,88

Consumentenprijs= € 9,80 + € 0,88 = € 10,68

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 48B en C

B) consumentenprijs - verkoopprijs = Btw

€ 1,99 - € 1,88 = € 0,11


C) Btw : verkoopprijs exclusief Btw x 100%

€ 0,11 : € 1,88 x 100% = 5,9%

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 49

Consumentenprijs - verkoopprijs exclusief Btw =Btw

€ 338,80 - € 280 = € 58,80


Btw : verkoopprijs exclusief Btw x 100%

€ 58,80 : € 280 x 100% = 21%

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 50

A)verkoopprijs exclusief Btw =consumentenprijs:121x100

€ 744,15 : 121 x 100 = € 615


B)verkoopprijs exclusief Btw =consumentenprijs:121x100

€ 158,99 : 121 x 100 = € 131,40

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 51

A)

verkoopprijs exclusief Btw =consumentenprijs:109x100

€ 1,59 : 109 x 100 = € 1,46


B) Btw = consumentenprijs - verkoopprijs exclusief Btw

Btw = € 1,59 - € 1,46 = € 0,13

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 52

A) Je betaalt 21% Btw bij een auto.


B)

verkoopprijs exclusief Btw =consumentenprijs:109x100

€ 12.500 : 121 x 100 = € 10.330,58

Btw = consumentenprijs - verkoopprijs exclusief Btw

Btw = € 12.500 - € 10.330,58 = € 2.169,42

Slide 33 - Tekstslide