SEMANA 37 - GUSTAR/ENCANTAR Y PRONOMBRES COMPLEMENTO INDIRECTO

• Spaans
• WO
• Studiejaar 3

Objetivos 

En esta clase... 

1. ...aprendo a usar los verbos 'gustar' y 'encantar'

2. ...aprendo a usar los pronombres del complemento indirecto leer ik de voornaamwoorden van het meewerkend voorwerp te gebruiken

El campamento de verano: LT p. 12-13

Escucha y haz ejercicio 1a

Gustar y encantar

gustar: leuk  mooi lekker vinden (like in het Engels)

encantar: houden van, iets geweldig vinden (love in Engels)

* interesar: ergens interesse in hebben

* importar:  iets belangrijk vinden

Deze worden allemaal vervoegd met 

me/te/le/nos/os/les + 3e/6e vorm van het werkwoord

> Me gusta el campamento de verano. Me encantan los juegos.

Meewerkend voorwerp

Deze voornaamwoorden gebruik je bij gustar en andere werkwoorden die als gustar worden vervoegd. Ze staan vóór de persoonsvorm.

Ook gebruik je ze voor een meewerkend voorwerp. < 

aan/voor wie?	voornaamwoord
a/para mí	me
a/para ti	te
a/para él	le
a/para nosotros	nos
a/para vosotros	os
a/para ellos	les

Les compro regalos (para mis amigos).

Verdubbeling meewerkend voorwerp

Verdubbeling van het meewerkend voorwerp komt vaak voor in het Spaans, vooral met de hij/zij/u vorm en de zij-meervoud vorm.

> A Elena le encanta el campamento. 

> Les he regalado caramelos a mis primas.

Je kunt het roze gedeelte weglaten als de persoon om wie het gaat vlak ervoor al is genoemd. 

> A Elena le encanta el campamento. También le encanta hacer excursiones.

Deberes Huiswerk

- haced y corregid: LE p 2 ejs 1,2,3

- haced y corregid: LE p 5 ejs 10,11

- estudiad: voca LT p 220

Vul het meewerkend voornaamwoord dat op de stipjes moet staan:

- Oye, no tengo mis libros aquí. ¿... dejas tu libro, por favor?
- Sí, claro. Aquí tienes.

Vul het meewerkend voornaamwoord dat op de stipjes moet staan:

- Mira. Ana ... escribe un mensaje.
- ¿A quién? ¿A Pablo?

Vul het meewerkend voornaamwoord dat op de stipjes moet staan:

- Chicas, ¿... gusta jugar al baloncesto?
- Pues, preferimos nadar.