Werkwoordspelling pvtt/pvvt/vd/odw

Werkwoordspelling

persoonsvorm verleden tijd (pvtt): zwakke en sterke werkwoorden
voltooid deelwoord
onregelmatige werkwoorden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

persoonsvorm verleden tijd (pvtt): zwakke en sterke werkwoorden
voltooid deelwoord
onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'beloven'?

Slide 2 - Open vraag

De persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden in het meervoud maak je door -den of -ten achter …........... te zetten.

Slide 3 - Open vraag

De persoonsvorm van sterke werkwoorden schrijf je in de verleden tijd zo kort mogelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Als je niet kunt horen of je het voltooid deelwoord met een -d of -t schrijft, dan .......
A
geef je het direct op
B
gebruik je 't ex-fokschaap
C
probeer je nog een keer de verlengproef

Slide 5 - Quizvraag

Vorig jaar ... (versieren) de winkeliersvereniging de straat.

Slide 6 - Open vraag

De arrestant ... (schreeuwen) naar de politie.

Slide 7 - Open vraag

Gisteren ... (verbinden) de ehbo'er de wond van de atleet meteen.

Slide 8 - Open vraag

Er wordt ... (vrezen) voor nog meer gewonden bij de treinramp.

Slide 9 - Open vraag

Deze musical is ... (vertalen) in het Nederlands.

Slide 10 - Open vraag

Waarom ... (kruiden) de nieuwe shoarmazaak zijn vlees niet meer?

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen hebben ontzettend ... (boffen) met hun nieuwe rooster.

Slide 12 - Open vraag

De kampioensploeg sprong op en ... (dansen) op het bordes.

Slide 13 - Open vraag

... (Zullen) jij dat morgen doen?

Slide 14 - Open vraag

De hond ... (krabben) de wond vorige week weer helemaal open.

Slide 15 - Open vraag

Op welke dag ... (treden) de schoolband vorige week op?

Slide 16 - Open vraag