Grammatica + spelling hfd. 3+4 (les 1)

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Zelf een zin maken
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Zelf een zin maken
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

10 min. Zs

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de onderwerpen en persoonsvormen vinden in samengestelde zinnen.
  • Je kent de term samengestelde zin en je kunt deze term uitleggen met een voorbeeld.

Slide 3 - Tekstslide

Maak een zin bij de plaatjes

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudige zinnen






          Ik zwem in het zwembad.                                                   De fans juichen.

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen


                                                                              +     


         (Ik zwem in het zwembad               +                            de fans juichen)                                                                                                  =
                                    Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg: Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen:
- twee zinnen worden samengevoegd
twee zinnen worden samen 1
- door gebruik te maken van een voegwoord
(voegwoord: en, want, omdat, terwijl, ook)

vb. Ik zwem in een zwembad. + De fans juichen.
Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.


Slide 7 - Tekstslide

Uitleg: Persoonsvorm + onderwerp

De persoonsvorm vind je door:
- De zin in een andere tijd te zetten

- De zin vragend te maken


Het onderwerp vind je door:

- Wie/wat + pv?


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: Samengestelde zinnen
Persoonsvorm  (vragend/andere tijd)= 
Zin 1: Ik zwem in een zwembad.
Zin 2: De fans juichen.
Samengestelde zin: Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.

Onderwerp (wie/wat + pv)= 
Zin 1: Ik zwem in een zwembad.
Zin 2: De fans juichen.
Samengestelde zin: Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.


Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden PV + OND
Zin 1: Ik zwem in een zwembad.

PV = zwem
OND = Ik
Zin 2: De fans juichen.

PV = juichen
OND = De fans

Samengestelde zin: Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten

Grammatica en Spelling

Hfd. 3 opdr. 2 + 4 + 5 + 8 (blz. 104)



Ben je met alles klaar:

Lezen :)

Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
  • Je kunt de onderwerpen en persoonsvormen vinden in samengestelde zinnen.
  • Je kent de term samengestelde zin en je kunt deze term uitleggen met een voorbeeld.

    En lukt het bovenstaande??

Slide 12 - Tekstslide