Grammatica + spelling hfd. 3+4 (les 5)

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Overeenkomst woorden
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Overeenkomst woorden
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

10 min. Zs

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt samengestelde zinnen maken door een passend verbindingswoord te gebruiken.
  • Je kunt de persoonsvormen en onderwerpen uit een samengestelde zin benoemen
  • Je kunt de pv correct spellen (TT en VT)
  • Je kunt moeilijke woorden goed schrijven (-isch, -g / -ch, -ei / -ij)
  • Je kunt woorden benoemen: lw, bn, znw, ww
  • Je herkent en je kunt ze veranderen: voltooide deelwoorden en onvoltooide deelwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling!
Je kiest twee onderdelen uit. Deze onderdelen ga je 'extra' oefenen.

  1. Samengestelde zinnen maken + verbindingswoord EN pv + ond
  2. PV correct spellen (TT / VT)
  3. Correct spellen van moeilijke woorden
  4. Woorden benoemen: lw, bn, znw, ww
  5. Voltooide deelwoorden en onvoltooide deelwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen:
- twee zinnen worden samengevoegd
twee zinnen worden samen 1
- door gebruik te maken van een voegwoord
(voegwoord: en, want, omdat, terwijl, ook)

vb. Ik zwem in een zwembad. + De fans juichen.
Ik zwem in het zwembad en de fans juichen.


Slide 5 - Tekstslide

Uitleg: Persoonsvorm + onderwerp

De persoonsvorm vind je door:
- De zin in een andere tijd te zetten

- De zin vragend te maken


Het onderwerp vind je door:

- Wie/wat + pv?


Slide 6 - Tekstslide

1. Tegenwoordige tijd

1. vul altijd het ww 'lopen' in

2. Loop     ik          loop
     loop      jij          loopt

     loopt    hij/zij   loopt

     loopt     het       loopt


vb. Het (worden)....... morgen mooi weer
        1. het loopt -> het wordt

Slide 7 - Tekstslide

2. Verleden tijd


1. Noteer de stam (-en)

2. Wat is de laatste letter?

3. Staat de letter in
't exkofschip

Ja     -> +te
Nee -> +de

voorbeeld:

Leren                             fietsen





Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Voltooid deelwoord = ge-, be-, ve-

Onvoltooid deelwoord = wat er gedaan wordt is nog niet klaar 
dus onvoltooid
vb. rennen, vliegend

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten

  1. Samengestelde zinnen maken + verbindingswoord                Hfd. 3 opdr. 1 + 2 + 4 (blz. 41)
    en pv + ond                                                      
  2. PV correct spellen (TT / VT)                                                                  Hfd. 3 opdr. 5 + 6 (blz. 42)
                                                                                                                               Hfd. 4 opdr. 10 (blz. 61)
  3. Correct spellen van moeilijke woorden                                          Hfd. 3 opdr. 10+11 (blz. 43)
                                                                                                                               Hfd. 4 opdr. 11 (blz. 61)
  4. Woorden benoemen: lw, bn, znw, ww                                              Hfd. 4 opdr. 1  + 2 + 3 (blz. 57)
  5. Voltooide deelwoorden en onvoltooide deelwoorden            Hfd. 4 opdr. 5 + 6 + 7 (blz. 58)



Ben je met alles klaar:

- Nakijken!
- Andere opdrachten maken

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
  • Je kunt samengestelde zinnen maken door een passend verbindingswoord te gebruiken. 
  • Je kunt de persoonsvormen en onderwerpen uit een samengestelde zin benoemen 
  • Je kunt de pv correct spellen (TT en VT) 
  • Je kunt moeilijke woorden goed schrijven (-isch, -g / -ch, -ei / -ij) 
  • Je kunt woorden benoemen: lw, bn, znw, ww 
  • Je herkent en je kunt ze veranderen: voltooide deelwoorden en onvoltooide deelwoorden

Hoe ging het?
Nog vragen?

Slide 11 - Tekstslide