§4.4 Van model naar echt: de vrachtwagens

§4.4 Van model naar echt: de vrachtwagens
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4.4 Van model naar echt: de vrachtwagens
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
Ampère 
Spanning
U
Volt
R
Ω
i
Volt
I
Ohm
U
meter
V
weerstand
a
A

Slide 2 - Sleepvraag

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
I
Ampère 
A
Spanning
U
Volt
V
Weerstand
R
Ohm
Ω

Slide 3 - Tekstslide

Stroomsterkte
Stroomsterkte (I) meet je in ampère (A).


Stroomsterkte = de hoeveelheid deeltjes die in een seconde op een bepaalde plek door de draad stromen



    Slide 4 - Tekstslide

    Spanning
    Spanning (U) meet je in volt (V).

    Spanning = de hoeveelheid energie die de deeltjes met zich mee dragen.
    De spanning in een stroomkring kun je vergelijken met de lading van de vrachtwagens.

    Slide 5 - Tekstslide

    • Weerstand (R) in Ohm (Ω)
    • Stroomsterkte (I) in Ampère (A)
    • Spanning (U) in Volt (V)

    Slide 6 - Tekstslide

    Bij welke stroomsterkte krijg je een hartstilstand?
    0,002 A
    0,04 A
    0,09 A
    0,3 A
    1 A
    20 A
    230 A
    10.000 A
    230.000 A
    7.000.000 A

    Slide 7 - Poll

    WIST JE DAT?
    Een grote stroomsterkte erg gevaarlijk kan zijn?
    Een aantal gevolgen van verschillende stroomsterktes die door je lichaam lopen:
    0,002 A: een kriebelend gevoel
    0,04 A: verkramping van de spieren
    0,09 A: ademhaling stopt
    0,3 A: accute bewusteloosheid
    1A: hartstilstand
     

    Slide 8 - Tekstslide

    Spanningsmeter
    Draad
    Stroomsterktemeter
    Spanningsbron
    Lamp
    Schakelaar

    Slide 9 - Sleepvraag

    Merijn maakt een schakeling met een lamp. Zowel de spanning over de lamp, als de stroomsterkte door de lamp worden gemeten. Sleep de onderdelen naar de juiste plaats.

    Slide 10 - Sleepvraag

    Filmpje
    Spanning en stroomsterkte meten

    Slide 11 - Tekstslide

    97,6 cΩ = ......... Ω

    Slide 12 - Open vraag

    Slide 13 - Video

    Slide 14 - Video

    'Wanneer het zwaarder wordt om over de weg te rijden, zal de snelheid van een vrachtwagen afnemen.'

    'Wanneer de weerstand toeneemt, zal de stroomsterkte afnemen.'

    'Wanneer de weerstand afneemt, zal de spanning afnemen.'




     


    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Een autolamp werkt op een spanning van 12 volt en trekt een stroom van 4 A. Bereken wat de weerstand van de lamp is.

    Slide 17 - Open vraag

    Een fietslampje werkt op een spanning van 4,5 volt en trekt een stroom van 1,5 A. Bereken wat de weerstand van de lamp is.

    Slide 18 - Open vraag

    Van een krultang is de spanning is 230 V en de weerstand is 34,84 Ω. Bereken de stroomsterkte van de krultang. Rond je antwoord af op 1 getal achter de komma.

    Slide 19 - Open vraag

    In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
    Bereken de grootte van de weerstand.

    Slide 20 - Open vraag

    Huiswerk
    Volgende les
    • Maken en nakijken §4.4
    • Opdracht 35 t/m 50

    Slide 21 - Tekstslide