Paragraaf 1: Vast, vloeibaar en gasvormig

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3: Water en lucht

1KT

Paragraaf 1: Vast, vloeibaar en gasvormig

Waar gaan we het over hebben?

Wat is een fase? Welke fasen zijn er?
Hoe heten de overgangen tussen de fasen?

Water komt op veel
manieren voor in
de natuur.
Welke vormen ken je?

Aan de slag!

Lezen tekstboek blz 36 en 37

Maken werkboek opg 1 t/m 11 (blz 72 t/m 74)

Klaar? Maak ook de plusstof.

Antwoorden

1. A
2. B
3. A
4. C
5. B
6. C

7. a. Vast, vloeibaar en  gas.
    b. vaste stof, vloeistof, gas

    c. Smelten

         Verdampen

         Condenseren

         Bevriezen of stollen

  8. a. Verdampen
     b. Condenseren
     c. Smelten
     d. Verdampen
     e. Condenseren
     f. Bevriezen (of stollen)
     g. Condenseren

9. a. Gas (waterdamp kun je
          niet zien)
     b. Vloeibaar
     c. Bij A.

10. a. Omdat benzinedamp bij
            je neus komt
      b. Verdampen

11. a. Warmer
     b. Dat is waterdamp uit de
          lucht
     c. Condenseren

Hoe noem je de overgang van vast naar vloeibaar?

1. Stollen
2. Smelten
3. Condenseren
4. Verdampen

Hoe noemen we de faseovergang van vloeibaar naar vast?

1. condenseren
2. rijpen
3. smelten
4. stollen

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vloeibaar?

1. condenseren
2. rijpen
3. smelten
4. stollen

van vloeibaar naar gasvormig heet?

1. condenseren
2. smelten
3. stollen
4. verdampen