H5.4 India: Verstedelijking
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de urbanisatiegraad van India?
A
ongeveer 35%
B
ongeveer 50%
C
ongeveer 25%
D
ongeveer 40%
Slide 11 - Quizvraag
Wat beïnvloedt de urbanisatiegraad in India?
A
dalende bevolkingsgroei
B
verhoogde landbouwproductie
C
economische groei
D
afname van steden
Slide 12 - Quizvraag
Wat is ruraal-urbane migratie?
A
Verhuizing van platteland naar stad
B
Verhuizing binnen dezelfde stad
C
Verhuizing naar het buitenland
D
Verhuizing naar een dorp
Slide 13 - Quizvraag
Welke factor stimuleert ruraal-urbane migratie in India?
A
Zoeken naar betere werkgelegenheid
B
Toename van landbouwproductie
C
Verandering van klimaat
D
Afname van stedelijke bevolking
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een gevolg van ruraal-urbane migratie?
A
Vermindering van stedelijke voorzieningen
B
Toename van landbouwgrond
C
Daling van de economie
D
Groeiende stedelijke bevolking
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een gated community?
A
Een achterstandswijk
B
Een openluchtmarkt
C
Een vakantiepark
D
Een beveiligde omheinde woonwijk
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een voordeel van gated communities?
A
Gemeenschappelijke voorzieningen
B
Meer veiligheid
C
Hogere belastingen
D
Minder sociale interactie
Slide 17 - Quizvraag
Waar bevinden de meeste gated communities zich?
A
In stedelijke gebieden
B
In landelijke gebieden
C
Bij luxe wijken
D
Op afgelegen eilanden
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een sloppenwijk?
A
Een gebied zonder basisvoorzieningen
B
Een toeristisch gebied
C
Een luxe villa wijk
D
Een arme woonwijk
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een veelvoorkomend probleem in slums?
A
Hoge werkloosheid
B
Overmatige rijkdom
C
Gebrek aan schoon water
D
Uitstekende gezondheidszorg
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van arme landen?
A
Hoog niveau van commerciële landbouw
B
Zelfvoorzienend in voedselproductie
Slide 21 - Quizvraag
Wat doen rijke landen in de landbouw?
A
Afhankelijk van lokale voedselproductie
B
Commerciële landbouw op grote schaal
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de informele sector?
A
Ongeregistreerde werkgelegenheid
B
Salaris verbonden aan belasting
C
Officiële werkgelegenheid
D
Zwart werk
Slide 23 - Quizvraag
Waarom kiezen mensen voor de informele sector?
A
Flexibiliteit
B
Betere arbeidsomstandigheden
C
Vaste arbeidsovereenkomst
D
Hogere inkomsten
