Quiz Tweede Kamer

Quiz Tweede Kamer
Wat weet jij nog over de Tweede kamer?

Succes! 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz Tweede Kamer
Wat weet jij nog over de Tweede kamer?

Succes! 

Slide 1 - Tekstslide

Waar is de Tweede Kamer?
timer
0:30
A
In een groot paleis
B
In Den Haag, het politieke centrum van Nederland
C
In Amsterdam
D
In Rotterdam

Slide 2 - Quizvraag

Wie mag er lid zijn van de Tweede Kamer?
timer
0:30
A
Alleen mensen die oud zijn
B
Alleen mensen die rijk zijn
C
Iedereen die >18 jr is en Nederlander is
D
Alleen mannen

Slide 3 - Quizvraag

Wat doen de mensen in de Tweede Kamer?
timer
0:30
A
Ze geven les op school
B
Ze spelen spelletjes
C
Ze maken nieuwe regels voor Nederland

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens Prinsjesdag leest iemand de troonrede voor. Wie leest deze voor?
timer
0:30
A
De Koning
B
De minister president

Slide 5 - Quizvraag

Wie is de baas van Nederland?
Er zijn 3 partijen, probeer ze allemaal op te schrijven.

Slide 6 - Open vraag

Er is een Eerste en Tweede kamer.

timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zetels heeft de Tweede kamer?
timer
0:30
A
100
B
150
C
200

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent een zetel ?
timer
0:30
A
Stoel
B
Bord
C
Minister
D
Een stoel in de tweede kamer van een partij

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel zetels hebben samenwerkende partijen nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer?
timer
0:30
A
75
B
76
C
77
D
78

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een democratie?
timer
0:30
A
Alleen de Koning mag beslissingen nemen.
B
Alleen de minister president mag beslissingen nemen.
C
Het volk heeft dan ook een stem.

Slide 11 - Quizvraag

Wie was de eerste Koning van Nederland?
timer
0:30
A
Koning Willem Alexander
B
Koning Willem I
C
Koning Franciscus
D
Koning Willem II

Slide 12 - Quizvraag

In 1815 is de grondwet gemaakt.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

In de grondwet staan artikelen waar iedereen zich aan moet houden.

Artikel 1 zegt: Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen behandeld.
Leg in je eigen woorden uit wat dat betekent.

Slide 14 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een bestaande politieke partij. Ken je ook de leider van deze partij? Schrijf op.

Slide 15 - Open vraag

Hoe vaak zijn er verkiezingen in Nederland?
A
1x per jaar.
B
1x per twee jaar.
C
1x per vier jaar.
D
1x per 8 jaar.

Slide 16 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd mag je stemmen?

Slide 17 - Open vraag

Er is een probleem 
Minister bedenkt een oplossing
Tweede
kamer 
vergadert
Eerste kamer
vergadert
Minister voeren het plan uit

Slide 18 - Sleepvraag