Economisch bekeken - H5.6 Ontwikkelingssamenwerking (K) en H5.5 Ontwikkelingshulp (B)

5.6 Ontwikkelingssamenwerking (K)
5.5 Ontwikkelingshulp (B)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.6 Ontwikkelingssamenwerking (K)
5.5 Ontwikkelingshulp (B)

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

  • Een wit t-shirt kost bij Zeeman
     € 3,49. Hoeveel euro van dit
     bedrag gaat er naar de winkel van
     Zeeman
OPGAVE
timer
5:00
€ 3,49
(ASN bank, 2022)

Slide 3 - Tekstslide

5.6 Ontwikkelingssamenwerking (K)
5.5 Ontwikkelingshulp (B)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat het begrip ontwikkelingssamenwerking / ontwikkelingshulp betekent.
  • verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking noemen en uitleggen.
  • aangeven wanneer de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking worden
     toegepast.
  • uitleggen wat het begrip bilaterale hulp betekent. *
Wat gaan we leren?

Slide 6 - Tekstslide

  • Ontwikkelingssamenwerking is
      hulpverlening aan en in overleg
      met ontwikkelingslanden.
  • Het doel van 
      ontwikkelingssamenwerking is
      de levensomstandigheden
      verbeteren
     (de ...?... cirkel doorbreken). 
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 7 - Tekstslide


Hulp via internationale instellingen

Rechtstreeks aan landen
  1. Gebonden/Ongebonden hulp
  2. Noodhulp
  3. Structurele hulp
  4. Bilaterale hulp
Soorten ontwikkelingssamenwerking

Slide 8 - Tekstslide


Er zijn verschillende internationale instellingen.
  • De Verenigde Naties doen aan
     armoedebestrijding en
     vluchtelingenopvang.
  • De doet aan armoedebestrijding en het     verstrekken van leningen.
  • Internationaal Monetair Fonds (IMF) kan
      landen met betalingsproblemen helpen.
Hulp via internationale instellingen

Slide 9 - Tekstslide





  • Gebonden hulp is steun aan
     een ontwikkelingsland in de
     vorm van producten of geld
     afkomstig uit een rijk land.
  • Bij gebonden hulp stelt het land dat
     geld doneert voorwaarden over waar
     dit geld aan besteed moet worden.





  • Ongebonden hulp is hulp aan
     ontwikkelingslanden waaraan geen
     voorwaarden verbonden zijn.
  • Bij ongebonden hulp zijn er geen
      voorwaarden en bepaalt het
      ontwikkelingsland zelf waar het
      gedoneerde geld aan besteed
      wordt.


Gebonden hulp versus ongebonden hulp

Slide 10 - Tekstslide

  • Noodhulp is hulp om de ergste
     gevolgen op te vangen van een
     natuurramp of oorlog.
  • Vraag: Wat zijn voorbeelden van
     noodhulp?
  • Antwoord: Opvang van
     vluchtelingen, hulp bij herstel van
     een land, voorzieningen voor
     primaire behoeften.
     
Noodhulp
Korte termijn

Slide 11 - Tekstslide

  • Structurele hulp is hulp die een
     blijvende oplossing biedt voor een
     probleem van een 
     ontwikkelingsland (langdurig).
  • Vraag: Wat zijn voorbeelden van
     structurele hulp?
  • Antwoord: Een school bouwen,
     een waterput maken, vaccineren en kennis overdragen (landbouw).
Structurele hulp
Lange termijn

Slide 12 - Tekstslide

  • Bilaterale hulp is hulp die een
     ontwikkelingsland rechtstreeks
     van een andere land krijgt.
  • Het geld gaat dus rechtstreeks
      van de Nederlandse overheid
      naar de overheid van het
      ontwikkelingsland, niet via een
      hulporganisatie, zoals Giro 555.
Bilaterale hulp *

Slide 13 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 14 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Basis: Maak de opgaven 1 t/m 29 op bladzijde 46 t/m
     48 van werkboek 4B!  
  • Kader: Maak de opgaven 1 t/m 12 op bladzijde 66 t/m
     69 van werkboek 4B! 
  • Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!






timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 15 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 16 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 17 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 18 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 19 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 20 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 21 - Tekstslide

NOODHULP OF STRUCTURELE HULP?

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les: 
  • Basis: Maak de opgaven 1 t/m 29 op
     bladzijde 46 t/m 48 van werkboek 4B!  
  • Kader: Maak de opgaven 1 t/m 12 op
     bladzijde 62 t/m 65 van werkboek 4B! 

Huiswerk

Slide 23 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 24 - Tekstslide