3.1 Zintuigen en prikkels

Hoofdstuk 3
Waarnemen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag


  • theorie §3.1 : zintuigen en prikkels

Slide 2 - Tekstslide

welke horizontale lijn is langer?

Slide 3 - Tekstslide

welke lijn is korter: de gele of de rode?

Slide 4 - Tekstslide

welke lijn is langer: de verticale of de horizontale?

Slide 5 - Tekstslide

Naar welke kant neigen de lijnen in de cirkel?

Slide 6 - Tekstslide

welk vierkant is groter?

Slide 7 - Tekstslide

Welke binnenste oranje cirkel is groter?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

van het groene hart een rood hart maken

Slide 10 - Tekstslide

wat zie je?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 3.1
Zintuigen en Prikkels

Slide 13 - Tekstslide

Prikkels
Je kunt voelen aan een kopje thee of het warm of koud is, je kunt ruiken als het eten bijna klaar is.
De temperatuur en de geur zijn prikkels.
Een prikkel is informatie uit je omgeving en je zintuigen vangen die prikkels op.
Zintuigen zitten in je: 
- oren
- ogen
- tong
- neus
- huid

Slide 14 - Tekstslide

Welke zintuigen heb je?
Na een waarnemingvan een prikkel reageer je meestal.

Slide 15 - Tekstslide

De huid
  • warmtezintuig
prikkel: hogere temperaturen
  • koudezintuig
prikkel: lagere temperaturen
  • tastzintuig
prikkel: hoe voelt iets aan
  • pijnzintuig
prikkel: pijn

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Hoe verwerkt je lichaam prikkels?
  • prikkels worden opgevangen en doorgegeven aan je hersenen.
  • zintuig zet prikkels om in berichten(impuls)
  • impuls gaan via zenuwen naar je hersenen
  • hersenen versturen weer impulsen waarop je lichaam reageert.



Slide 19 - Tekstslide

  • impulsen worden via zenuwen verstuurd
  • zenuwen zijn via je ruggenmerg verbonden met je hersenen
  • ruggenmerg goed beschermd in wervelkolom
  • zenuwstelsel - zenuwen
                                    - hersenen
                                    - ruggenmerg

Slide 20 - Tekstslide


Zenuwcellen bestaan uit een cellichaam met korte en lange uitlopers.

de cellichamen van zenuwcellen zitten in of dicht bij je hersenen en ruggenmerg.
Zenuwen zijn bundels van lange zenuwceluitlopers die impulsen door kunnen geven

Slide 21 - Tekstslide

schakelcellen
schakelcellen zijn niet direct aan een zintuig of spier verbonden, hebben alleen korte uitlopers en vormen verbindingen tussen andere zenuwcellen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

banaan op fruitschaal is goed rijp en ruikt sterk

  1. de geurprikkel komt bij het reukzintuig in de neus reukzintuig zet de geurprikkel om in een impuls
  2. impuls gaat via de gevoelszenuwen van het reukzintuig naar de hersenen
  3. nu ruik je pas de banaan echt, je wordt het nu pas bewust
  4. hersenen reageren op prikkel, hersenen sturen impulsen naar de spieren. ompulsen gaan via schakelcellen door je ruggenmerg, vanaf het ruggenmerg gaan de impulsen door bewegingszenuwen naar de armspieren
  5. reactie op de geurprikkel: met behulp van je armspieren pak je de banaan van de fruitschaal

Slide 25 - Tekstslide

Wat doen je hersenen?
  • zintuigen sturen zoveel mogelijk impulsen naar je hersenen, die kunnen niet overal tegelijk op reageren, ze kiezen wanneer wel of niet een reactie komt.
  • tikken van de klok niet, dit gaat steeds door en gewenning.
  • nieuwe prikkel dan wel, hoe meer afwijkend vanwat je gewend bent, hoe sneller je reageert

Slide 26 - Tekstslide

grote hersenen: speciale gebieden voor impulsen die via gevoelszenuwen vanuit de zintuigen binnenkomen, zo'n gebied heet een hersencentrum.


Slide 27 - Tekstslide