Thema 6: Ademhalingsstelsel 1B

Thema 6: Ademhalingsstelsel 1B
Mevr.Marynissen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 6: Ademhalingsstelsel 1B
Mevr.Marynissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 2 - Video

Ademhalingsorganen en hun functie filmpje 
00:14
Wat ademen we in?
A
Zuurstof
B
Lucht
C
Alle antwoorden zijn juist
D
O2

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:34
Het middenrif is belangrijk tijdens de ademhaling.
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

00:57
Wat stelden de ballonnen voor?
A
De ribben
B
De longen
C
Het middenrif
D
De borstkas

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:20
Waarvoor dienen de kraakbeenringen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:57
Via wat wordt het zuurstof naar alle organen in ons lichaam getransporteerd?
A
De nieren
B
De longen
C
Het bloed
D
Het hart

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:23
Wat doen de rode bloedcellen
A
Bloed vervoeren
B
Zuurstof vervoeren
C
Witte blaasjes vervoeren
D
Waterdamp vervoeren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De weg die de lucht aflegt. 
longblaasjes
luchtpijptakjes
Neusholte of mondholte
luchtpijp
keelholte
luchtpijptakken

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

- Bij het ademen wordt er afwisselend lucht     opgenomen en afgestaan.
- We ademen lucht in en uit. 
inademen           uitademen          rustpauze 
één adembeweging bestaat uit:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademritme
Hoeveel keer adem jij per minuut?

https://classroomscreen.com/

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel keer adem jij per minuut?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

- Het ademritme is het aantal ademhalingen per minuut.
- Na een inspanning stijgt het ademritme.
- Het ademritme daalt bij het ouder worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt? Het ademritme:
A
Stijgt na inspanning .(sporten)
B
Daalt na inspanning .(sporten)
C
Daalt bij het jonger worden.
D
Stijgt bij het ouder worden.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt? Het ademritme
A
Is het aantal uitademhalingen per minuut.
B
Is het aantal inademingen per minuut.
C
Is het aantal ademhalingen per minuut.
D
Is het aantal rustpauzes per minuut.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Waarom steekt er een buis in de luchtpijp?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:56
Longinhoud = ademvolume. Wat denk je dat dit is?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:42
Maximale ademvolume =
A
Grootste hoeveelheid lucht die iemand in één keer kan in- of uitademen.
B
Grootste hoeveelheid lucht die iemand kan uitblazen.
C
Zo min mogelijk lucht die iemand in één keer kan in- of uitademen.
D
Zo min mogelijk lucht die iemand kan uitblazen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst
Als je inademt, krijg je zuurstof binnen en komt er koolstofdioxide uit je lichaam. Dit gebeurt in je longen en wordt geregeld door je ademhalingssysteem. De lucht die je uitademt heeft minder zuurstof en meer koolstofdioxide dan de lucht die je inademt. De uitgeademde lucht heeft ongeveer 16% zuurstof en 4% koolstofdioxide.
Soms kan de lucht die je uitademt ook een beetje vochtig zijn, afhankelijk van hoe vochtig de lucht om je heen is en hoe warm je lichaam is. Soms kan je de vochtige lucht zien als kleine druppeltjes op een spiegel of raam, dit komt omdat uitgeademde lucht waterdamp bevat.
Lucht die je inademt is kouder dan uitgeademde lucht. Dit komt omdat uitgeademde lucht wordt verwarmd door je lichaam.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kouder
minder waterdamp
minder koolstofdioxide
meer zuurstofgas
warmer
meer waterdamp
meer koolstofdioxide
minder zuurstofgas
Uitgeademde lucht
Ingeademde lucht

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:13
Wat zit er rond de longblaasjes?
Hele kleine vaatjes
Hele kleine bloedvaatjes
Heel fijn bloed

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

00:21
Wat geven de longblaasjes af aan het bloed?
A
Warmte
B
Lucht
C
Koude
D
Zuurstof

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:32
Zuurstof geven ze aan het bloed, maar wat nemen ze terug uit het bloed?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gasuitwisseling

Tussen de longblaasjes en het bloed gebeurt een gasuitwisseling =
- Het bloed neemt zuurstofgas op uit de longblaasjes.
- Het bloed geeft koolstofdioxide af aan de longblaasjes.
De functie (taak) van het ademhalingsstelsel is het bloed voorzien van zuurstofgas.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies