Elektromagnetische straling klas 3 paragraaf 3.2

Elektromagnetische straling klas 3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Elektromagnetische straling klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is radiotherapie?
A
behandeling van kanker d.m.v. straling
B
behandeling om tumoren te beschermen
C
behandeling om de besmetting van het lichaam tegen te gaan

Slide 2 - Quizvraag

Wat is besmetting?
A
Er komt een radioactieve straling op je lichaam
B
Je ademt een radioactieve stof in
C
Je ademt een radioactieve stof uit
D
Je bent zelf geen bron van bestraling

Slide 3 - Quizvraag

Bij bestraling ben je zelf geen bron van radioactieve staling
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welke elektromagnetische straling is het gevaarlijkste?
A
Infra rode straling
B
ultra violet straling
C
gamma straling
D
röntgenstraling

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een CT-scan?
A
een röntgenfoto
B
2D Beeld
C
100 röntgenfoto's
D
3D beeld

Slide 6 - Quizvraag

Wat is achtergrond straling?
A
Straling die je tegenkomt in de natuur
B
Straling die je tegenkomt in ziekenhuizen
C
Straling die je tegenkomt in kerncentrales
D
Straling die je niet tegenkomt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een badge?
A
Die meet de straling voor de patiënten
B
Die meet de straling die je als persoon in een maand hebt ontvangen
C
Die meet de straling die er in de omgeving is

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een GM teller?
A
een stappen teller
B
een Geiger-Müller teller
C
een tijd teller
D
een microfoon

Slide 9 - Quizvraag

De eenheid van straling is;
A
mSV
B
SV
C
Sievert
D
milliSievert

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel Sievert heb je nodig om ziek te worden?
A
0,1 Sv
B
1 Sv
C
10 Sv
D
100 mSv

Slide 11 - Quizvraag

Reken om:
10.000 microSievert = .....mSv
A
10
B
1
C
100
D
10.000.000

Slide 12 - Quizvraag

Hoe werd de russische spion Litvinenko vermoord?
A
Thee met Kamille
B
Thee met Polonium
C
Thee met munt en honing
D
Koffie met Polonium

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel staling had hij opgelopen in 22 dagen?
A
5 mSv
B
10 mSv
C
50 Sv
D
10 Sv

Slide 14 - Quizvraag