In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Erfelijkheid
Je herhaalt:
Genotype, fenotype
ontstaan genotype
geslachtschromosomen
een kruisingsschema maken
stambomen gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Genotype
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen = genotype
Slide 2 - Tekstslide
Het resultaat van al die informatie, alle gevormde eiwitten, levert je fenotype. Het fenotype wordt ook beïnvloed door het milieu:
Als je blond haar hebt, is je genotype 'blond' en het fenotype 'blond'. Als je het bruin verft, blijft het genotype 'blond' en wordt het fenotype 'bruin'.
Slide 3 - Tekstslide
Het fenotype is rood, geel, paars, oranje en wit haar
Slide 4 - Tekstslide
Ontstaan van het genotype
Slide 5 - Tekstslide
In elke cel elk gen 2 keer: 1 keer van vader, 1 keer van moeder.
Als genexpressie plaatsvindt, wordt het gen afgelezen en er wordt een eiwit gemaakt.
Meeste genen in een cel komen niet tot uiting!
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Allelenpaar haarvorm
homozygoot = allelenpaar dat bestaat uit 2 gelijke allelen
bovenste en middelste plaatje
heterozygoot = allelenpaar dat bestaat uit 2 ongelijke allelen
onderste plaatje
Slide 8 - Tekstslide
Dominant en recessief
Dominant allel = een allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype
-aangegeven met een hoofdletter (bijv A)
Recessief allel = een allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is
-aangegeven met een kleine letter (a)
Eigenschap 2 keer in lichaamscel, dus 2 letters per eigenschap!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Stambomen
Leerdoelen:
een stamboom met legenda kunnen maken
op basis van een stamboom kunnen bepalen welke eigenschap dominant is en welke recessief