Spelling 5.3.3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Opfrissen:
Wat is het werkwoordelijk gezegde ook alweer?

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Evert van Benthem heeft de tocht twee keer gewonnen.

Wat is het onderwerp in de zin:
Evert van Benthem heeft de tocht twee keer gewonnen.

1. Evert van Benthem
2. heeft
3. twee
4. heeft gewonnen

Wat is het 'de tocht' in de zin:
Evert van Benthem heeft de tocht twee keer gewonnen.

1. het onderwerp
2. het lijdend voorwerp
3. het meewerkend voorwerp
4. de persoonsvorm

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.

Wat is het het lijdend voorwerp in de zin:
Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.

Wat is het onderwerp in de zin:
Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.

1. Mijn opa
2. de Elfstedentocht
3. heeft
4. heeft gereden

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Ik wil ook graag de Elfstedentocht schaatsen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.

Ik ben klaar voor het dictee💪

Ja!

Nee..

't moet maar..