H5. Hoe komt een wet tot stand

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag gaan we bespreken: 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

'Er moet een nieuwe wet komen'

Slide 8 - Tekstslide

Het besluitvormingsproces begint vaak met een maatschappelijk probleem. Burgers of organisaties willen dat de politiek iets aan dit probleem doet. Ze willen dat dit op de politieke agenda gezet wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze fase heet dus....
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Ambtenaren praten met ministers en staatssecretarissen over het maatschappelijk probleem en komen met voorstellen hoe ze met het probleem om willen gaan. Ze bereiden beleid voor. Dit is dus fase....
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wie stelt in de meeste gevallen een wetsvoorstel voor?
A
De burgers.
B
Het parlement.
C
De media.
D
De minister of staatssecretaris.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van een compromis?
A
De grootste partij beslist over een standpunt.
B
Partijen blijven overleggen met elkaar.
C
Partijen stemmen hun standpunten af.
D
Partijen maken ruzie om de verschillende standpunten.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Prinsjesdag

Prinsjesdag is een belangrijke dag als het gaat om de politieke besluitvorming. Prinsjesdag is namelijk de start van het nieuwe politieke jaar.

Slide 18 - Tekstslide

Wat weten we over prinsjesdag?

Slide 19 - Woordweb

Op Prinsjesdag leest de koning de troonrede voor. Hij leest dan de plannen (en dus nieuwe wetten) van het kabinet voor het komende jaar voor.

Slide 20 - Tekstslide

Wie zaten er ook alweer in het kabinet?
A
Ministers en koning
B
Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide